Corneille F. Janssen DE NEDERLANDSE VLAG Op de algemene ledenvergadering te Zutphen is de vraag gesteld, welke kleuren voor de Neder landse vlag de juiste zijn: het donkere of het lichte rood en blauw. Deze vraag zou vrij eenvoudig te beantwoorden zijn, als men de oorsprong van de vlag kon nagaan. Helemaal zeker is die echter niet, maar er bestaat in heraldische kringen wel een communis opinio over de meest aanvaardbare theorie. De vlaggen behoren tot een, zeer belangrijk, deel van de heraldiek, dat der leuzen. Een leus is niet, zoals men veelal denkt, een soort zinspreuk, maar een embleem, dat naast of zelfs geheel los van een wapen kan bestaan. Overbekend zijn de leuzen van de Soeverein van Groot-Brittannië en Noord-Ierland: de rode roes (voor Engeland), de distel (voor Schotland), de klaver (voor Noord-Ierland), de prei (voor Wales). Bekend zijn ook de drie struisveren met het devies ,,Ich Dien" in een lint er omheen van de prins van Wales. Ook ons land kent zulke leuzen: de Hollandse tuin (een gevlochten, rondlopende omheining met daarbinnen de Hollandse leeuw) als leus van de graven van Holland, de rode mispelbloem van de hertogen van Gelre, en van recenter datum: het ijsvogeltje op zijn nest drijvend op een woelige zee: saevis tranquillus in undis, als leus van de Zwijger, en de afgehouwen boomstam waaruit een nieuwe twijg ontspruit: tandem fit succulus arbor (tenslotte wordt het twijgje een boom) van Prins Maurits. Bekend en op ieder stuivertje te zien is het twijgje met oranjeappels: de leus van het Huis van Oranje. Het stamwapen van het Oranjehuis is; in goud een hoorn van lazuur (blauw) beslagen van zilver (d.w.z. met zilveren banden er om heen en zilveren randen aan mond stuk en beker) en geopend en gesnoerd van keel (hetgeen betekent, dat de inkijk van de beker, dus daar waar men het inwendige van de hoorn ziet, van keel (rood) is en dat er een draagsnoer aan de hoorn bevestigd is, dat dezelfde kleur vertoont). Rood, wit (zilver) en blauw zijn dus de kleuren van de hoorn van Oranje, en rood, wit en blauw zijn de kleuren van de Prinsevlag, die gebruikt werd eerst als leus van de Prins van Oranje, dan als nationaal embleem. Daaruit volgt, dat de vlag helder rood en helder blauw moet zijn, aangezien ook de heraldische kleuren uit praktische over wegingen helder zijn. De heraldiek ontstond nl. toen de helm van de ruiterij een gesloten vorm kreeg: daarmee kwam de behoefte op aan duide lijk sprekende emblemen om vriend en vijand te onderscheiden; heldere kleuren waren nodig om die emblemen al op verre afstand goed te kunnen zien. Bij de vlag geldt dit nog; vooral ter zee. De vlag met de donkere kleuren, die velen prefereren, werkt van enige afstand hetzij als: purper - wit - zwart, of als rood - wit - zwart; dit laatste lijkt veel op het Duitse keizerrijk van 1871: zwart - wit - rood. De Koninklijke Marine heeft daarom terecht steeds de heldere kleuren gebruikt. Deze zienswijze wordt door de Hoge Raad van Adel gedeeld. Dit heraldische adviescollege deelde ons nog mede, dat bij K.B. van 19 februari 1937, No. 93 is bepaald, dat rood, wit en blauw de kleu ren zijn van de vlag van het Koninkrijk der Neder landen; een ontwerp van wet, regelende vorm, model en aard der kleuren werd op 22 mei 1937 aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal aan geboden, doch had 3 jaar later het Staatsblad nog steeds niet bereikt. Na de oorlog werd het inge trokken. Op 22 december 1951 heeft de Minister-President, Minister van Algemene Zaken, daarbij handelend in overeenstemming met het gevoelen van de Raad van Ministers, besloten dat, indien nieuwe Nederlandse vlaggen door de Ministeries en de daaronder ressorterende Rijksdiensten moeten worden aangeschaft, deze dezelfde kleuren rood en blauw zullen dienen te hebben als de vlaggen, welke thans gevoerd worden op Harer Majesteits schepen van oorlog en de walinrichtingen der Koninklijke Marine. Dus: helder rood en blauw! 35

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1956 | | pagina 23