Ir. J. A. Kuiper
HET OUDE ZUTPHEN EN ZIJN HEDENDAAGSE TAAK
De vele vraagstukken rondom het lot van onze
oude binnensteden komen juist bij de IJselsteden
wel bijzonder duidelijk naar voren. Deze steden
waren immers aanvankelijk een middelpunt van
de middeleeuwse handel en scheepvaart. Hieraan
dankten zij hun grote welvaart. Deze welvaart
scheen echter voorgoed voorbij te zijn, toen de
handel zich langzamerhand naar het westen van
het land ging verplaatsen.
Aan deze periode van vroegere welvaart dankt dc
Zutphense binnenstad nog altijd zijn uitgesproken
middeleeuwse karakter: nauwe bochtige straten,
ondiepe bouwblokken en nog vele althans in
plattegrond of in details gothische woonhuizen.
Het is een sterk eigen karakter, dat vraagt om met
voorzichtigheid behandeld te worden.
Dc aanvankelijke houding, waarmee men geneigd
is een dergelijke oude stad stedebouwkundig te
benaderen, is die van conservering van het be
staande: houdt het karakter van historische stad
gaaf, onthoudt u van elke ingreep, die niet abso
luut onvermijdelijk is. Deze houding is begrijpelijk
en gemotiveerd. Iedere aantasting van een oude
stad is in de regel stedebouwkundig of architec
tonisch onherstelbaar, het resultaat is vaak een
esthetisch conflict.
Zo is dan ook in Zutphen, toen de wederopbouw
na 1945 noodzaakte tot het maken van een stede
bouwkundig plan, gezocht naar een plan dat bij
een minimaal ingrijpen in de bestaande toestand,
een zo groot mogelijk nuttig effect zou hebben.
De oplossing werd gevonden door het maken van
een nieuwe traverse langs de Berkel, die de IJssel-
brug en het nieuwe station zal verbinden met de
Bcrkelsingel en vandaar later door een nieuwe weg
langs de Berkel buiten de kom van Warnsveld met
de wegen naar Twcnthe en Achterhoek.
De traverse ligt op de plaats van de oude stads
muur van Zutphen, die in 1312 werd afgebroken
toen de Nicuwstad bij Zutphen werd gevoegd
d.w.z., dat de structuur van Zutphen van oudsher
op een beëindiging langs de Berkel was gebaseerd,
zodat de nieuwe doorbraak in deze structuur past.
Op deze Berkeltravcrse sluit een ontworpen stelsel
van ringwegen aan: IJselkade, Martinetsingel,
Boompjeswal en de (door te trekken) Paardenwal,
zodat de oude stad van alle zijden gemakkelijk
bereikt kan worden en zo weinig mogelijk wordt
doorkruist. Het verkeer, zowel uit het achterland
als uit de eigenlijke woonwijken, krijgt op deze
wijze een beter contact met het stadscentrum, dat
vollediger dan voorheen zijn centrumfunctie zal
kunnen vervullen.
Bij de genoemde Berkeltraverse sluit aan een
nieuwe rechtstreekse verbinding van de IJselbrug
met de Deventerweg. Deze werd mogelijk, door
dat het middeleeuwse Oude en Nieuwe Gasthuis,
dat in de oorlogsjaren zwaar werd getroffen,
geheel verplaatst wordt naar het dochtercomplex,
dat reeds vroeger achter Warnsveld was gesticht.
Hierdoor kwam een groot terrein vrij, dat de moge
lijkheid opende om een nieuw station en stations
plein te projecteren, waarbij een nieuw centrum
van Zutphen zou aansluiten. Wat dit laatste be
treft schijnt het wederopbouwplan te hoog ge
grepen te hebben. Toen immers, na de aanleg van
het nieuwe stratenplan, voorlopig weinig behoefte
40