VOORZITTER BIERENS DE HAAN TREEDT AF
Na ruim 15 jaar het voorzitterschap van de Bond
Heemschut te hebben bekleed, heeft dr. J. A.
Bierens de Haan de wens te kennen gegeven thans
deze taak aan een jongere kracht te willen over
dragen en wel zodanig, dat de nieuwe voorzitter
de gewone algemene ledenvergadering op 2 Sep
tember a.s. reeds zal leiden.
De heer Bierens de Haan begon zijn voorzitter
schap onder moeilijke omstandigheden, nl. tijdens
de bezetting van ons land, hetgeen hem direct
voor de taak stelde, de Bond veilig te loodsen door
het onheilspellende getij, dat de bezetter opriep.
In die jaren kwam de Heemschut-serie tot stand,
maar werd het orgaan tot minimale inhoud en
verschijningsdata genoopt. Had het eerste wijder
belangstelling voor de Heemschutgedachte tot
gevolg, het laatste deed de directe band met de
leden verminderen, met als gevolg een teruglopen
van het ledental, toen de bevrijding de Bond zijn
oude rechten teruggaf..
Onder dr. Bierens de Haan's leiding werd toen een
reconstructie van de Bond onder ogen gezien.
Hijzelf maakte de schets voor de nieuwe statuten.
De provinciale commissies werden in het leven
geroepen, het algemene en het dagelijkse bestuur
ondergingen mutaties en het orgaan werd aan
moderne eisen aangepast. Een krachtige leden
actie ging hiermede samen, met als gevolg een ver
dubbeling van het ledental en een grote toeneming
van individuele leden, de z.g. buitengewone leden.
De Bond neemt een gunstiger positie in dan ooit
tevoren in zijn 44-jarige bestaan. De thans 72-jari-
ge dr. Bierens de Haan heeft dus alle reden om
met voldoening op zijn 15-jarig voorzitterschap
van de Bond Heemschut terug te zien. Wij allen
zijn hem dankbaar, dat hij deze zo moeilijke taak
met waardigheid en met de vastberadenheid, die
elke Heemschutter behoort te bezielen, heeft ver
vuld en daarmee het aanzien van .de Bond heeft
bestendigd en versterkt. Na de herdenking van
het 40-jarige bestaan van de Bond heeft het Hare
Majesteit de Koningin behaagd om dr. Bierens de
Haan te benoemen tot Officier in de Orde van
Oranje Nassau.
Mr. R. Hotke
BESCHERMING VAN KUNSTSCHATTEN IN OORLOGSTIJD
Reeds vóór de laatste wereldoorlog hebben Neder
land en Italië het initiatief genomen tot een in
ternationaal verdrag voor de bescherming van
kunstschatten in oorlogstijd. Na de oorlog heeft
UNESCO, de opvoedkundige, wetenschappelijke
en culturele organisatie van de Verenigde Naties,
deze zaak weer ter hand genomen. Langdurig en
diepgaand overleg tussen deskundigen van ver
schillende landen, tot welk overleg Nederland
wederom een belangrijke bijdrage heeft geleverd,
heeft geleid tot een ontwerp-conventie, die als uit
gangspunt heeft gediend voor de intergouverne
mentele conferentie, welke van 21 April tot 14 Mei
1954 in het Vredespaleis te 's-Gravenhage is ge
houden. Aan deze conferentie hebben 47 landen
deelgenomen, terwijl 15 landen en internationale
organisaties waarnemers hadden gezonden.
De conferentie, die gepresidieerd werd dooi de
voorzitter van de Nederlandse delegatie, Mr
C. W. A. Schürmann, heeft in ruim 3 weken in
tensief vergaderen een Conventie met bijbehorend
Reglement van uitvoering en een Protocol gereed
gemaakt, die door 37 resp. 21 landen ondertekend
zijn. Conventie en Protocol treden in werking
nadat tenminste 5 landen deze stukken volgens de
voor ieder van hen geldende grondwettelijke pro
cedure hebben geratificeerd.
De Conventie strekt haar bescherming uit over
alle zaken, welke van groot belang zijn als cultu
reel erfgoed van een volk; dat zijn in de eerste
plaats die zaken, die wij plegen aan te duiden
met het woord monumenten, zowel onroerende als
roerende, en voorts ook over manuscripten, boe
ken, archivalia, wetenschappelijke verzamelingen,
archaeologische vindplaatsen en over musea, bibli
otheken, archiefgebouwen en bergplaatsen voor
kunstschatten.
De Conventie kent twee soorten bescherming, een
algemene en een speciale. Onder de speciale be
scherming kunnen slechts vallen een beperkt aan
tal bergplaatsen van kunstschatten, alsmede monu
menten, die voor de gehele mensheid van zeer
groot belang zijn. Als zodanig werden bij wijze
van voorbeeld o.a. genoemd de Acropolis te
Athene, de Sint Pieter te Rome en de Notre Dame
45