In de binnenstad zélf wilde hij zelfs zo ver gaan de
oude plattegrond van de 18de eeuw te herstellen,
hetgeen de nodige verruiming zou geven, naar hij
meende. De city moet voor de bewoner en voet
ganger meer genietbaar worden. Als voorbeeld
wees hij op het Maastrichter plan tot eerherstel
van de Stokstraat.
De krotopruiming zou met een bedrag van 200
millioen gulden 's jaars bestreden.kunnen worden.
Dringend nodig achtte hij daarbij een verbetering
van de opleiding der betrokkenen. Ten slotte no
teerde ik met instemming zijn wens tot het in
schakelen van de burgerij in de plannen, hetgeen
hij even belangrijk achtte als hetplannenmaken zelf.
De discussies na de pauze, waarin gemeenschappe
lijk de koffiemaaltijd genuttigd werd, leverden
geen nieuwe gezichtspunten'op, en waren in het
licht van deze inleidingen van weinig betekenis en
werden door de inleiders gemakkelijk opgevangen.
Prof. dr. A. W. Bijvanck, die de vergadering pre
sideerde, vatte de meningen tezamen en noemde
de zo juist bekend geworden Nota van de stad
Amsterdam, waarvan hij de grote richtlijnen
gunstig achtte. Hij sprak het vertrouwen uit, dat
deze gunstige richtlijnen ook bij de uitvoering
gevolgd zouden worden.
Stadskernen
Dit nummer van Heemschut is gewijd aan de
stadskernen.
Daarom worden in deze rubriek alleen nog enkele
onderwerpen vermeld, die daarop betrekking
hebben.
Zieriksee
De nadering van Zieriksee van de Oosterschelde
door het havenkanaal, dat recht
door de weilanden op de stad aan
is getrokken, biedt een onverge
telijk en boeiend schouwspel. Het
boeiende zit in de weidsheid van
water en lucht, waarin het zich
fijn aftekenende silhouet van de
stad aan de horizon langzaam
dichterbij komt en daarbijmerk
waardigerwijs niet inboet aan
aantrekkelijkheid. Integendeel
zelfs. Fraaie elementen in dat sil
houet zijn: de molen De Haas, de
stadhuistoren en de onvoltooide
St. Lievensmonster. Men moet
welhaast aannemen, dat de stede
lijke overheid van Zieriksee daar zelf blind voor is,
als menverneemtdat besloten is tot de bouw van een
46 m. hoge graansilo juist aan deze zijde. Het ter
rein, waarop deze kolos komt te staan is in het uit
breidingsplan wel bestemd voor de vestiging van
industrie, maar daarbij is bepaald, dat de goot-
hoogte der industriegebouwen niet meer mag be
dragen dan 8 m. Kennelijk heeft dit voorschrift de
bedoeling de schoonheid van het stadssilhouet te
beschermen. B. W. moeten dit zeer wel begrepen
hebben, toen zij zich beriepen op artikel 20 van
de Wederopbouwwet. Het eerste lid van dit artikel
bepaalt dat afwijking van een uitbreidingsplan
slechts mogelijk is, indien de belangen die door
dit uitbreidingsplan worden beschermd, niet in
ernstige mate worden geschaad. Het komt ons
voor dat dit nu net hier het geval is.
Wel laat lid 1 van genoemd artikel afwijking toe,
maar lid 2 beperkt dit onmiddellijk tot een ter
mijn van hoogstens 10 jaren. Het ligt niet in de
verwachting dat een constructie als de 46 m. hoge
graansilo binnen 10 jaar versleten zal zijn en zijn
taak verricht zal hebben. De strijdigheid met het
uitbreidingsplan zal dan ook alleen kunnen worden
opgeheven door een wijziging van dat plan. Aan
deze wijziging zal in redelijkheid niet meer zijn te
ontkomen. Een zodanige wijziging zou dus in
feite reeds, door de toepassing van artikel 20 der
Wederopbouwwet worden vastgesteld, zonder dat
belanghebbenden, wier rechten door de Woning
wet met zoveel zorgen behoed, een gelegenheid
tot verweer wordt geboden. Naar het oordeel van
het bestuur van de Bond Heemschut wordt daar
mede aan de rechtszekerheid geen goed gedaan.
De schade, welke aan het stadsschoon van Zierik
see zal worden aangedaan zal bijzonder ernstig zijn.
20
Zwolle. Reclames bij de Michaëlskerk