heid en (toenmalig) comfort wist te verenigen tot een bezield geheel, en waar wij met afgunst zien, hoe de talloze gevels van vaak zeer uiteenlopend karakter zich haast moeiteloos aaneenrijen tot een schoon en harmonisch stadsbeeld. Hoeveel moeite kost het een modern architect, in een oude stad zó te bouwen, al is het maar een simpel woonhuis, dat zijn gevel zich voegt in de rij? De talloze mislukkingen zijn daar om dit te be- wijzen. Dit maakt vernieuwing in onze oude kernen tot een hachelijk probleem. Wil men de fraaiste specimina van oude architectuur behouden, dan 'ontkomt men er niet aan, zijn zorgen ook uit te strekken over de belendingen, ook al zijn die op zich zelf niet van bijzondere betekenis. Hun waarde schuilt in hun onopvallendheid, in de wijze waarop zij zich voegen in het straatbeeld. Er is nog een punt, waarom de oude stadsbe- bouwing aandacht verdient: de schaalkwestie. Het Paleis, toen nog Stadhuis, te Amsterdam, is gebouwd in een tijd, dat de gehele omgeving bezet was met kleine (althans in verhouding tot het Stadhuis) woningen der burgerij. Tussen al deze sterk gevarieerde en gedetailleerde straat- wanden moet de hoog oprijzende massa van het Stadhuis een overweldigende indruk hebben ge maakt. Wat is daar van over, nu het wordt, om ringd door confectie- en warenhuis-,,paleizen", een oververfijnd gedetailleerd postkantoor en het brutale Geldkantoor er recht achter? We gaan niet te ver, wanneer we vaststellen, dat de city vorming hier het belangrijkste monument van de bouwkunst onzer Gouden Eeuw, wat het uitwen dig betreft, onherstelbaar heeft bedorven. De gebouwen van de Jaarbeurs, de Spoorwegen en het Postkantoor hebben in het silhouet van Utrecht een aantal elementen binnen gebracht, die de dominerende plaats van Domkerk en -toren in het stadssilhouet hebben opgeheven. Wie eenmaal de geweldige massa van het Jaarbeursgebouw en de wolkenkrabber van de Spoorwegen heeft gezien bij het verlaten van het station, komt niet meer onder de indruk van de Dom, die er heel wat minder geweldig uitziet dan deze moderne kolos sen, ook al is de Domtoren dan hoger. En indien U mocht menen, dat men inmiddels wel heeft in gezien, dat er fouten zijn begaan, en het merk waardigste monument van onze Gothiek ernstig is geschaad, dan is het wellicht nuttig er op te wijzen, dat het gemeentebestuur van Utrecht plannen koestert, het Stationsplein en omgeving van een nieuw aantal grote gebouwen die ten minste 24 m. hoog moeten worden te voorzien. De St. Laurenskerk te Rotterdam, die met voor beeldige zorg en toewijding wordt herbouwd, wordt omgeven door nieuwbouw van in dit ver band bijzonder ongevoelige vorm en détaillering; bovendien van een omvang die de kerk beslist geen goed zal doen. Het stadssilhouet van-Haarlem, verlevendigd door tal van torenspitsen en bekroond door de St. Bavokerk met zijn karakteristieke kruistoren (Jan met de hoge schouders, zeiden de Zandvoorters) wordt ontsierd door een lomp optorenend waren huis. De grote monumenten van onze oude architec tuur zijn berekend op contrast. Contrast bestaat tussen de oude huisj'es aan de voet van menige stadskerk, die het godshuis hoger doen schijnen, maar tevens tussen de kerk en de woningen der burgerij. Dit contrast gaat verloren bij de mo derne city-vorming. Ook het oude stadssilhouet wordt beheerst door de tegenstelling van de talloze gevels, daken en 29 Haarlem. De Nieuwe Kerkstraat, in de zeventiende eeuw gerooid, met de Nieuwe Kerk in het blikpunt Foto Monumentenzorg

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1955 | | pagina 21