Prof. ir. T. H. van Wisselingh
DE ESTHETISCHE VERZORGING VAN ONZE WEGEN
Nederland heeft het twijfelachtige genoegen het
dichtst bevolkte land van Europa te zijn en nog
steeds moet rekening worden gehouden met een
sterk toenemende bevolking. Dit heeft tot gevolg,
dat steeds meer van de nog over gebleven natuur-
ruimten in beslag zullen worden genomen door
stadsuitbreidingen, fabrieksterreinen, wegen en
kanalen, c.d. Daarbij komt, dat de zg. woeste
gronden, waarvoor het in cultuur brengen vroeger
niet lonend was, thans ten gevolge van de mo
derne bewerkings-, bemestings-, be- en ontwatc-
rings-methoden wel voor landbouwdoeleinden
kunnen worden benut.
Op grond hiervan is te verwachten, dat de opper
vlakte van de open ruimten (natuurlijke en cul
tuurlandschappen) zal verkleinen, en dat in de
eerste plaats een aanslag zal worden gedaan op
de reeds zeer geringe oppervlakte aan natuurlijke
landschappen. Van de laatste zullen op den duur
alleen die behouden blijven, welke voor andere
doeleinden geheel ongeschikt zijn, en die, welke
uit natuurwetenschappelijk oogpunt of voor recrc-
atiedoeleinden niet kunnen worden gemist.
Het is daarom van het uiterste belang de reste
rende open ruimten zodanig in te richten en aan
te kleden, dat zij de naam landschap blijven ver
dienen. Het uiterlijk aanzien van een groot ge
deelte van de thans nog aanwezige open ruimten
in ons land is in sterke mate beïnvloed door het
ingrijpen van de mens, en dit ingrijpen heeft in
het verleden vaak geleid tot het ontstaan van zeer
fraaie cultuurlandschappen. Vooral in gebieden,
waar van nature weinig opgaande beplanting
voorkwam, zoals in ons polderlandschap, wordt
het uiterlijke aanzien van het landschap vaak in
sterke mate beheerst door de daarin aangelegde
T TV*
19
Afb. 1.
N LcleArnhem.