I bolwerkgordelvele bedrijfsgebouwen in de oude stad tonen het aan. Amsterdam stond ineens, onverwacht, bijna hunkerend voor het verschijnsel dat in de 19de eeuw het aanzien van alle grote steden gewijzigd heeft; snelle, ordeloze groei aan de buitenkant en cityvorming in het hart. De city, geboren in Londen, de stad van de Forsyte Saga, kan gelden als de stedebouwkundige expressie der 19de- eeuwse economie. Bepalende factoren zijn de beurs, het station, en het post- en telegraafkantoor. Het is de stad van hoge hoeden en bankgebouwen, van ejfectenkantoren, dure winkelstraten en kranten, maar ook van het amuse mentsbedrijf de café-chantants en de prostitutie. Vrijwel overal heeft de cityvorming de oude stadskernen, op een enkel monument na, fijngemalen tot een uniforme massa van grote grauwe steenklompen. Maar Amsterdam, sterk in zijn prachtige organische structuur, bood weer stand. De cityvorming is beperkt gebleven tot een betrek kelijk klein gedeelte van de binnenstad, ten dele heeft zij zich aangepast aan de Amsterdamse verhoudingen en daar een nieuw accent aan toegevoegd, minder nobel en fraai, maar levendig en gezellig (Kalverstraat en Leidsestraat) Toch was ook in Amsterdam de schade groot, nodeloos groot omdat wat er verloren ging zo kostbaar was. Ook hier zette een proces van ontvolking in en concentreerde zich het bedrijfsleven in de oude stad. Ook hier verrezen de grote kantoorgebouwen, de fijne harmonische ge leding der woonhuizen ruw verstorend. De vele open ruimte die voor recreatie en voor de toetreding van licht en lucht noodza kelijk was, werd weggevreten. Het ging economisch bergop, stedebouwkundig en architectonisch bergaf in het Amsterdam van de periode 18801914. In de tijd tussen beide wereldoorlogen toon den zich, eerst ongemerkt, later met zorg gadegeslagen, de eerste tekenen van een kentering. De amusementscentra gingen achteruit, de nieuwe buitenwijken kregen eigen bioscopen en café's. Ook de gewone verzorgende winkels verspreidden zich. Het was niet meer nodig voor alles ,,naar de stad" te gaan. Nieuwe communicatiemidde len deden hun intrede, de telefoon en ten slotte de auto. De mensheid handelt als 'regel sneller dan zij denkt. Het kost moeite om zich los te maken van begrippen en situaties waarin men is opgegroeid. Tot lang na de tweede wereldoorlog duurde het, voordat men ging inzien dat de enorme, onvoorziene groei van het autoverkeer niet alleen bepaalde wegenschema's maar de gehele vaste verhouding van in de binnenstad werken en in de buitenwijken wonen, op losse schroeven gezet heeft. Het gaat zo niet langer, dit is duidelijk. Er moet een verandering komen. De ver keersstroom van 1930 kon nog via de verminkende dem pingen en doorbraken verwerkt worden. Voor de verkeers stroom van 1970 (naar officiële schatting 2\ maal zo groot als in 1954) zijn wegen als de Nieuwe Rijks weg naar Utrecht net voldoende. En dat in die zelfde bin nenstad van Amsterdamwaar de koetsen en kalessen verboden waren Thans blijkt het een geluk, een onvoorzien en onverhoopt geluk, dat het oude Amsterdam nog in zo grote mate de huidige binnenstad bepaalt in structuur en bebouwing. Daardoor heeft Amsterdam, als enige grote stad ter we reld, de kans om de crisis der cityvorming te doen verkeren in een herstel en vernieuwing van zijn oorspronkelijke schoonheid, gericht op de behoefte van de toekomsten niet meer opgeofferd aan een vervormings- en vernielings proces dat in de vorige eeuw onvermijdelijk scheen maar nu nutteloos is geworden. Dat is de historische betekenis van het huidige moment. 59 Détail van het profiel van Amsterdam van Blaeu uit 1606.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1955 | | pagina 15