kijks. Nu is aan die zijde begrijpelijkerwijs be
bouwing ontstaan, en wel, min of meer natuurlijk
gegroeid, langs de weg naar Bussum en het station,
en, maar nu met het oogmerk, de oude kern van
Naarden meer in het centrum van de totale be
bouwing te brengen, langs de Trekvaart naar
Muiden. Dit laatstebuurtje zal onze aandacht
bezig houden.
Van de Rijksweg af is er tussen de beide buurten
door ruimte over voor een gezicht op de vesting
dat het silhouet van glacis tot glacis omspant. Een
oud uitbreidingsplan (1936) bepaalde, dat het
buurtje langs de Trekvaart tot aan de gracht voor
de enveloppe kon worden uitgebreid, met „ver
spreide bebouwing", d.w.z. villa's met tuinen
(gestippeld in de tekening).
Dit uitbreidingsplan is nu door de Raad in dier
voege gewijzigd, dat de betrokken gronden hele
maal niet bebouwd, doch slechts voor agrarische
doeleinden gebruikt mochten worden, omdat men
wel begreep, dat villa's met hun omplanting een
even solide afscherming van het uitzicht betekenen
als een rij huizen.
De eigenaars van de grond protesteerden, tenslotte
bij de Kroon: aan bouwgrond is meer te verdienen
dan aan weiland! Hangende de behandeling van
dit protest kocht de gemeente een belangrijk deel
van de gronden aan.
Bij de openbare behandeling van de Raad van
State werd Heemschut toegelaten zijn standpunt
uiteen te zetten, gezien het eminente belang van de
zaak. Daar pleitte dan achtereenvolgens de
advocaat van bezwaarden, vervolgens Uw admi
nistrateur namens Heemschut, en tenslotte de
Burgemeester namens de Gemeente.
Wij verwachtten, dat de Burgemeester zich dank
baar zou aansluiten bij de steun, door Heemschut
aan het besluit van zijn Raad verleend. Wij ver
gisten ons. De Burgemeester deed een emotionele
aanval op Heemschut, betoogde dat de Bond een
harmonische ontwikkeling van de gemeente Naar
den wilde verhinderen, en dat het noodzakelijk
was, de betrokken gronden tot bouwterrein te be
stemmen.
Naar wij menen is dit een unicum in ons staats
recht; de Gemeente die zich tegen haar eigen uit
breidingsplan keert, nu zij zelf „schade" gaat on
dervinden.
Maar er kwam nog meer: zelfs de Stichting Menno
van Coehoorn, blijkbaar uitgaande van het feit,
dat de kern van de vesting onaangeroerd bleef (en
zonder interesse voor het gezicht op de stad?) had
schriftelijk verklaard tegen ijle bebouwing, d.w.z.
met villa's, van de terreinen geen bezwaar te
hebben. Ook hierop deed de Burgemeester een
Beroep. Wat zou de Kroon nu besluiten?
Een K.B. van 9 Mei is met een eenvoudige op
lossing gekomen: de bestemming „open bebou
wing" van de vroegere uitbreidingsplannen blijft
gehandhaafd: omdat „geen nieuwe feiten of om
standigheden zijn opgetreden" sinds die vorige uit
breidingsplannen door de Kroon zijn goedgekeurd
(18 Juli 1930 en 22 Februari 1936).
Een beslissing die wij sterk betreuren. Immers, al
zijn de feiten dan niet veranderd, de opvattingen
omtrent doeltreffende monumentenzorg zijn dat in
de afgelopen 24 jaar wel. Men heeft begrepen dat
niet een enkel object, maar ook zijn omgeving van
belang is. En dan zou men deze veranderde in
stelling, deze nieuwe overtuiging geen nieuwe om
standigheid mogen noemen?
Maar hiermee zijn de verwikkelingen nog niet uit.
Indien de Kroon een uitbreidingsplan niet goed
keurt, is de Gemeente verplicht een nieuw plan te
maken, waarin met de beslissing van de Kroon
rekening wordt gehouden. Dat heeft Naarden nu
gedaan. Maar intussen heeft de stad ook de
resterende gronden aangekocht, en zou niets meer
de bestemming tot agrarische doeleinden in de weg
staan: immers de eigenaars zijn door de verkoop
alreeds schadeloos gesteld. Edoch, wet is wet, en de
gemeente projecteert de verplichte bebouwing.
Zo wordt het culturele belang het slachtoffer van
de blinde wet!
12