i zijds door de vaak grote om vang van de vervoermiddelen, anderzijds door het laden en lossen; voorts kan dit zware vrachtverkeer funeste ge volgen hebben voor de oude gebouwen. e. De 26. Het parkeerprobleem is een vari de meest benauwende vraagstukken van de grote ste den. De toeneming van het aantal personenauto's heeft tot gevolg een sterke stijging van het woon-werk-verkeer per auto. Reeds thans wordt de klacht vernomen, dat in het begin van de ochtend alle beschikbare parkeerplaatsen door deze auto's voor de duur- van de hele dag worden bezet en de later arriverende zaken doende automobilist en niet of slechts met veel moeite en tijdverlies op een redelijke afstand van hun bestemming hun auto kunnen plaat sen. Ook in Amsterdam doet dit bezwaar zich in toenemende mate gevoelen. 27. Voor de oplossing van het parkeerprobleem in de binnenstad bestaan geen afdoende middelen. Er is nl. een toenemende dispari teit tussen de groei van het aantal personen auto's en de parkeerrruimte, die in het centrum van de stad geschapen kan worden. Slechts in zeer beperkte mate zal het mogelijk zijn op straten en pleinen in de binnenstad ruimte te maken voor parkerende auto's, wil men niet het stedebouwkundige monument, dat Amster dam is, op ontoelaatbare wijze aantasten. De maatregelen, die genomen zullen moeten worden om aan de bezwaren tegemoet te komen, zullen van andere aard moeten zijn, zoals hierna zal worden uiteengezet. 28. Kort samengevat komen de problemen, waarvoor Amsterdam ten aanzien van zijn binnenstad is gesteld, op het volgende neer. De moderne ontwikkeling van productie en vervoer heeft tot gevolg, dat de intensiteit van 25. De vernielende werking van de onophoudelijke trilling op de constructie van bouwmuren en funderingen mag voorts met zekerheid aangenomen worden zie publi catie van Ir. R. Meischke in „Werk in Uitvoering van Juni 1955). De hier sub. d genoemde feiten en overwegingen aan gaande het verkeer versterken verder de strekking van hetgeen sub. b over schoonheid en karakter en sub. c over city-vorming geconcludeerd werd: Dat namelijk de meest recente ontwikkeling van het verkeer en het economische leven een splitsing van city-functies vraagt in elementen hoofdzakelijk op voetgangers en wielrijders afgestemd, en elementen die in hoofdzaak met autoverkeer gebaat zijn. Een moderne city als Rotterdam legt beide gebieden nog zeer dicht tegen elkaar aan, hetgeen thans reeds tot bezwaren gaat leiden; in Amsterdam zou, afgezien van deze Rotter damse ervaring, een situering van de auto-cityin de oude stad mede een vernietiging van de schone stads kern tot gevolg hebben. 27. Dit geldt wanneer men het probleem niet onder scheidt in parkeerbehoefte en parkeervoorziening, doch alleen denkt aan de voorziening. „Afdoende middelenkunnen slechts worden gezocht door ten aanzien van de verwekkers van parkeerbehoefte in-de binnenstad regelend op te treden. 28. Deze samenvatting is in zoverre onvolledig dat de tendentie naar verdere city-vorming en industriali satie in de hand wordt gewerkt door het ontbreken van gunstige mogelijkheden tot bedrijfsvestiging onmid dellijk buiten de oude stad, en dat de tendentie tot decentralisatie, tot city-spreiding, waarvan sub. d en e enkele oorzaken genoemd zijn, hier niet worden vermeld. Deze samenvatting zou kunnen gelden voor de situatie vóór 1940, niet voor de huidige. 69 Wie zal zich' moeten aanpassen, de stad of het verkeer? foto W. M. Zilver itupo

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1955 | | pagina 25