Bij kernvernieuwing van oude steden en dorpen zullen onherroepelijk
vele vunze, vochtige, minderwaardige woninkjes in de onmiddellijke
omgeving van grotere of kleinere monumenten moeten worden gesloopt.
Onherroepelijk. Daar zijn we het mét alle kernvernieuwers over eens.
De belangrijke vraag wordt dan: wat komt er voor in de plaats?
Men kan het zich gemakkelijk maken, door in de plaats van de krotten
saaie rijtjes nette woningwetwoningen te zetten. Het is ook mogelijk
naast een bescheiden monument een bouwlichaam te plaatsen, dat het
gehele sierlijke monumentje uit het stadsbeeld wegvaagt. Dat komt voor.
De mogelijkheid is echter ook aanwezig om de ontstane ruimte op te
vullen met panden, die in schaal en stijl bij het monument passen. Een
geslaagd voorbeeld daarvan is te vinden, bij de Koppelpoort te Amersfoort
Vlak bij deze waterpoort, in de tweede stadsomwalling gebouwd in
1428, was een open ruimte ontstaan door de afbraak van een groep
krotwoningen.
De stadsarchitect, de heer D. fuiderhoek, ontwierp een vijftal frisse
moderne huizen, die wonderwel bij het oude, eerbiedwaardige bouw
werk aansluiten. Geen imitatie-oud, maar van een kloekheid en fors
heid de oude poort waardig, ff zijn gebouwd van prachtige, oude
stenen en nu, na een paar jaar is het geheel al vergroeid tot een gaaj
organisch geheel. Een nieuwe harmonie. H. M:
36
Boven: De Koppelpoort. De waterpoort in de buitenbewalling van Amersfoort
(1428) rechts; links de nieuwe huizen.
Rechts: De nieuwe huizen nabij de Waterpoort, goed aansluitend bij het oude
bouwwerk: toch modern en fris.