BOEKBESPREKING NIEUWE LEDEN 16 voor gedragen, zo restauratie op herbouw mocht neerkomen, nauwkeurige opmetingen en docu mentaire fotografieën aan de afbraak te doen voorafgaan. Weinig gelukkig achten wij het ook, alle verant woordelijkheid op de heer Ottema af te schuiven. Deze had ,,'t Hemeltsje" uitsluitend gekocht om dit te doen herstellen en, als vanouds, weer een onderdeel van ,,'t Coulon-Huis" te laten uit maken. Dat hem dit niet gelukt is, heeft de heer Ottema met grote teleurstelling vervuld. De akte van overdracht, waarbij de heer Ottema voor de somma van één gulden afstand deed van ,,'t Hemeltsje", werd gepasseerd kort voor de dood van deze Leeuwarder Maecenas, toen deze in een zeer gedeprimeerde toestand verkeerde. Nergens in Leeuwarden, zo verklaarde hij ons in het laatste gesprek dat wij met hem hebben gevoerd, vond hij de geestdrift, waarop hij voor zijn restauratie-plan meende te mogen rekenen. Nergens ook weerklank voor de aanvankelijke bedoelingen, welke hij met het „Coulon-Huis" had: het herscheppen van een voornaam Leeu warder herenhuis met al zijn toebehoren uit het tijdperk van de koning-stadhouder. Zeker, met de stukken in de hand gaan B. W. van Leeuwarden vrij-uit. Maar hun stad heeft een grote kans gemist. Amersfoort H. Halbertsma Jhr. F. J. E. van Lennep Honderd jaar Hartekamp. Uitgegeven door de Vereeniging Haerlem en de Erven F. Bohn n.v., Haarlem 1956. Dit boekje van bijna honderd bladzijden is door de heer Van Lennep geschreven in het laatste jaar van de oorlog, om voor familie en vrienden de geschiedenis van een kleine wereld te boek te stellen, waarvan het feitelijk gebeuren in de herinnering dreigde te ver vagen. Oorspronkelijk niet bedoeld als boek uitge geven te worden, is het nu toch in het licht gegeven. En wel, zoals de schrijver in zijn voorwoord zegt: „Omdat ik het „onherroepelijk voorbije" van hetgeen ik beschreef ook van het zelf meegemaakte nu beter besef. Om slechts één ding te noemen: ik kon in 1945 niet weten, dat buitenplaatsen en zeker de manier, waarop men ze bewoonde, zo spoedig geschiedenis zouden zijn. Ze werden daardoor en buiten mij om met hun bewoners geplaatst in een sfeer van be langstelling en poëzie, welke wellicht mijn ver schijnen voor een groter aantal lezers rechtvaardigt". Welnu, dit verschijnen is ten volle gerechtvaardigd; hier wordt het leven op een der buitenplaatsen onder Haarlem beschreven met een beeldend vermogen, dat ons een blik gunt in het hart van zijn bewoners. Men zou dit boek een bijdrage tot de geschiedenis van de negentiende eeuw kunnen noemen, maar na lezing ervan heeft men niet meer de behoefte het op een dergelijke wijze te etiketteren: de lezer is het meest getroffen door de menselijke en poëtische kwaliteiten van het verhaal, zonder dat daardoor aan de histo rische betrouwbaarheid geweld is aangedaan: integen deel, dit is een voorbeeld van het beste, wat men zich op het gebied van de „petit histoire" zou willen wensen. Nu de „Hartekamp" na de oorlog in zo geheel andere omstandigheden is komen te verkeren, is dit beek ons dubbel welkom. C. B. Als gewoon lid trad toe: Gemeente Heumen. Als buitengewoon lid traden toe: Jhr. Mr. Dr. L. H. K. C. van Asch van Wijck, 's-Gra- venhage; Jhr. Mr. J. W. de Beaufort, Ruurlo; Mr. C. H. Beekhuis, Amsterdam; Drs. H. A. Beusekamp, Lochem; Ds. A. Bloemendaal, 's-Heerenberg; J. H. Boom, Barchem; H. C. Boomsma, Arnhem; L. van den Bouwhuysen, 's-Hertogenbosch; Mr. Th. W. Bran- bergen, Amsterdam; J. F. van den Brandeler-Kolff, Rozendaal; Mr. M. J. H. de Bruyn van Melis- en Mariekerke, 's-Gravenhage; N.V. Magazijn „De Bijenkorf", Amsterdam; Jhr. W. H. Galkoen, 's-Gra venhage; Dan. F. Daatselaar, Doornspijk; E. M. Damen, Amsterdam; Mr. L. Davidson, Scheveningen; W. I. M. Dieben, Scheveningen; A. J. A. van Dijk, Vught; Mej. H. J. H. M. ten Doeschate, Vught; Mr. L. L. J. Dons, Amsterdam; Prof. Dr. J. Engelfriet, 's-Gravenhage; Mr. R. S. Esser, Amsterdam; S. S. Goslinga, Hoorn; Mr. F. H. A. de Graaff, Amsterdam; H. Greuter, Amsterdam; H. Hoekstra, Haarlem; A. Holl, Enschede; Jhr. Dr. M. L. van Holthe tot Echten, Bilthoven; Dr. M. W. Holtrop, Bloemendaal; Mej. C. J. Hudig, 's-Gravenhage; Mej. B. C. Jelles, Haarlem; Ir. J. Kruger, Voorburg; Mr. T. Landheer, 's-Gravenhage; H. Ledeboer, Aerdenhout; Mr. Alber- tine S. Lubbers, Amsterdam; A. M. L. van den Mee- rendonk, Schijndel; J. W. G. Meerstadt, 's-Hertogen bosch; Prof. Dr. D. Nauta, Amsterdam; Fred A. Oppel, Amsterdam; Mevr. A. M. G. Perk-Verbeek, Hilversum; L. P. L. Pirenne, 's-Hertogenbosch; A. Ch. V. van der Plaat, Amsterdam; Mej. R. Plan- eken, 's-Hertogenbosch; Ir. J. H. A. Ringeling, Maars- bergen; G. J. A. M. Sanders, 's-Hertogenbosch; E. Th. Scheltinga Koopmans, Amsterdam; B. H. J. Schu- mann, Amsterdam; J. H. Seeger, Amsterdam; W. A. Slingerland Sr. Amsterdam; Kees Spierings, 's-Her togenbosch; A. Th. M. Splinter, Soesterberg; P. Tesselhoff, Ede; Dra. M. Troelstra, Amsterdam; Frans van Valderen, 's-Hertogenbosch; H. W. Valk, 's-Hertogenbosch; F. P. A. M. van Wagenberg, Vlijmen; Mevr. G. Wijsmuller-Meyer, Amsterdam.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1957 | | pagina 24