te -Parijs. De overige kunstschatten komen in aan
merking voor de algemene bescherming, die weer
uiteenvalt in „sauvegarde" en „respect"-. De „sau
vegarde" vindt haar uitwerking in de bepaling,
dat de verdragspartijen zich verplichten reeds in
vredestijd maatregelen te treffen tegen de voor
zienbare gevolgen, die een oorlog voor de kunst
schatten in eigen land zou kunnen hebben. In
Nederland is aan deze verplichting reeds voldaan
dopr het in het leven roepen van een militaire en
een burgerlijke kunstbeschermingsorganisatie en
het treffen van voorbereidingen om kunstschatten
in oorlogstijd afdoende te beschermen. Het
„respect" voor kunstschatten strekt zich zowel uit
over eigen territoir als overdat van
een andere verdragspartij. Onder
„respect" verstaat de Conventie
het zich onthouden van he t gebruik
van de beschermde goederen en
van hun onmiddellijke omgeving
op een wijze, die zou kunnen leiden
tot vernietiging of beschadiging.
Voorts is verboden iedere vijan
dige daad, gericht tegen de be
schermde goederen.
De Conferentie heeft lang gespro
ken over de vraag of er reden zou
kunnen zijn tijdens de gevechts
handelingen de bescherming op te
heffen. Van verschillende zijden
is betoogd, dat een dergelijke
escape clausede Conventie belang
rijk aan waarde zou doen vermin
deren en zelfs geheel illusoir zou
kunnen maken. Andere landen
wezen er echter op, dat dringende
militaire noodzaak kan eisen, dat
een beschermd monument aan
het gevaar van beschadiging of
vernietiging wordt bloot gesteld.
Voor ons is van belang, dat in
dit verband als voorbeeld werd
genoemd het geval, dat de loop
van de krijgsverrichtingen het
noodzakelijk maakt een dijk door
te steken, waardoor een in het on
der water te zetteri gebied gelegen
beschermd monument wellicht on
herstelbaar beschadigd zou wor
den. Met grote meerderheid is
tenslotte de mogelijkheid van fei-
telijke opheffing van de bescher
mingbij dwingende militaire nood
zaak aanvaard, althans voor kunst
schatten, vallende onder de al
gemene bescherming. De immuniteit van cultu
rele goederen onder speciale bescherming kan
slechts worden opgeheven in uitzonderlijke geval
len van onvermijdelijke militaire noodzaak, uit-
uitsluitend voor zolang als die noodzaak voortduurt
en dan nog slechts indien de aanwezigheid van een
dergelijk geval wordt geconstateerd door een
bevelhebber, die een militaire eenheid comman
deert op zijn minst ter grootte van een divisie.
De verdragspartijen kunnen goederen onder de
algemene bescherming brengen door daarop een
vijfhoekig blauw-wit schild aan te brengen. Speci
ale bescherming kan slechts worden verkregen
46
m
Arnhem 1945
1'oto Ton Koot