M UI lutlljll jriu
f. «- >-#0
Pftund
van geschikte terreinen voor de vestiging of
uitbreiding van dergelijke instellingen is in de
binnenstad zeer moeilijk, omdat hiervoor
meestal omvangrijke slopingen moeten plaats
vinden. Soms stuit men bovendien op het be
zwaar, dat als monument aangemerkte ge
bouwen opgeofferd of verbouwd moeten wor
den, hetgeen in vele gevallen leidt tot een
aantasting van het karakter van de oude stad.
13. Een bijzonder gevolg van de city vorming is
het toenemend gebruik van fraaie grachten
huizen en andere huizen in de binnenstad voor
doeleinden, die met de aard van het gebouw
niet in overeenstemming zijn, zoals de vesti
ging van een tak van nijverheid, of een gebruik
als garage. Hierdoor worden oude gevels ge
degradeerd tot fa^aden, welke eeri fabriek of
een ander niet met het uiterlijk in overeen
stemming zijnd gebruik camoufleren en aldus
van het wezen van het oorspronkelijke gebouw
slechts een misleidende herinnering achter
laten.
14. Dit is naast andere punten terecht een van de
ernstige zorgen van de Bond van Heemschut,
die dit in het hierbij overgelegde adres aan ons
College van 25 Januari 1954 tot uitdrukking
beter bewoonde binnenstad zou kenmerken.
Indien als monument aan te merken gebouwen voor
zodanige instellingen zijn opgeofferd, is nog steeds
sprake geweest van aantasting van het karakter van
de oude stad.
17. zie ook 5 onzer slotbeschouwing.
18. Hiermede verbindt zich de vraag: Is elke soort
in iedere straat en in elke omvang toe te laten? M.a.w.
is het niet rechtvaardig en ook verkeerstechnisch doel
treffend, een grotere mate van beperking en differen
tiatie in het weggebruik in de binnenstad in te voeren?
heeft gebracht.
15. Voorts brengt de cityvorming mede een inten
sivering van het gebruik van de binnenstad als
gevolg van de toeneming van het vloeropper
vlak door hogere en dichtere bebouwing,
o.a. door het bebouwen van binnenterreinen;
zulks biedt gelegenheid tot meer bedrijvig
heid op hetzelfde grondstuk dan vroeger.
Zulk een intensivering heeft weer tot gevolg
meer verkeer en meer parkeerbehoefte in een
reeds zwaar, zo niet overbelaste binnenstad.
16. De vraagstukken van de cityvorming zijn,
zoals uit het voorgaande blijkt, nauw ver
weven met het economische leven van de stad.
Zij vragen een behandeling en oplossingen,
welke hiermede terdege rekening houden.
d. Het verkeer.
17. Naarmate de stad groeit, ontstaan er meer
verkeersrelaties tussen de stadsuitbreidingen
en de binnenstad. De bevolkingsaanwas en de
economische ontwikkeling van het land heb
ben een toenemend verkeer van buitenaf op
Amsterdam tot gevolg, dat voor een groot deel
op de binnenstad is gericht. Voorts werkt de
verbetering van de verkeersmiddelen zelf
verkeerscheppend; mede hierdoor valt een
belangrijke toeneming, vooral van het gemo
toriseerde verkeer, waar te nemen.
18. Ook de evolutie van de verkeersmiddelen
stelt nieuwe eisen. Er heeft een toenemende
differentiatie plaats in aard, omvang en snel
heid. Zo zien wij in onze straten zowel fietsen
en vrachtauto's als personenauto's, tramstél
len, opleggers en bussen. Hiernaast verwerven
thans bromfiets en scooter een toenemende
populariteit. Elk soort voertuig verlangt
een eigen plaats op de weg.
67
I Bffl BIB BIB BBB BBBf' B.&Ï&
■b np ■■■^■■■■.ip;b1eii
BB BBB BBB BBB 'bBBJI jfgB
i B.PB, ■p.Bffi^PM
De Herengracht bij de Utrechtsestraat thans: cityvorming, opoffering van monumenten voor grote gebouwen, verstoring der harmonie