Openingswoord van de voorzitter
op de Algemene Ledenvergadering te Pputphen
Dames en Heren, Vrienden van Heemschut!
Wederom zijn wij op de eerste vrijdag van septem
ber in vergadering bijeen. Uit alle delen van het
land bent u hierheen gekomen om in een kring van
gelijk gezinden te Overleggen wat voor de schoon
heid van ons land gedaan moet worden en.te ver
nemen wat Heemschut deed voor de behartiging
van de haar toevertrouwde belangen.
Van harte heet ik u welkom. Uw aanwezigheid is
er opnieuw het bewijs van, dat uw belangstelling
voor Heemschut onverflauwd is. Wij weten overal
in het land goede vrienden te hebben, die moreel
en materieel ons;steunen en helpen. Ware dit niet
zo: Heemschufs stem zou in de ruimte verklinken
bij gemis aan een klankbord.
Een bijzonder woord van welkom richt ik tot U,
Burgemeester van Zutphen. Niet alleen door uw
ontvangst in de fraaie butgerzaal en door uw aan
wezigheid hier, maar evenzeer door het werk van
alle dag, dat door u in deze interessante en mooie
stad verricht wordt, toont U zich een ware Heem
schutter te zijn.
Wederom mogen wij ons verheugen over de aanwe
zigheid van de vertegenwoordigers van de Minis
ter van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen.
Van harte heet ik Mr. Hotke, Hoofd van het Bu
reau Monumentenzorg hier welkom. Het begrip,
dat wij steeds bij U aantreffen, hulp en de voor
lichting die wij telkens bij U mogen ontvangen, zijn
voor ons van grote betekenis.
Dan is er nog iemand in ons midden die ik speciaal
noemen wil: onze oud-voorzitter Dr. Bierens de
Haan. Het zal voor hem een vreemde gewaar
wording zijn om na zovele jaren de leiding van
onze vergadering gehad te hebben thans op een
rustiger plaats de werkzaamheden te volgen. Gaar
ne maak ik van deze gelegenheid gebruik de heer
Bierens de Haan nog eens onze grote dank te be
tuigen voor het vele werk, dat door hem ook in de
moeilijke oorlogsjaren verricht is. Heemschut is
hem veel verplicht.
Het was de uitdrukkelijke wens van onze oud
voorzitter om deze vergadering zonder officiële
verplichtingen bij te wonen. Wij hebben gemeend
het aan Dr. Bierens de Haan verplicht te zijn deze
wens te respecteren. Gelukkig blijft hij nog als lid
van het Algemene Bestuur aan Heemschut ver
bonden.
In het afgelopen jaar ontvielen ons door overlijden
drie van de actiefste leden van het Algemene
Bestuur, ware vrienden van Heemschut. Ir. J. F.
van Hoytema, die ook als voorzitter van Be Cen
trale Commissie Stad en Dorp, met veel tact en
opoffering van tijd, in het bijzonder zijn aan,da<-ht
wijdde aan de Provinciale commissies. Het slagen
van het systeem van deze commissie is voor een
groot deel te danken aan de zorgen van Ir. van
Hoytema. De heer N. Ottema, die de Heemschut
serie verrijkt heeft met een deel over het Kunst
ambacht en de Volkskunst in Friesland was een
waardig en kundig vertegenwoordiger uit Fries
land, die wij node in ons Bestuur zullen moéten
missen.
Enkele weken voor deze vergadering werden wij
opgeschrikt door het plotseling overlijden van de
heer A. Oosterlee, voorzitter van de Commissie.
Heemschut en de Jeugd. Hij werd midden uit zijn
werk weggeroepen, juist toen hij ons wat van zijn
plannen met de Commissie had medegedeeld.
Wij bewaren aan zijn vriendelijke en zuivere per
soonlijkheid de beste herinnering.
Mogen zij in vrede rusten.
Onze aandacht werd wederom vele malen gevraagd
waar, door de dynamiek van onze tijd, aan
tasting van bestaande schoonheid dreigde. Ge
wijzigde economische en sociale omstandigheden
veranderen voortdurend het gezicht van óns land,
zowel van de bebouwde kernen als daar buiten.
Deze verandering gaat helaas niet altijd met het
scheppen van nieuwe schoonheid gepaard. In
tegendeel, wij hebben de laatste anderhalve eeuw
roofbouw op het bestaande schoon gepleegd en
daardoor hier veel van ingeteerd. Schoonheid wordt
te dikwijls als een luxe beschouwd. Men is bereid
haar te dienen, indien dit bij de oplossing van zich
voordoende vraagstukken zonder moeilijkheden
of extra inspanning mogelijk is.
Maar indien een conflict tussen haar en bepaalde
belangen zich voordoet of zou kunnen ontstaan,
wordt haar te dikwijls, soms met de nodige plicht
plegingen vanwege haar relaties, de deur gewezen.
Hier in Zutphen mag ik zeker wel eèn brochure
van het Wijnhuisfonds aanhalen, waarin staat:
„Schoonheid is een der grootste waarden in
het leven". Maar dan is het ook de moeite
waard er voor te vechten, om te voorkomen dat een
gedeelte van de persoonlijkheid van ons volk ver-
94