taat is van een bewust bouwproces, en dat de stad onze stedebouw geweest, toen stadjes als Klundert,
geleidelijk aan gegroeid is; van gehucht tot dorp, Willemstad, IJzendijke, Koevorden,. Boertange en
van dorp tot vlek, van vlek tot stad. Wie dit argu- niet te vergeten: 's werelds grootste stad Amsterdam
ment hanteert, vergeet dat vermoedelijk de over- op strikt geometrische grondslag werden gebouwd
grote meerderheid yan onze dorpen en dus ook of vergroot.-Daarbij treft ons een duidelijk verschil:
onze steden, teruggaat op een bewuste stichting, de klassicistische architect streeft naar symmetrie en
een daad van kolonisatie. Ook al maken de platte- naar regelmatige pleinvormen. Het is deze stede-
gronden van onze oude steden vaak een schilder- bouw, die zich ook buiten onze grenzen heeft doen
achtige en vrij willekeurige indruk, bij nadere kennen: Nieuw-Amsterdam, Kaapstad, Maurits-
studie blijkt maar al te vaak, hoe zij zijn terug te stad-Recief, Batavia.
brengen tot bepaalde typen, of met andere woor- Maar niet alleen als kunstwerk is de plattegrond
den, dat een vorm-wil, een bewuste vórm-geving van betekenis. De „stedebouwkundige stijl" ver
tot de indeling van de plattegrond heeft geleid. raadt veel omtrent het tijdstip van ontstaan, en
Het duidelijkst merken wij dit op bij steden als ogenschijnlijk willekeurige, of zelfs nauwlijks waar-
Naarden of Elburg, waar de rechtlijnige platte- neembare onregelmatigheden in het verloop van
grond onmiddellijk het werk van de landmeter de rooilijnen, welvingen in het straatoppervlak,
verraadt. Maar ook de ringvormige structuur van vertellen vaak meer over de geschiedenis en de
de kern van Middelburg vóór 1940 of van Olden- ontwikkeling van een bepaalde plaats dan de oude
zaal, en de om een plein gegroepeerde kernen van documenten.
Haarlem of Groningen tonen hun afkomst duide- Men kan nu betogen, dat het voldoende is, de
lijk, al zal men de ontwikkeling van de platte- oude toestand op nauwkeurig kaartmateriaal op
grond er intensiever voor moeten bestuderen, om- te nemen, en dat in het museum te bewaren,
dat latere toevoegingen en wijzigingen het beeld Maar, afgezien van de vraag, of het mogelijk is, een
hebben vertroebeld. zo nauwkeurig gedetailleerde kaart te vervaardi-
De kern van Kuilenburg, sinds de Jaarvergadering gen, dat deze als vervanging kan dienen, veroor-
van 1954 aan vele lezers bekend, bestaat uit een deelt men de stad daarmede niet in haar geheel
tweetal Noord-Zuid lopende straten, die bij de tot de staat van een muf museumstuk?
twee poorten samenkomen. Dit eenvoudige ge- De ware burgerzin, die, men erkent het in de
geven (dat o.a. kenmerkend is voor vele in de Mid- kringen van het gemeentebestuur, op het ogenblik
deleeuwen in Oost-Duitsland gestichte steden) is vrijwel zoek is, omvat mede een zich-erfgenaam-
hier verrijkt met een marktplein, waartoe de voelen van het verleden van zijn stad, een zich
Oostelijke.straat over de helft van zijn lengte ver- beschouwen als voortzetter van een traditie. Het
breed is. Bij de versmalling, ongeveer in het mid- is daarom van belang ook de plattegrond te be
den van de kern, vond het
Raadhuis een plaats; dwars
op de markt verheft zich de
kerk, terwijl een dwarsstraat
naar het kasteel leidt, dat,
hoewel buiten de stad ge
legen, toch zijn invloed doet
gelden.
Dit grondplan is vrij gemoe
delijk van vorm en mist de
strakheid, die ons in Elburg
zo opvalt. Toch is het uit
drukking van een aestheti-
sche vormwil, en derhalve als
kunstwerk te waarderen.
De zeventiende eeuw is in
zekere zin de glorietijd van
27
Kuilenburg, naar de plattegrond van
Hendrik Verstralen. In het midden
de oude kern, boven en links latere
uitbreidingen Foto Rijksmuseum
kWEOVDE