ruimte en met vernuft tot aanvaardbare oplossin
gen voor bewoning kwamen, dan was hier veel
gewonnen en veel ellende in de toekomst bespaard.
Een zodanige taak zou de particulier slechts zelden
op zich kunnen nemen, maar de overheid zou hier
prachtig richtinggevend werk kunnen doen. En
wij bezitten vele oude steden met ruime patriciërs
huizen, die om behoud en een oplossing van dit
vraagstuk smeken. Goed geoutilleerde gemeente
lijke diensten voor de monumentenzorg en behulp
zame en in deze richting geïnstrueerde diensten
voor bouw- en woningtoezicht en parate en met
bevoegdheid beklede schoonheids- en welstands
commissies zouden in onderlinge samenwerking
kunnen bereiken, dat het probleem der cityvor
ming een geheel ander gezicht zou krijgen. Wij
bevelen dit aan in de aandacht van allen, wie dit
aangaat.
Comité De Stad Amsterdam!''
Zoals wij reeds in ons no. oktober-december van
1955 aankondigden, heeft zich in Amsterdam uit
de burgerij een comité gevormd, waarin, naast de
vertegenwoordigers uit de oudheidkundige ver
enigingen, vertegenwoordigers uit handel en in
dustrie hebben zitting genomen. Dit comité is
reeds tot opmerkelijke initiatieven gekomen. Men
kan zich slechts verbazen, dat het Gemeentebe
stuur nog niet met beide handen de kans heeft ge
grepen om deze steun uit de burgerij te begroeten.
Het comité werkt rustig voort, overtuigd als het is
naar een gezond en goed doel te streven, nl. het
zoeken van een synthese tussen het behoud van het
stadsschoon en de eisen van het economische leven.
Het zette zijn actie naar buiten in met een ten
toonstelling „Levend Amsterdam", in de Bijenkorf
te Amsterdam, waarin duidelijk werd aangetoond
welke schoonheid Amsterdam bezit, wat er node
loos verloren ging en welke mogelijkheden er
schuilen. Met een voortreffelijke rede van oud
minister Mr. J. in 't Veld werd de tentoonstelling
ingeleid. Een stroom van bezoekers heeft van deze
expositie kennis genomen en met interesse en
heeft de meningen in beweging gebracht. Stellig
niet ten nadele van wat wij mogen noemen: de
heemschutgedachte. De tentoonstelling is nu.door
Amsterdam aan het reizen; zij werd gehouden in
het Van Nispenhuis en is van 15 maart tot 10 april
in Artis; daarna zal zij gaan naar het Museum van
de Arbeid. Hiermede is voortreffelijk werk verricht,
met overtuigende foto's, duidelijke teksten en een
doelbewuste gedachte in de gehele opzet.
Een ander initiatief van dit actieve comité is de in
het leven roeping van een Maatschappij tot Stads
herstel, die zich ten doel stelt in de binnenstad
huizen aan te kopen, gezond en modern bewoon
baar te maken zonder dat daardoor het stadsbeeld
ontluisterd wordt. Hierover zullen wij later nader
berichten.
De pastorie Mozes- en Aaronkerk
De pastorie van de Mozes- en Aaronkerk te Am
sterdam is een der bewijzen, hoezeer steeds meer
door pers en bevolking wordt meegeleefd om kost
bare historische panden voor ondergang te be
hoeden. „De Telegraaf", een adres uit de burgerij
besprekend, schrijft: „Moge hun aller stem niet
klinken als die van een roepende in de puinwoes-
tijn van een gesloopt cultuurmonument aan het
Waterlooplein." „De Tijd" schrijft: „De willekeur
van de stadsontwikkelaars drijft de burgerij naar
een daad, die in vroeger dagen ondenkbaar was,
maar die nu al verschillende malen de enige red
ding is gebleken voor hen, die in een cultuurcen
trum als de stad Amsterdam iets anders zien dan
een interessant proefobject voor technocratische
chirurgen: een beroep op Den Haag." „Het Vrije
Volk" noemt de ongerustheid van de burgerij be
grijpelijk en voegt er aan toe: „In dit geval zou
het dus bijzonder jammer zijn als de Mozes- en
Aaronkerk de pastorie zou verliezen, daar dan
dit monument niet meer volledig zou zijn". Het
zijn enkele, maar veelzeggende voorbeelden.
Alarm in Amsterdam
Tegelijk met de hiervoor genoemde tentoonstelling
„Levend Amsterdam" verscheen een boek onder de
titel „Alarm in Amsterdam", of het lot der oude
binnensteden. Het werd samengesteld onder re
dactie van G. Brinkgreve en uitgegeven bij Else
vier. Het werd een uitvoerig geïllustreerd en van
toelichtende kaarten voorziene uitgave over de
problemen van de binnensteden, die van Amster
dam in het bijzonder. Dat een fervent tegenstan
der als R. Blijstra in „Het Vrije Volk" zijn be
zwaren uit (hij spreekt zelfs van relletjesjournalis-
tiek) doch er aan toevoegt: maar als geheel
geeft dit werk een vrij behoorlijk overzicht van
een aantal urgente problemen", moge veelzeggend
zijn, evenals een andere conclusie van deze schrij
ver„Nogmaals: er staan behartigenswaardige wen
ken in dit boek. Het probleem Utrechtsestraat, een
van de mooiste aanloopstraten naar het centrum,
het slopen van de slechte bebouwing tussen Singel
gracht, Weteringschans en Lijnbaansgracht, de
doorbraken van de Jordaan naar de binnenstad,
de ontluistering door de verbreding van de Bakker
straat, dit zijn allemaal punten, die nog wel eens
nader bekeken mogen worden."
In het boek werd o.m. het volledige adres van de
22