PROF. DR. J. J. M. TIMMERS
Er is geen stad in Nederland waar de oude kerken het stadsbeeld zozeer beheersen als juist Maastricht. Het is in dat
opzicht wel eens, ietwat stoutmoedig en wellicht zelfs chauvinistisch, met Rome vergeleken. Toch is het een feit, dat
geen stad in den lande wat betreft zijn kerken en hun historie tot zover in de grijze Oudheid teruggrijpt als het in zijn
oorsprong Romeinse Trajectus aan de Maas, waar een eerste bisschop stierf en begraven werd Servatius in 384 toen
de Romeinen het castellum aan hun Maasbrug nog bezet hielden. Servatius' graf, buiten de muren der nederzetting, werd
de kern van de kerk, die in de loop der eeuwen zou uitgroeien tot het machtige complex, dat wij thans kennen, terwijl
binnen de muren de bisschopskerk haar plaats kreeg, Sancta Maria Maior (zulks in tegenstelling tot de thans niet meer
bestaande, ten noorden van de brug gelegen Maria Minor of Maria de Luttele, later verbasterd tot Maria in Littore,
Maria ten Oever).
Zodoende gaat de historie van Maastrichts beide hoofdkerken, St. Servaas en O.L. Vrouwe, terug tot in de periode der
Romeinse overheersing.
Over de oudste vorm dezer beide kerken weten wij weinig of niets. Sint Servaas werd bijgezet op de uitgestrekte be
graafplaats, die een flauw hellend terrein innam terzijde van de heerbaan naar Tongeren, en die tot in de Merovingisch-
Frankische tijd en waarschijnlijk nog daarna in gebruik bleef. Misschien is de confessio (grafkamer) onder de kruising
der huidige kerk nog de oorspronkelijke memoria (grafkapel), waarin Servatius werd bijgezet. Een zijner latere opvolgers,
Vrijthof - 1750
I