1955j gesloopt mochten worden en dus als onher
stelbare verliezen moeten worden beschouwd:
Amsterdam Nieuwe Amstelstraat 15
St Jansstraat 38 (uitbreiding
Krasnapolsky)
Slijkstraat 30 en 32 (uitbreiding
Universiteit)
Utrechtsedwarsstraat 81 en 83
Borssclc Hoeve „landmansrust"
Brunssum Bex-huis
Eenrum Windkorenmolen van T. J. Hui-
zinga
's Gravenhagc R.K. Kerk H.H. Antonius cn
Lodewijk
Groningen Martinikerkhof 10
Harlingen Zuiderhaven 63 (v.m. Admira
liteit)
Hoensbroek Oude Kapelanie
Huizen v.m. raadhuis
Lomm v.m. R.Kv kapel
Maastricht Tongerse weg 337
Roosendaal Markt 49
Stcdum Windmolen waterschap Bult-
Krangeweer
Urmond Minderbroederskloostcr
Workum Pand C 26
In afwijking van het advies van de Rijkscommissie
voor de Monumentenzorg verleende de Minister
toestemming tot de afbraak van enige tot de
Gast- en Proveniershuizenbehorende woningen
aan de Burgwal te Kampen en van de percelen
Koudenhoek 37 en Houtkade 16 en 18 te Vlis-
singen, ten behoeve van de uitbreiding van de
terreinen van ,,De Schelde".
De taak van de politie II
In ons vorige nummer meenden wij een waar
schuwing te moeten laten horen ten aanzien van
politie-dienaren, die zich buiten hun terrein be
geven en wel in het bijzonder op dat van het
beleid, een taak welke plaatselijk tot die van het
Gemeentebestuur behoort. -
In de grote pers heeft ditonderwerp belang
stelling gehad, hetgeen ons zeer verheugt; de ernst
van het onderwerp is dat waard. In Het Vrije Volk
van 25 februari wordt in één commentaar gesug
gereerd dat wij de politid.zouden willen „muil
korven". Afgezien van de onhoffelijke vergelijking
die hierbij in het geding komt, moet ons van het
hart, dat dit toch een wel zeer onjuiste conclusie
van onze waarschuwing is. Het advies, dat wij
maar een „open strijd" moeten aangaan met de
hoofdinspecteur te Amsterdam, wiens uitlating
wij als voorbeeld kozen, is weinig gelukkig. Immers
men zou ons willen laten aantonen, dat de betref
fende politiedienaar te kort schiet in deskundigheid
of faalt door eenzijdigheid. Wij meenden duidelijk
te hebben gemaakt, dat dit niet onze taak is,
maar die van de chefs van deze politieman. De
deskundigheid van deze laatste willen wij niet
beoordelen, wel onze waardering uitspreken over
zijn energie en vele initiatieven, waarvan wij van
harte hopen, dat hij deze in dienst zal stellen
van de regeling van het verkeer.
In Elsevier's Weekblad van 2 maart lazen wij:
„In genegenheid voor Amsterdam cn in eerbied
voor het schoon der Amsterdamse grachten
staan wij bij niemand achter." Dat is een waarde
volle uitspraak in de mond van een gezaghebbend
man, maar deze krijgt het karakter van een
frase, indien deze neergeschreven wordt in anony-
miteit. Welke waarde aan dat „eerbied" moet
worden toegekend laat zich raden uit de kren
kende uitlatingen, welke de schrijver zich veroor
looft en uit het verwrongen weergeven van onze
bedoeling, zoals die in het artikel „Dc taak van
de politie" tot uiting komt. Kennelijk heeft de
schrijver zich laten inspireren door bovenvermeld
commentaar in Het Vrije Volk, maar de oor
spronkelijke tekst in Heemschut niet gelezen.
Intussen is het te betreuren voor de Elsevier-
lezers, dat zij geen tastbaar bewijs van deze,
„genegenheid voor Amsterdam" kregen door
kennis te mogen nemen van onze complete en
originele tekst en zich zo een eigen mening te
vormen. Daarmee ware tevens de „eerbied"
gediend.
Men zou zich door uitlatingen, zoals deze in een
groot weekblad, welke een totaal onjuist beeld
geven van onze bedoeling, en de opzet hebben ons
streven in een kwaad daglicht te stellen, allicht
geneigd voelen tot ontmoediging. Wij kunnen
de lezers, die ons in die zin schreven, gerust
stellen. De strijd voor de schoonheid van stad en
land is een moeizame, en één die voortdurend
doet stuiten op onbegrip en tegenstand. Hoe
betreurenswaardig het is, dat tegenstanders daar
bij de waardigheid, welke bij een beschaafde
gedachtenwisseling wordt verondersteld, uit het
oog verliezen, toch zal dit ons niet uit de koers
brengen. Verheugend is daarbij, dat het leden
tal van de Bond Heemschut zich bij voortduring
blijft uitbreiden. Uw hulp om deze lijn stijgende
te houden is daarbij onmisbaar.
18
I
I