8. Aan de zijdelingse aansluiting van het dwars profiel aan het aanliggende terrein moet aandacht worden besteed. Wordt bv. bij een weg in ingraving de helling van de taluds overal gelijk genomen, dan ontstaat in een heuvellandschap een strak, niet m het land schap passend beeld. Door de bovenzijden r,s 7- X van de taluds at te ronden en door op gedeel ten waar de ingraving minder diep is, een flauwer talud te maken dan op plaatsen, welke diep in ingraving liggen, zal een meer vloei ende aansluiting aan het aanliggende terrein worden verkregen (fig. 7). 9. Aan de vormgeving van de kunstwerken moet grote aandacht worden besteed. Het aantal kunstwerken (bruggen en viaducten) in de belangrijke wegen zal steeds groter worden, doordat in het verkeersbelang steeds meer de eis moet worden gesteld om kruisingen met andere wegen ongelijkvloers uit te voeren. Vooral in ons vlakke land zijn deze kunstwer ken met de aansluitende opritten van verre zichtbaar en vormen veelal een onnatuurlijk beeld in het landschap. Ons vlakke land is in dit opzicht veel kwetsbaarder dan heuvel en bergland, doordat hier de kunstwerken sterk in het beeld van het landschap domi neren, terwijl ze in bergland slechts een detail en bij goede uitvoering soms een fraai detail vormen. Het verdient daarom aanbeveling om aan de vormgeving van de kunstwerken veel zorg te besteden. M.i. zullen in ons vlakke land kunstwerken waarin de horizontale lijn domineert minder storend werken, dan hoogbruggen, hoewel hieromtrent verschillende meningen bestaan. Voor het Nederlandse wegencongres in 1953 schreef Ir. A. J. van der Steur een belang wekkend prae-advies over dit onderwerp, waarin hij de voor- en nadelen van verschil lende typen van kunstwerken behandelde. De in het vlakke land onlogische vorm van hellingen van de opritten kan veelal belangrijk worden verzacht door de taluds met struiken te beplanten of door aan de voet van de taluds opgaande beplanting aan tc brengen, (afb. 3 rechts). 10. Door een juiste indeling van het dwarsprofiel en een juiste beplanting van de bermen kan het uiterlijke aanzien van de weg belangrijk worden verfraaid (afb. 4, 5, 6, 7 en 8). Het is in de eerste plaats gewenst de breedte van de tussen- en zij bermen zodanig te kiezen, dat het beeld van de wegkruin niet wordt overheerst door de veelal dode kleur van de 25 Fig 4 Rechte doorsnijding van een bos Fig 6 Tc veel de golvingen van het landschap gevolgd Fig 5 Tc veel dc golving van het landschap ge\olgd

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1957 | | pagina 17