niet steeds zeer gelukkig ge voelen met de taak, welke hun hier wordt toege dacht; uiter aard is het veel gemakkelijker om radikale maatregelen tc nemen, oude vaak niet in beste staat verkerende panden te slopen en met een schone lei te beginnen om precies datgene te krijgen wat men hebben wil. Begrijpelijkerwijs zullen ook de bouwkundige afdelingen van de betrokken instellingen daarop meer zijn ingesteld dan op het moeilijke werk en de vaak on overzichtelijke kosten, die met een restauratie zijn gemoeid. Niettemin is het toch wel ten zeerste gewenst, er nog eens de aandacht op te vestigen hoe groot de belangen zijn die hier liggen en hoe door een gelukkige combinatie van enerzijds behoud van stadsschoon, anderzijds ver werving van kantoorruimte „twee vliegen in één klap" kunnen worden geslagen. Indien goede wil aanwezig is en de betreffende onderneming van de aanvang af de mogelijkheid van behoud van een oud gebouw onder ogen ziet, kan het zeer wel zijn, dat met niet meer kosten dan die aan nieuwbouw zijn verbonden een veel fraaier en blijvender resultaat wordt ver kregen. Gelukkig is het nog steeds zo, dat tallozen in den lande zich interesseren voor de mooie oude ge bouwen, die onze steden nog rijk zijn. Indien een goede restauratie plaatsvindt, wordt zodoende door de instelling die deze verricht een zekere „goodwill" verkregen, terwijl anderzijds, indien tot rucksichtslose afbraak wordt overgegaan, daardoor ongetwijfeld een gedeelte van het publiek wordt geprikkeld. Niet zou ik willen beweren, dat indien men er slechts toe overgaat oude gebouwen te restaureren, de klanten zullen toestromen en dat indien men nieuwbouw pleegt het publiek de onderneming de rug zal toekeren; dat er wel degelijk ook een commercieel belang aan deze aangelegenheid verbonden is staat voor mij vast en kan met voorbeelden uit de practijk gemakkelijk worden bewezen. Het lijkt van groot belang, dat instellingen, die vestiging van bijkan toren overwegen, zich in het allereerste stadium reeds doen voorlichten door hun bouwburcaux en liefst ook door zelf ter plaatse de situatie tc bezien, of zij niet door een verantwoorde restau ratie een waardevolle bijdrage kunnen ver lenen aan het aanzien van de plaats, waar zij van plan zijn zich te vestigen en waar zij het publiek tot zich willen trekken. De practijk bewijst dat het mogelijk is een restau ratie zó uit te voeren, dat niet alleen het goede uiterlijk in stand blijft, doch ook aan de eisen des tijds wordt tegemoet gekomen. Oude herenhuizen bieden daartoe vaak de gelegenheid door behalve de gevel althans de gang te behouden met een of meer stijlvolle ver trekken, die een dergelijk pand veelal nog bezit en die als ontvangst-, directie- of vergaderruimten van nut zijn. Het door mij bepleite systeem heeft uiteraard meer kans van slagen, indien het kleine en middel grote kantoren betreft, minder indien het grotere betreft, daar alsdan de eisen van administratie, kluizen, enz. doorgaans zodanig zijn, dat deze moeilijk in een oud gebouw kunnen worden gerealiseerd. De ongunstige voorbeelden waar men tot lelijke nieuwbouw is overgegaan of zal overgaan in plaats van restauratic - wil ik in dit artikel liever ter zijde laten, wel echter tot besluit enige in gerestaureerde oude gebouwen gevestigde kantoren memoreren. Voor Amsterdam ligt het probleem het makke- ?9 Bijkantoor van De Twcntschc Bank tc Utrecht

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1957 | | pagina 21