Mr H. G. van Everdingen
KANTOREN IN MONUMENTEN
Dc toenemende omvang van hun zaken en de
uitbreiding van hun werkgebied zijn oorzaak,
dat banken, verzekeringsmaatschappijen en an
dere financiële instellingen er steeds meer toe
overgaan bijkantoren in gebruik te nemen; wer
den deze oudtijds hoofdzakelijk gevonden in dc
voornaamste plaatsen, thans ziet men deze meer
en meer ook in kleinere centra verrijzen.
Wanneer ergens een dergelijk bijkantoor in gebruik
wordt genomen ziet men meestal, dat de betref
fende instelling dc eenvoudigste oplossing kiest,
te weten het aankopen van een of meer bestaande,
op een goed punt gelegen panden, die daarna
worden afgebroken en vervangen door een nieuw,
aan alle eisen der betreffende onderneming aan
gepast gebouw.
Juist daar men voor deze bijkantoren plaatsen
pleegt te kiezen, die min of meer in het oog lopen
en voor het publiek gemakkelijk bereikbaar zijn,
is het voor het stadsbeeld van veel gewicht, hoe
het nieuwe gebouw er uit ziet.
Indien nieuwbouw plaatsvindt moet helaas dik
wijls geconstateerd worden, dat deze het stads
beeld niet verrijkt. Dc eisen van de practijk
en de betrekkelijk bescheiden omvang van het
gebouw zullen vaak oorzaak zijn, dat een tamelijk
„kleurloos" geval verrijst, hetgeen in het gunstigste
geval geen schade doet doch vaak aan de ge
bouwen in de omgeving afbreuk doet.
Meestal toch worden deze bijkantoren aangetrof
fen in de oude centra, waar wel reeds veel is ver
knoeid, doch toch ook vaak nog iets waardevols
is blijven staan; een zelfs bescheiden nieuwbouw
kan dan voor het totale aspect soms van doorslag
gevende betekenis zijn.
Hierbij komt, dat deze nieuwbouw - vooral
vroeger - vaak een zeker chablone-karakter droeg
waar het kantoren van sommige banken betrof;
misschien had dit het voordeel, dat de voorbij
ganger, zonder naar het naambordje te kijken,
al wist bij welke bank hij zich bevond, daartegen
over staat toch wel het nadeel, dat de betref
fende gebouwen in iedere stad en iedere omgeving
ongeveer hetzelfde waren, of met andere woor
den: volstrekt geen rekening hielden met dc
plaatselijke situatie.
Gelukkig echter zijn ook andere voorbeelden aan
te wijzen en hebben banken en verzekerings
maatschappijen in diverse gevallen in plaats van
nieuwe gebouwen, bestaande oude panden in
gebruik genomen, nadat zij deze voor hun doel
hadden bruikbaar gemaakt en vaak ingrijpend
gerestaureerd.
De situatie is nu eenmaal zo, dat de particulier
- gesteld al dat hij nog een herenhuis in de binnen
stad bewoont - niet meer bij machte en bereid is
restauraties van oude objecten ter hand te nemen;
de kosten zijn te hoog en als het gebouw klaar is
is het te groot en mist men het personeel om het
nog te bewonen.
De functie, die hier vroeger door particulieren
werd vervuld, is door de gewijzigde economische
en maatschappelijke verhoudingen geleidelijk
„overgegaan" op instellingen, die de restauratic
nog wél kunnen financieren en de ruimte nog wél
nodig hebben.
Nu is het een feit, dat de bewuste instellingen zich
28
Bijkantooi lc Leiden van dc Nationale Lc\ ensvcrzekeung-Bank