1 Herstel en vernieuwing der bebouwing In het algemeen kan gelden, dat het verlies vooral ook in de laatste decenniën aan oude bebouwing tot grote zuinig heid noopt met hetgeen ons nog rest. Vernieuwing zal zich dan ook vooral dienen te richten op vervanging van de snel verouderende 19de-eeuwse panden in de binnenstad. a. Herstel Het werk van het Gemeentelijk Monumentenbureau opent een verheugend perspectief. Het tempo waarin dit bureau thans werken kan zou echter versneld moeten worden, wil men de zeer aanzienlijke achterstand die op dit terrein bestaat, werkelijk binnen redelijke tijd hebben ingehaald. Maatregelen tot vergroting van de armslag van dit bureau dienen op korte termijn te worden getroffen. Daarnaast ware een regeling te treffen, teneinde te rigou reuze toepassing der bouwverordening bij herstel van oude bebouwing te voorkomen. Wat de aan de constructie te stellen eisen betreft, gaan deze voorschriften niet zelden te zeer uit van de hedendaagse methoden; het zou wenselijk zijn er rekening mede te houden dat andere constructiewij zen," met name die van de oude bebouwing, uit een oogpunt van soliditeit niet verwerpelijk behoeven te zijn. Voorts ware te bedenken, dat de eisen, die uit een oogpunt van bewoonbaarheid worden gesteld, niet altijd even ge lukkig zijn geformuleerd. Aan bepaalde minimum-maten kan in oude bebouwing niet steeds worden voldaan. Het zou echter te ver gaan, daaruit tot onbruikbaarheid voor bewoning te concluderen; daarentegen dient te worden na gegaan van geval tot geval, welke oplossing kan worden gevonden, om toch tot een verantwoorde perceelsindeling te komen. Daarbij is het hanteren van bepaalde minimum- maten minder van belang, en komt het aan op een goed gevoel voor de architectonische mogelijkheden van het be trokkenperceel. Men zou daarom kunnen overwegen, het ge bied van de oude stad af te splitsen en het bouw- en wo ningtoezicht in dit gebied in handen van enkele inspecteurs te leggen die zich op de hier geldende vraagstukken kunnen specialiseren. Een nauwe samenwerking met het Monu mentenbureau zou wenselijk zijn. Men zou voorts kunnen pogen, bredere kringen van architecten met de onderhavige materie vertrouwd te maken door het uitschrijven van studie-prijsvragen voor het herstel en de herinrichting van oude bebouwing. b. Vernieuwing De merkwaardige eenheid die het Amsterdamse stads beeld in zijn gave gedeelten nog vertoont, ondanks het feit, dat men er veelal gebouwen uit de i7de en de 18.de eeuw bijeen vindt is te danken aan een sterke traditie, die het bouwen gedurende die eeuwen heeft beheerst. Daardoor is de algemene opzet en de indeling der gevels naar vrijwel onveranderde principes geschied, terwijl slechts de ver- sieringstrant zich wijzigde. Van bepaalde zijde wordt wel eens het tegendeel betoogd, waarbij men stelt, dat ook in vroeger eeuwen vrijmoedig" en eigentijdswerd gebouwd. Terecht heeft de Nota tegen deze opvatting stelling genomen. Bij vernieuwing in de binnenstad ware er dan ook van uit te gaan, dat deze traditie wederom zo veel mogelijk in acht wordt genomen. Het bestaan van een Commissie voor de Oude Stad is hiervoor blijkbaar onvoldoende waarborg. De vraag rijst of door verandering van haar samen stelling, en beperking van haar taak tot de binnenstad geen betere resultaten kunnen worden bereikt. Voorts zou het wenselijk zijn, aan deze commissie een klein bureau te verbinden, dat op de uitvoering van goedgekeurde ont werpen toezicht houdt: het is herhaaldelijk gebleken dat ont werpen die de toets der critiek redelijk konden doorstaan, bij de uitvoering door een ongelukkige détaillering toch nog tot een ontsiering voor hun omgeving zijn geworden. 2. Sanering Sanering van de binnenstad is niet los te zien van een sa nering van de wijken er om heen. Voor vele bestemmingen die de binnenstad schade toebrengen en op hun beurt weer van de onvoldoende accomodatie in de binnenstad schade lijden, zal in de 19de-eeuwse wijken ruimte gemaakt moeten worden. a. Sanering van de binnenstad „Nieuwe elementen, zoals bedrijfsgebouwen, parkeer garages en hedendaagse woonvormenin de zin van 3, alinea 12 van de Nota zijn, gelijk wij reeds hebben be toogd, in de binnenstad niet toelaatbaar. Het stedebouw kundig herstel zal daar moeten uitgaan van het individuele pand, en de verbetering van zijn situatie en gebruiksmo gelijkheden. Hieronder vallen het ontpitten„auskernen"van bouwblokken, het waar nodig weer instellen, en in ieder geval onverkort handhaven van achtergevelrooilijnen, en het overplaatsen van hinderlijke bedrijven. Ifoveel moge lijk zou kunnen worden gestreef d naar het herstel van blok ken of wijken in hun geheel, daar hierdoor de waardever meerdering die door herstel der individuele panden ont staat, ten volle kan worden gerealiseerd. Studie van de plannen van Maastricht, en de voorooorlogse saneringen van o.a. Keulen en Neurenberg is daarbij van belang. b. Sanering van de 19de-eeuwse wijken De stede bouw kundige situatie van de 19 de-eeuwse wijken rondom de binnenstad is, met uitzondering van het Mu seumkwartier, van den aanvang af slecht geweest. Ook constructief bieden deze wijken weinig goeds. Vrijwel algehele vernieuwing zul derhalve binnen afzienbare tijd aan de orde moeten komen. Hier zullen nieuwe elementen, 87

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1955 | | pagina 43