door inschrijving in een internationaal register, dat berust bij de Directeur-Generaal van UNESCO. Wanneer een verdragspartij opneming in het re gister van zich op haar grondgebied bevindende bergplaatsen voor kunstschatten of monumenten verzoekt, kan elke andere partij zich daartegen verzetten. Wordt geen overeenstemming bereikt, dan wordt het geschil via de weg van arbritrage geregeld. Als uiterlijk kenteken zijn de culturele goederen onder speciale bescherming voorzien van driemaal het blauw-witte schild, dat ook geldt als aandui ding voor de algemene bescherming. De Conventie bevat voorts een bepaling, dat in geval van een bezetting, de bezettende mogend heid de bevoegde autoriteiten van het bezette land zo veel mogelijk moet helpen en steunen bij de bescherming van de kunstschatten van dat land. Dit'betekent, dat de bezetter materiaal en arbeidskrachten beschikbaar moet stellen en dat hij, indien nodig, zelf de vereiste werkzaamheden moet doen uitvoeren. Tenslotte schrijft de Conventie nog voor, dat de verdragspartijen in hun nationale wetgeving strafbepalingen moeten opnemen jegens hen, die inbreuk op de Conventie hebben gemaakt of het bevel daartoe hebben gegeven. Het Reglement geeft bepalingen voor de uitvoe ring van de Conventie en de verdere regelingen, welke uit het verdrag voortvloeien. Zo regelt het o.a. de controle op de naleving en de mogelijkheid, dat geïmproviseerde bergplaatsen van kunst schatten, die dus niet zijn ingeschreven in het internationale register, alsnog onder speciale be scherming gesteld worden. De controle wordt uit geoefend door een Commissaris-Generaal, door de oorlogvoerende partijen te kiezen uit een van te voren opgemaakte lijst van daarvoor in aanmer king komende personen. Mocht tussen partijen geen overeenstemming bereikt kunnen worden, dan geschiedt de aanwijzing van de Commissaris- Generaal door de President van het Internatio nale Gerechtshof. De Conferentie heeft voorts vastgesteld een Proto col, dat zich bezighoudt met het wegvoeren en de recuperatie van roerende culturele zaken. Door ondertekening van het Protocol verbinden de ver dragspartijen zich om het wegvoeren van cultu rele goederen in tijd van oorlog en bezetting te verhinderen en voorts om culturele goederen, af komstig uit bezet geweest gebied, na afloop van de vijandelijkheden terug te geven. Tenslotte heeft de Conferentie nog een aantal resoluties aangenomen. In een resolutie, voorge steld door Frankrijk, wordt de hoop uitgesproken, dat de Conventie ook toepassing zal vinden wan neer een militaire actie wordt ondernomen ter uit voering van het Charter van de Verenigde Naties. Een resolutie, ingediend door Iran, spreekt de hoop uit, dat de verdragspartijen adviescommis sies in het leven zullen roepen, teneinde van advies te dienen omtrent de maatregelen ter uitvoering van de Conventie en omtrent de bescherming van culturele zaken in eigen land. In Nederland be staat een dergelijke commissie reeds nl. de Rijks commissie voor de bescherming van monumenten tegen oorlogsgevaren. H. Halb ertsma FRIESE RONDE JACHTEN ÓÓK MONUMENTEN, DIE DE AANDACHT VAN „HEEMSCHUT" VERDIENEN Er zullen weinigen gevonden worden, wier hart niet op springt bij het aanschouwen van een met vol tuig voortbruisende Friese boeier. Toch werd dit de laatste jaren een steeds zeldzamer voor komend schouwspel, zodat men met recht Tbe- zorgd mocht zijn over de toekomst van de "zo buitengewoon sierlijke Friese Ronde Jachten die de tand des tijds tot dusverre hadden weten te doorstaan. Een niet van spierkracht ontblote be manning eisende, en eep» vakkundige behandeling vragende, werden ersteeds minder personen gevonden, die in staat waren dergelijke schepen de behandeling te geven, welke zij nodig hadden. Em zo kon het geschieden dat het ene jacht naar kapitaalkrachtige kopers in het buitenland ver dween, het andere uit de vaart genomen werd om in donkere schuren uit te drogen dan wel, in ver keerde handen geraakt, aan verval van krachten 47

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1955 | | pagina 15