Gezicht op de daken van Maastricht Maastricht is een stad die zich uitermate gaarne benaderen laat. Al haar windstreken staan open. Wanneer het U niet zint te lopen of te rijden, kunt U erheen varen. Maar dan moet U de tijd hebben, want de Maas is doorgaans een luie rivier, die zich beweegt met de trage waardigheid van een oude courtisane. Tenslotte kunt U erheen vliegen. Per helicopter en bij voorkeur boven de Maas vanaf de Waalse Cité Ardente: Luik. Dat is niet de minst onthullende benaderingswijze. Voor wie vliegt, opent zich de Maas-vallei in een haast barbaarse schoonheid. De glooiende rechter-oever toont een haast vrouwelijke zachtheid. Op de steile, mannelijke linkerflank wisselt het ruige groen af met de felgele breukvlakken der mergelontginningen. Vanuit de lucht ziet men eerst volkomen hoe organisch de stenen bloem van Maastricht in het landschap staat, op de grauwe stengel der Maas. De Naamse steen en de mergel van Sint Pieter favoriete bouwstoffen horen in de streek thuis. De kern is de oude stad, gebouwd rond het twee-polig centrum van Vrijthof en Markt, waar stadhuis en kerk in balans liggen. Het landschap repeteert zich in de lanen en tuinen van de oudere uitbreiding en in de exuberante parken langs de oude omwalling. De jongste stadswijken kruipen op tegen de heuvelhellingen en liggen als witte kant tegen het veelkleurige groen. Van dit verheven, wentelwiekende standpunt blijkt nog een zeer belangrijke karakteristiek van de landschappelijke periferie. Zij paart namelijk een uitgesproken urbaan karakter aan haar landelijkheid. Want de vele dorpjes hebben nagenoeg alle enige neiging tot stedelijkheid in de elegance van hun plattegrond en de voorname archi tectuur van kerk of herenhuis. Om te resumeren is Maastricht een stad die de burger ongedwongen in contact brengt met het landelijke. Het ras der stedelingen waartoe schrijver dezes zich zonder reserves rekent is van nature huiverig zich zonder meer aan de landelijkheid uit te leveren. Het landschap rond Maastricht nu, biedt de stedeling menigvuldige echo's van de urbaniteit, waaraan hij dermate verknocht is. En daarom niet het minst, acht ik de stad mijner vaderen uitermate ,,wale gheleghen". Bronvermelding van de opgenomen foto's: J. F. W. van Agt te Den Haag, pag. 44 (no 4) F. Lahaye te Maastricht, pag. 42-43-44 (6 en 7)-45(5)-46-47-52 Rijksdienst Monumentenzorg te Den Haag, pag. 44(3)-45(8) W. M. Zilver Rupe te Amsterdam, pag. 38 (links) -41 Layout: Emile Puettmann - Amsterdam Druk: N.V. Van Munster's Drukkerijen - Amsterdam 52

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1956 | | pagina 24