door worden bevorderd. Er kan dan ook geen twijfel aan bestaan, dat de functie van Amsterdam als cultureel cen trum van Nederland in zeer belangrijke mate kan worden gestimuleerd door herstel van de binnenstad. Men zou een zodanig proces culturele city-vormingkunnen noemen. 5 Het verkeer Een vooruitstrevende oplossing van het verkeer in de binnen stad vereist voorzieningen ten aanzien van het wegennet, het gebruik van particuliere vervoermiddelen en de in richting van het openbare vervoer. a. Het wegennet De zuidelijke tunnelmonding zal verbreding van de Wees- perstraat noodzakelijk maken. Het is wenselijk, het tracé van de toevoerwegen zo in te richten, dat het tunnelverkeer zich zo veel mogelijk zal spreiden over de basisweg en, via de Weesper straat, over de dubbele buitenring, teneinde te grote belasting van de overige straten te voorkomen. Voor het overige zal principieel van het maken van door braken moeten worden afgezien aangezien deze op den duur toch geen oplossing bieden, en zal gestreefd moeten worden naar een zo efficiënt mogelijk gebruik en indeling van het bestaande wegennet. Urgent is de completering van het stelsel van verkeerswegen rondom de oude stad: de in 1931 geprojecteerde dubbele buitenring en basisweg. Een belangrijke schakel vormt de gtprojecteerde Amstelbrug tussen de Stadhouderskade en de Mauritsstraat. Overwogen zou kunnen worden, door toepassing van het éénrichtingvèrkeer, en wellicht ook uitbreiding van het Kalverstraat-systeemtot grotere gebieden, het verkeer in de binnenstad zuiver te beperken tot het op dat stadsdeel gerichte verkeer, en het overige verkeer te verwijzen naar de ring- en basiswegen. b. Het gebruik van particuliere vervoermiddelen en Het parkeren. De tijd, dat de personenauto's zichzelf in de binnenstad min of meer onmogelijk zal maken komt volgens ver schillende deskundigen onafwendbaar en snel naderbij. Er zal daarom moeten worden gestreefd naar het opvangen van dit verkeer aan de dubbele buitenring, zodat tevens het wegennet van de binnenstad zoveel mogelijk wordt vrijgehouden voor meer efficiënte vormen van vervoer. Par keer- en rijbeperking in de binnenstad en ruime parkeer garages op goed gekozen punten langs de buitenring zijn daartoe nodig. Maatregelen dienen overwogen te worden, die het gebruik van de waterwegen voor zwaar, en zo veel mogelijk ook voor licht vervoer zullen bevorderen. De cifmetingen en het gewicht van in de binnenstad toe te laten vrachtauto's Zullen mede moeten worden beperkt. Stations voor het overladen van grote vrachtwagens in schepen en in klei nere vrachtauto's dienen te worden ingericht. Bijzondere aandacht ware te schenken aan de verzorging van niet alleen een „pedestrian-network"een goed gekozen sy steem van rustige verbindingen voor de voetganger, maar tevens aan soortgelijke faciliteiten voor wielrijders, even tueel in combinatie met de vorige. c. Het openbaar vervoer De taak van het openbaar vervoer, zal omvangrijker wor den. Men zou zich bij een oplossing kunnen laten inspi reren door het Romeinse systeem, dat de volgende elemen ten omvat: een kringlijn door de 19de-eeuwse wijken, de „circolare esterna", die op verschillende punten raakt aan een kringlijn, die de grote pleinen aan de rand van de binnenstad verbindt, de „circolare interna". Op deze grote pleinen komen de tramlijnen uit de buitenwijken samen; van daar uit zijn met bussen alle delen van de binnenstad bereikbaar. Door zijn efficiënte opzet en hoge frequentie voldoet dit systeem, ondanks slecht materieel, uitstekend. Onderzocht zou kunnen worden, of tweedeksbussen een op lossing bieden. Bussen van het Londense type zijn door huri kleine grondvlak zeer beweeglijk in het verkeer en vervoeren niettemin 61 personen, waarvan slechts 5 op staanplaatsen. Nagegaan zou kunnen worden of voor personenvervoer te water een aanvullende taak zou kunnen zijn weggelegd. De recreatieve aantrekkelijkheid van verbindingen te water zou het gebruik van een zodanig vervoermiddel gunstig kunnen beinvloeden. Tenslotte zou aan het taxibedrijf een belangrijke rol kunnen worden toebedeeld in het vervoer van bezoekers naar en van de in de binnenstad gevestigde representatieve kantoren. Onze besturen hebben gepoogd in deze beschouwing hun visie op de problemen die de Amsterdamse binnenstad stelt te formuleren; zij hopen hiermede een positieve bijdrage te hebben geleverd tot de oplossing van het beklemmende vraagstuk, hoe de bloei van onze hoofdstad niet alleen als economisch, maar ook als cultureel centrum van Nederland, en niet in de laatste plaats als in de wereld uniek cultuur monument, kan worden behouden en vergroot. Amsterdam, Augustus 1955 Kort adres inzake de Nota de Binnenstad van B. en W., gezonden aan de Gemeenteraad van Amsterdam, door de vier samenwerkende verenigingen. De besturen van het Koninklijk Oudheidkundige Genootschap, het Genootschap Amstelodamum, de Bond Heemschut en de Vereniging „Hendrick 89 •k

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1955 | | pagina 45