in ons land: de Oostelijke helft, de „kom" van de Oosterschelde. De productie die nu 20 millioen stuks bedraagt, waarvan 17.5 millioen wordt geJ exporteerd, zal over een jaar of vijf 30 millioen kunnen bedragen: de Zeeuwse oester is goedkoper, vetter en smakelijker dan de Franse! Mosselen kunnen behalve op de Zeeuwse stromen, ook in de Waddenzee worden gekweekt. Ze moe ten echter zandvrij worden gemaakt voor ze ge schikt zijn voor de consumptie. Dit geschiedt op zgn. verwaterplaatsen. Dit zijn vaste, harde gron den, die bij eb droog, en bij vloed 3 meter onder helder, niet verontreinigd, slikvrij water staan, en dicht bij de wal liggen (omdat ze tevens „pakhuis" zijn en snel en ook bij slecht weer bereikbaar moe ten zijn); er mag geen felle golfslag zijn en sterke eb- en vloedstromen zijn uit den boze. Deze gron den zijn alleen te vinden: bij Ierseke in de kom van de Oosterschelde! Zeeland is met 50 millioen kg per jaar(!) 's werelds grootste mosselproducent. De export brengt alleen al 7 tot 8 millioen gulden per jaar op. En dat, zonder import van grondstoffen, evenals in de oestercultuur. Verduurzaamde mosselen gaan naar alle uithoeken van de aarde, en zó bewerkt, als de consument verlangt: de Amerikanen krijgen ze ge rookt, de Belgen in de Congo in de schaal, enz. In de 17de eeuw vonden Zeeuwen op de kust van Noorwegen kreeften, ze vingen ze, en gingen er mede handelen. Op het ogenblik worden de kreeften in landen met zachte valuta aangekocht, hier ingevoerd en in de „kreeftenparken", kostbare overdekte bassins, be waard tot ze de vereiste kwaliteit bezitten, en dan verkocht naar landen met harde valuta, hetgeen 3 tot 4 millioen gulden per jaar oplevert. De kreeftenparken liggen rondom de kom van de Oosterschelde en zijn afhankelijk van de bijzonder zuivere hoedanigheid van het water in dat bekken. De conclusie die wij uit deze feiten kunnen trekken is deze, dat drie „cultures", die aan tallozen werk verschaffen, die .belangrijke opbrengsten verzeke ren in deviezen, en de goede naam van ons land in het buitenland bevorderen, door afsluiting van de Oosterschelde met één slag vernietigd zullen zijn. Houdt men dit water, evenals de Westerschelde open, onder verzwaring van de dijken, dan is de schade, aan de Zeeuwse visserij toegebracht, slechts van ondergeschikt belang. Vergelijking met de Zuiderzeevisserij, die niet in die mate voor de export werkte en geen delicatessen produceerde gaat niet op. Tenslotte nog dit: de pacht van een oesterbank ligt 8 maal hoger dan die van de beste landbouwgrond. Aangezien het hier een rapport betreft, dat van invloed kan zijn op het toekomstige „gezicht" van ons land, omdat het mede het behoud van althans een deel van de bijzondere schoonheid van de Zeeuwse stromen bepleit, hebben wij met belang stelling van zijn inhoud kennis genomen. C. F. J. BOEKBESPREKING Ton Koot, Het Muiderslot, ingen.f 1,25, geb.f 1,75 Bij de Wereldbibliotheek verscheen een 72 pag. tellend boekje „Het Muiderslot", van de hand van onze secre taris, waarin, in beknopte vorm, alle gegevens omtrent het slot zijn te vinden: geschiedenis, plattegronden, afbeeldingen naar oude prenten en schilderijen, foto's van voor, tijdens en na de restauratie, portretten van Hooft en zijn vrienden, tot een lijstje van slotvoogden, beginnend in 1305 toe. Ook het moderne, bij de tra ditie aansluitende, gebruik voor culturele gebeurte nissen komt duidelijk tot uiting. Het boekje bevat voorts verklarende tekst bij een rondwandeling door het slot. Dr. S. van der Linde, 1000 Jaar Dorpsleven aan de Vecht, uitg. Van Kralingen, ig$4: Loenen aan de Vecht, 154 pag. dl.: f3,—- ingen.f 4,— geb. Ter gelegenheid van het 1000-jarig bestaan van Loe nen aan de Vecht in 1953 schreef de Ned. Herv. Predikant aldaar een overzicht van de geschiedenis van het dorp. Het boekje is levendig geschreven en aantrekkelijk geïllustreerd, en behandelt niet alleen de locale historie, maar plaatst deze, waar dat pas geeft, in het grotere verband van de geschiedenis van gewest en vaderland. Naar opvatting en uitwerking een ideaal voorbeeld van een dorpsgeschiedenis, dat wij van harte aanbe velen. J. de Rek, Van Hunnebed tot Hanzestad: Uitg. Bosch en Keuning, Baarn: 430 pag. ill.: f 22,30 geb. Popularisaties Van de wetenschap hebben het voor deel, een overzicht te geven van de veelal verspreid gepubliceerde stof, en deze voorts te brengen binnen het bereik van een ruimere belangstellende kring. Het is daarom jammer, dat dit uiterst verantwoordelijke werk zo zelden in begaafde handen komt te rusten. Ook het bovengenoemde werk bezit alle bezwaren die men gemeenlijk in deze literatuur aantreft: oppervlak kigheid en een sterke neiging tot schematiseren, tot schetsen in zwart en wit. Ook treft men tal van stellige uitspraken aan, waar de „wetenschap" alleen maar vraagtekens zet. Soms is de schrijver wel wat al te zeer geneigd de zaken van de minst verheven zijde te beschouwen: zo bij de be schrijving van Geert Groote. De uitvoering door de uitgever valt te loven. C. F. J. 14

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1955 | | pagina 22