uitbreidingsplan ontworpen voor het dorp Hum- melo, waarbij, overigens noodzakelijke wegen voor doorgaand verkeer buiten het dorp om, zodanig werden getraceerd, dat ernstige schade voor het landschap te vrezen is. Een bezwaarschrift hier tegen doorHeemschut ingediend, werd terzijde gelegd. Het zal bij Gedeputeerde Staten worden herhaald. Wylre, uitbreidingsplan Het gemeentebestuur van Wylre (L) had er inder tijd van moeten afzien, de omgeving van het aan trekkelijke kasteeltje Wylre te bestemmen voor de bouw van woningen. Inmiddels is dit kasteel, dat in verwaarloosde toe stand verkeerde, in andere handen overgegaan en met toewijding gerestaureerd. De nieuwe eigenaar wilde in de omgeving van het kasteel één woning bouwen, waarvan de plaats na uitvoerig overleg met de Planologische Dienst is bepaald op een punt, waardit aan het landschap en het kasteel geen schade doet. Dit was voor de gemeente aanleiding terug te komen op haar oude plan: opnieuw is een uitbrei dingsplan vastgesteld, waarbij het kasteel min of meer wordt ingesloten door woningen. Tegen dit plan is bij Gedeputéerde Staten be zwaar gemaakt. Zwolle Het verheugt ons te kunnen berichten, dat te Zwolle thans de „Stichting Stadskern Zwolle" is opgericht. Voorzitter is wethouder A. J. Nooter (Openbare Werken en Volkshuisvesting). De stichting zal het herstel van de stadskern van Zwolle ter hand nemen en heeft reeds een object op het oog, waar voor onderhandelingen gaande zijn. Andere pb- jecten hoopt zij eveneens spoedig aan te vatten. In de oprichtingsvergadering van de stichting is gesproken door de heer A. A. C. Maaskant, secre taris van onze commissie Stad en Dorp in Over ijssel, aan de hand van lantaarnplaatjes over het verval van de stadskern van Zwolle, en wat daar van bij een beter beleid zou zijn te maken. Kort nadien is, ter ondersteuning van het werk van de stichting, een Vereniging van Vrienden van de Stichting Stadskern Zwolle opgericht. De vereniging hoopt de stichting bij haar werk te steunen; zij hoopt voldoende leden te verwerven teneinde de stichting ook financieel te kunnen helpen. Tijdens de oprichtingsvergadering van de vereni ging sprak de administrateur over Stadsherstel in het algemeen. De vereniging heeft reeds een aan trekkelijke tentoonstelling georganiseerd in het Overijsselsch Geschiedkundig Museum te Zwolle, waarin de achteruitgang van het Zwolse stads beeld wordt geïllustreerd, en de mogelijkheden van herstel worden toegelicht. Lichtmastreclames en Groningen Een van de eerste strijdpunten, welke de Bond Heemschut 45 jaar geleden op zijn programma zette, was de beteugeling van de ontsierende reclame langs de openbare weg. Tot welke zegen rijke gevolgen dit heeft geleid kan iéder consta teren, die deze periode heeft meegemaakt. En wie dat niet heeft gedaan, die kan door raad pleging van foto's, toen en nu gemaakt, bevestigd zien, dat de strijd niet vergeefs is geweest. Overi gens leert een bezoek over onze Zuidelijke grens hetzelfde, helaas. Andere tijden, andere zeden. Dezelfde overheid, die meegewerkt heeft om van de ontsierende reclame af te komen, introduceert haar op andere wijze. Zij biedt nu lichtmasten te huur om reclames aan op te hangen. Nu dragen lichtmasten op zich zelf al niet bij tot verfraaiing van stad en landschap. Integendeel, in ons vlakke land vormen zij schadelijke elementen voor de schoonheid. In de steden is dat niet minder het geval. Terecht verbazen vreemdelingen zich over het mastenbos in ons land. Dit mastenbos wordt extra geaccentueerd, doordat de overheid de ge legenheid biedt om daaraan reclameborden op te hangen. Ware het, dat de lichtmastreclames met meer smaak werden ontworpen en met meer zelfbeperking geplaatst, d.w.z. niet als genorma liseerde fel met de achtergrond contrasterende vlakken, maar wel in originele vormen en kleuren aanpassend bij de omgeving, dan ware het mis bruik van de lichtmasten (zélf een noodzakelijk kwaad) nog te verontschuldigen. Herhaaldelijk constateren wij, dat overwegingen van zakelijke aard eigenlijk de overhand hebben. Een typisch voorbeeld hiervan gaven B. en W. van Groningen in hun antwoord op een adres van de Bond Heem schut, dat wees op de ontsiering door reclame borden en opschriften in de stad Groningen. B. en W. antwoordden, „dat zij niet hun ogen kunnen sluiten voor de eisen, welke een handels stad ook ten opzichte van het maken van reclame op of aan de openbare weg stelt, hetgeen vooral voor de binnenstad medebrengt, dat daarvoor de nodige gelegenheid behoort te worden gegeven." In wezen delen wij deze mening. Het zou heel dom zijn bij een zo visueel belang als lichtreclames dienen te zijn, de ogen te sluiten. Integendeel men moet ze wijd open houden en gebruiken om 42

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1955 | | pagina 10