TON KOOT DE TAAK VAN DE POLITIE Het moge vreemd lijken, dat in „Heemschut" de taak van de politie als onderwerp wordt aange sneden. Zo vreemd is dat niet. De politie is o.m. belast met de regeling van het verkeer. Daaronder begrijpen wij het leiden van het verkeer op zodanige wijze, dat dit vlot verloopt, over en weer geen hinder geeft, ook ten aanzien van het parkeren en daar onder begrijpen wij het optreden tegen hen, die in strijd met de betreffende verordeningen handelen. Er is echter een neiging merkbaar om zich buiten dit gebied te begeven. Blijft dit binnen de perken van de verkccrsorganisatie en loopt dit langs de daarvoor geëigende weg, dan kan men daar vrede mee hebben. Helaas is dat niet zo en gaat het cr naar uitzien dat een gevaarlijk prece dent wordt geschapen, waartegen ernstig moet worden gewaarschuwd. Het verkeer is aan het uitgroeien tot een monster dat steeds grotere eisen gaat stellen; ja, wiens eisen onverzadigbaar zijn. Elk weldenkend mens ziet in, dat daaraan niet te voldoen is. Neemt men dit vraagstuk rustig onder de loupe, dan ligt de plaats waar men de oplossing moet zoeken dichter bij de hand dan veelal gezocht wordt. Het lijkt ons duidelijk dat de oplossing ge vonden moet worden in het verkeer zelf, nl. in het regelen en beperken van de ongebreideldheid van dat verkeer. Dat is o.i. op dit terrein dc grote taak van dc verkeersdeskundigen, respectievelijk dc politie. Merkwaardigerwijze dreigt het thans een andere richting in te gaan. Blijkbaar onmachtig om dit probleem op tc lossen, grijpen betreffende autoriteiten naar het beproefde middel om de aandacht af te leiden van dc door het verkeer zelf geschapen situatie naar die van de situatie der steden. Blijkbaar uitgaande van de verkeerde stelling, dat het verkeer geen enkele be lemmering in de weg mag worden gelegd, menen zij, dat dc steden moeten worden gewijzigd res pectievelijk door dempingen en doorbraken, koste wat koste. Hiermede zijn zij gekomen op het ge bied van de stedebouwkunde, op dat van karakter, sfeer en schoonheid der stad, op dat van historie en traditie, een gebied waarop de politie uit hoofde van haar taak niet competent moet worden geacht, noch door scholing noch door de praktijk. Vreemder is, wat blijkbaar nog onvoldoende beseft wordt, dat de politiedienaar zich hier begeeft op het terrein van het beleid, dat tot de taak van het gemeentebestuur behoort. Zeer typisch ligt dat in Amsterdam, om concreet tc zijn. De hoofdinspecteur van de verkeerspolitie aldaar, als adviseur verbonden aan de Amster damse Vereniging voor Veilig Verkeer, heeft zich bij herhaling in het openbaar geuit voor de wenselijkheid om op grote schaal tot demping van een deel der grachten over te gaan ten behoeve van het verkeer. OP HEEM WACHT Wanneer men als argumentatie hoort, dat Amsterdam zóveel kilo meter grachtlengte heeft, dat daar best wat af kan, zal men met ons eens zijn, dat we daaraan zonder commentaar rustig kunnen voor bijgaan. Dergelijke demagogie ligt beneden het peil van een behoorlijke discussie, zij is slechts tekenend voor de gesteldheid waaruit de verdere gedachtengang wordt opgebouwd. Die gezindheid is gevaarlijk en noopt tot waakzaamheid in het bijzonder van al diegenen, die de betekenis en waarde van de grachten niet naar haar kilometer lengte beoordelen. Het gemeentebestuur van Amsterdam heeft in zijn Nota-Binnenstad welke wij in ons nummer van augustus 1955 tezamen met ons commentaar in haar geheel opnamen, te kennen gegeven, het dempen van grachten niet als oplossing van het verkeersprobleem te willen accepteren. De in stemming van de burgerij hierop is veelzeggend geweest. Afgezien van het feit, dat het ons voor een politic officier onjuist voorkomt, dat hij in het openbaar blijk geeft van een afwijkende opvatting, menen wij, dat deze functionaris bovendien bezig is een publieke opinie te beïnvloeden op een wijze die slechts verwarrend kan werken. Hiermee is het algemeen belang niet gebaat. Naar onze mening wordt hierdoor getreden buiten de wezenlijke taak welke de politie heeft. Utuchtse Molens Zoals in het hele land is ook in de provincie Utrecht het aantal molens sterk teruggelopen, I

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1957 | | pagina 9