optrok. Intussen waren op Honselaarsdijk reeds hoge gasten ontvangen: de ex-koning van Bo- hemen Frederik V met zijn Engelse gemalin en, in 1638, de koningin-weduwe van Frankrijk Maria de' Medici. Later heeft Willem III daar de keurvorsten van Brandenburg en Beieren en heel wat andere grote heren onthaald. Het Huis te Rijswijk werd wereldberoemd door de vredesonderhandelingen van 1697, voor welk doel Willem III het paleis had afgestaan. Ver waarlozing na zijn dood was de reden dat het in de 18de eeuw al moest worden afgebroken. Een niet onaardige gedenknaald in een restant van het park duidt de plaats aan waar het gebouw eens stond. Honselaarsdijk, dat nog groter was, is langer gespaard gebleven. De Franse Revolutie was echter ruïneus voor het slot. Uitgewoond door militairen werd het in 1814 in het openbaar voor afbraak verkocht. Een stuk vaderlandse cultuur kwam ten einde. Wie nu ter plaatse komt vindt slechts weilanden; uit het verloop der sloten kan hij die op de hoogte is, de ligging van de voor malige tuinen nog enigszins reconstrueren. Slechts één gedeelte bleef overeind staan, een bijgebouw. Het vertoont niet de pronk van het eigenlijke paleis, doch niettemin is het de moeite van het beschouwen waard als een goed specimen van Hollandse klassicistische baksteenarchitectuur. Vergelijkt men het met de stal- of bijgebouwen van andere vorstelijke paleizen, met Versailles of Drottningholm of een van de Duitse residenties, dan treft het hoe karakteristiek, hoe persoonlijk, hoe eigen de stijl ervan is. Want het heeft allure, ja deftigheid, ook al was het maar een dienst- vleugel. Thans is dit laatste restant met de stalpoort van het verdwenen Oranje- lusthuis in verval ge raakt. Er zijn een smidse en een sjofel winkeltje in geves tigd, verdere onder gang dreigt. Is dit nodig? Kan dit ge bouw, merkwaardig om de historische herinneringen die eraan verbonden zij n en waard evol al s een goed stuk archi tectuur uit onze 17de eeuw, niet gered worden en gerestaureerd, opdat hier niet wederom in de fout van afbraak vervallen wordt, die wij onze voorvade ren van 1814 zo ernstig verwijten? Het is nog niet te laat! J. P. MIERAS Het verscheiden van Johannes Pieter Mieras over viel ons. Hij was het middelpunt, waar bij de B.N.A. alles om draaide. De laatste jaren was hij lid van de Centrale Commissie Stad en Dorp van de Bond Heemschut. Daar was hij bij uitstek op zijn plaats, met zijn open oog voor de moderne architectuur en zijn warme hart voor het verleden, waar hij steeds naar terugblikte. Mieras was een bijzonder mens. Werd er op een vergadering een stad, een dorp, een boerderij of een molen besproken, dan verliet hij enkele ogenblik ken de kamer om terug te komen met dc meest uit gebreide gegevens over het betreffende onderwerp. Eenvoudig, rustig dienend volbracht hij zijn levens taak. De B.N.A. en Heemschut verliezen in hem een geniale kracht. We wilden het laatste jaar maar niet begrijpen, dat hij het moeilijk had, omdat we niet konden aanvaarden, dat we hem zouden gaan missen. Eenvoudig als hij was, is hij heengegaan. Geen titel, geen decoratie werd er vermeld. Zo heeft hij het gewild. Toch moet hij dc overtuiging gehad hebben, dat met zijn familie velen met diepe erken telijkheid aan hem zullen terugdenken. Hij ruste in vrede. J. R. Koning 10 FotoMevr. J W de Lange-Dike Rest stalpoort van Paleis Honselaarsdijk

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1957 | | pagina 18