veelal als slachtoffers van eenzijdige mechanisatie en efficiency. Sedert 1850 zijn er in Utrecht 160 molens verdwenen. Van de 28 op 1 januari 1956 nog bestaande molens is een handzame inventari satie gemaakt, die men gerust een voorbeeld voor andere provincies kan noemen. Geïllustreerd met 28 foto's en toegelicht door een overzichtelijke kaart, die ook de plaatsen der verdwenen molens aanduidt, is het een smakelijke uitgave geworden. De Provinciale Planologische Dienst verrichtte de inventarisatie, de heer P. Kluyver schreef de tekst, waarbij de Commissaris der Koningin in de provincie Utrecht een voorwoord schreef. Als „Utrechts Molenboek" is het werkje a f 1, verkrijgbaar bij de Prov. Utrechtse V.V.V. Rijn kade Utrecht. Het wordt allen die de heemschut van het land zijn toegewijd, zeer aanbevolen. Het Huis Beumngen gesloopt Het huis Beuningen (G), dat op de voorlopige Monumentenlijst voorkomt, blijkt zonder officiële toestemming tc zijn afgebroken. Het is opnieuw een bewijs, hoezeer de leden van de Bond Heemschut een taak hebben. Elk lid beschouwe zich als corres pondent en aarzele niet om ons secretariaat zo uit- 2 voerig mogelijk op de hoogte te stellen, telkens als een schending van het monumentenbezit onder zijn aandacht komt. Bij tijdige waarschuwing cn met bruikbare gegevens is het de Bond mogelijk stappen te ondernemen. In verschillende gevallen heeft dit nog tot gunstige resultaten kunnen leiden. De Moriaan in s-Hertogenbosch Het betreurenswaardige raadsbesluit van 's-Hcr- togenbosch om de Moriaan te slopen heeft onze provinciale Commissie voor Stad cn Dorp in Noord-Brabant het initiatief doen nemen tot het organiseren van een bijeenkomst op 23 november 1956 in het gebouw van het Provinciale Genoot schap van Kunsten en Wetenschappen in Noord- Brabant te 's-Hertogenbosch. Als sprekers traden op: de heer M. van de Griendt die de historische betekenis van 's-Hertogenbosch als hoofdstad in verband met zijn monumenten besprak; de archi tect H. W. Valk, die sprak over de betekenis van het monument; en schrijver dezes met als onder werp „Het karakter van de binnenstad", voor zitter was Jhr. mr. E. W. J. van Weede van Dijk veld. De geheel gevulde grote zaal, waar o.m. de burgemeester van 's-Hertogenbosch aanwezig was, gaf blijk van grote instemming met de tendens van deze bijeenkomst: het pleiten voor het behoud van de Moriaan. Dit culmineerde in een, uit en namens de vergadering opgesteld verzoek aan de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap pen om het behoud van de Moriaan te bevorderen. De burgemeester gaf een toelichting op de houding van College en Raad bij wie het economisch belang zwaar woog cn die meenden daaraan de meeste betekenis te moeten hechten. Toch meende dc burgemeester, dat, indien de Minister van O. K. en W. de sloopvergunning zou weigeren en bereid zou zijn medewerking te verlenen aan een restau ratie, dat het gemeentebestuur van 's-Hertogen bosch daaraan loyaal zou medewerken. Een gebaar dat zeer door de vergadering werd gewaardeerd. Het Bestuur van de Bond Heemschut wendde zich tot de Minister van O. K. en W. met een, met redenen omkleed, verzoek om de sloopvergunning niet te verlenen. Woonschepen in de Herengracht In een schrijven aan de bewoners van het eerste deel van de Herengracht in Amsterdam, geven B. W. toe, dat slechts 6 woonschepen uit dc Vlothavcn aldaar een plaats hebben gevonden, de overige liggen er als gevolg van de woningnood. In het gehele antwoord aan de bewoners is geen besef te vinden voor de ontluistering door deze woon- „De Moriaan" aan de Markt te 's-Hertogenbosch (tekening van OltmanSj 1738) 1 U-

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1957 | | pagina 10