zoals bedrijfsgebouwenparkeergarages en hedendaagse
woonvormenmet vrucht kunnen worden geïntroduceerd.
Bepaaldemeer representatieve bestemmingen, die in de
binnenstad door hun afmetingen niet zouden passen, kun
nen als stedebouwkundige accenten in deze wijken worden
ingepast. Ruime verkeersfaciliteiten kunnen worden aan
gebracht. De Wibautstraat geeft reeds thans een indruk,
hoe hier een imposant en levendig, modern stadsdeel zou
kunnen ontstaan dat zou kunnen getuigen in moderne taal
van de herleefde bloei van onze stad.
Een dergelijk project is een werk van toch altijd nog vrij
lange adem. De tijd dat de woningnood nog. heerst kan
echter worden besteed aan het voorbereiden en ontwerpen
van zodanige plannen.
Gestreefd zou kunnen worden naar in étappes uitvoerbare
projecten, waardoor kan worden bereikt, dat bestemmingen
die in de binnenstad geen plaats meer vinden, zo spoedig
mogelijk kunnen worden ondergebracht.
c. Uitvoering
Nu de uitbreidingsplannen en hun verwezenlijking vrijwel
alle aandacht van de Afdeling Stadsontwikkeling op
eisen, zou voorbereiding van deze plannen, welke als zeer
urgent is te beschouwen, het best kunnen geschieden in
samenwerking met particuliere stedebouwkundigen. Voor
al het maken van een plan voor een modern city gebied tus
sen Wibautstraat en Boerenwetering („De Pijp") achten
wij zeer urgent, fou het geen aantrekkelijk object kunnen
zijn voor een meervoudige opdracht?
Tevens zou kunnen worden nagegaan welke lacunes de
bestaande stedebouwkundige wetgeving vertoont, teneinde
tijdig op aanvulling te kunnen aandringen.
3 Het bedrijfsleven
Een belangrijk deel van de in de binnenstad gevestigde
bedrijven waaronder gemakshalve ook kantoren worden
verstaan) kan in de binnenstad zijn vleugels slechts uit
slaan door het plegen van roofbouw op de oude stad. Hier
onder zijn te rekenen het dichtbouwen van binnenterreinen,
het uithollen van de oude bebouwing, en het verhogen van
de bebouwing door toevoeging van verdiepingen.
Een voor het bedrijf bevredigende oplossing wordt op deze
wijze zelden bereikt.
Men mag aannemen, dat een belangrijk deel van deze
bedrijven gaarne de gelegenheid zal aangrijpen een modern
gebouw met voldoende uitbreidingsmogelijkheden in een
gunstig gelegen wijk te stichten, ook al gaat daarmede
overplaatsing gepaard. Het beschikbaar komen van zulke
terreinen is daarom als een urgente voorziening te be
schouwen. De verplaatsing kan worden gestimuleerd door
het geven van subsidies en door het treffen van maatregelen
ter voorkoming van verdere „roofbouw" op de binnenstad.
Het stadium, waarop de expansie van een bedrijf tot over
plaatsing noopt zal dan eerder worden bereikt, en al te
grote schade aan de structuur van de binnenstad worden voor
komen. Hierdoor zal op natuurlijke wijze een zekere se
lectie tot stand komen tussen bedrijven die in de binnenstad
al of niet passen. Een strenge toepassing van de Hinderwet
zou mede dienstbaar kunnen worden gemaakt aan het
streven tot verwijdering van storende bedrijven.
Niet alle bedrijven, die in de binnenstad geweerd zouden
moeten worden, komen in aanmerking voor een plaats in te
saneren 19de-eeuwse wijken. Bedrijven die veel verkeer aan
trekken een grote omvang bezitten, of door hoge personeels
bezetting het wegennet van de binnenstad op de spitsuren
te zwaar belasten, zullen in een nieuwe cityop hun
plaats zijn, bedrijven die hinder veroorzaken door geuren,
geluiden of verontreiniging van de openbare weg, niet.
Voor zover deze laatste categorie een min of meer centrale
ligging behoeft, zou wellicht kunnen worden gedacht aan
een oplossing in de geest van het in het Algemeen Uitbrei
dingsplan 1934 opgenomen Basiskanaal, dat een ligging
dichtbij de binnenstad en aan vaarwater combineerde met
goede weg- en spoorwegaansluitingen.
Het accent zou daarbij van de entrepotfunctie moeten
worden verschoven naar de industrie.
4 Cultureel leven
Dat de binnenstad een bij uitstek stimulerend milieu
is voor de activiteiten van kunstenaars en beoefenaars van
het kunstambacht is een onomstreden feit. Dat Amster
dam een zeer hoog percentage van het kunstbeoefenend volks
deel van Nederland herbergt eveneens. Bij herstel van de
binnenstad zal zich de gelegenheid voordoen, deze vrijwel
vergeten categorie te verlossen van een chronisch tekort aan
geschikte atelierruimte met aansluitende woongelegenheid.
De levendigheid en aantrekkelijkheid van de binnenstad zou
daarmede tevens worden gediend.
Tal van grote grachtenhuizen zouden onderdak kunnen
verlenen aan culturele instellingen, die zich thans vaak met
veel te beperkte, ongeschikte of ongunstig gelegen ruimten
moeten behelpen. Ook kleinere musea zouden er een pas
sende huisvesting kunnen vinden. Wij denken hier aan in
stellingen als de Muziekbibliotheek, het Vondelmuseum,
het Multatulimuseum, het Toneelmuseum, het Museum
voor Tijdmeetkunde, het Joodsch Historisch Museum enz.
Het rapport van de „Commissie Bestemming Synagogen"
heeft ten deze reeds aantrekkelijke voorstellen gedaan, die
door onze Besturen ten zeerste worden gewaardeerd, fij
zouden als een belangrijke eerste stap in deze richting
kunnen worden beschouwd.
Een kwalitatief en kwantitatief beter bewoonde binnen
stad zou de verlaten kerken wellicht ten dele haar gods
dienstige functie kunnen hergeven en bovendien haar ge
bruik voor concerten kunnen stimuleren; thans liggen zij te
afzijdig om veel publiek te trekken. Het onderhoud van
deze gebouwen, een zware last voor de eigenaren, zou er
88