geestigs te zeggen, opmerkte, dat zal hem nu wel
duidelijk geworden zijn. Dat het ook wel om iets
anders gaat dan „overdreven belangstellingvan een
groepje natuurvrienden, dat drukte maakt over een
paar bomen, die plaats moeten maken voor een
circuit" moge intussen eveneens begrepen zijn.
Is het opzet, dat men zelfs van bestuurstafels en
bureaux van grote instellingen probeert de indruk
te wekken, alsof Heemschut zijn krachten verspilt
aan onbelangrijke details? Het kan niet anders,
want wie oren heeft om te horen en ogen om te
lezen weet, dat Heemschut van zijn begin in 1911
af een grote lijn volgt, n.1.: de ogen openen voor
de schoonheid van stad en land. De kleinering van
dit streven door onze tegenstanders kan slechts
wijzen op twijfel in de kracht van hun eigen argu
menten. In Amsterdam worden de stellingen in
genomen en de strijd grondig voorbereid. Er is bij
de onzen een levendig en bewust besef dat het om
hoge waarden gaat en er is de ernstige bereid
heid tot overleg.
Onze zustervereniging het Genootschap Amstel-
odamum organiseerde op 30 November een bijeen
komst in het Stedelijk Museum. De tot de laatste
stoel bezette zaal luisterde in spanning naar de
weloverwogen lezing, gehouden door de beeld
houwer en publicist Geurt Brinkgreve en getiteld
„Gevecht om Amsterdam". Na de verschillende
aspecten van de betekenis van Amsterdam's bin
nenstad en de aantasting van haar structuur, het
Gemeentelijke beleid in deze en de verantwoor
delijkheid van de burgerij in een boeiend betoog
besproken te hebben, wekte de spreker op tot
een daad in dezelfde burgerzin, die eens deze stad
schiep tot de schoonste van Europa.
Deze belangrijke rede werd door het Genootschap
Amstelodamum in druk uitgegeven onder de titel
„Gevecht om Amsterdam" en is verkrijgbaar door
storting van 0.75 op postrekening 52391 van dit
Genootschap. Wie 5 exemplaren bestelt betaalt
slechts ƒ3.
Stadsschoon en onze gezondheid
Een van de openbaringen in de strijd om Amster
dam's schoonheid is de uitval van het medische
front. In „Het Parool" van 17 December gaat
de medische medewerker uitvoerig in op de bete
kenis van de psychosomatische verschijnselen n.1.
de lichamelijke afwijkingen, die onder invloed
van geestelijke spanningen ontstaan of verergeren.
En hij schrijft in aansluiting aan zijn visie op de
urbanisatie van plattelandsbewoners het volgende,
dat onze belangstelling extra verdient: „In de
geestelijke atmosfeer van een stad zijn schoonheid
en afwisseling een uiterst belangrijke factor. En
zou deze omgeving niet op onze geest en via de
geest op ons lichaam inwerken? Wie is het nooit
overkomen, dat hij van zijn werk komende, mok
kende over een verongelijking of hebbende een
moeilijkheid, ineens door het zien van iets liefs
of moois een aanvallig kind, een mooie avond
hemel zijn zorgen als het ware vergat of liever:
er plotseling anders, meer ontspannen tegenover
stond
Misschien heeft de lezer bij zichzelf dan ook wel
opgemerkt, dat met zijn veranderde stemming
zijn stap veerkrachtiger of rustiger, zijn ademha
ling vrijer was geworden. Voor deze kleine psy
chosomatische correctie was geen psychiater nodig.
Het was een van de kleine schoonheden van het
leven die deze correctie bracht en die nog eens
de nadruk vestigde op de betekenis van deze din
gen voor ons zelf en voor onze gezondheid.
Als dit zo is, dan is het behoud van de schoonheid
van Amsterdam b.v„ het behoud van het altijd
weer bekorende water, dan zijn groen en bloemen,
dan zijn kunstwerken en dergelijke geen dingen
waar alleen half-zachte idealisten over dazen, maar
dingen die een praktisch man moet willen behouden
of verwerven als het maar enigszins mogelijk is."
Dank u dokter voor deze steun. Het is een opmer
kelijk en nieuw geluid.
Het Amerikaanse voorbeeld
Van geheel andere zijde komt een versterking van
de argumenten, zoals Heemschut die voorstaat.
Dat komt van de zijde van de correspondent te
New-York van „Het Algemeen Handelsblad". In
een artikel „Grootste verkeersknoop ter wereld"
schrijft deze in het nummer van 3 Jan. 1955:
„Het probleem valt, in het algemeen gesproken,
in twee delen uiteen: hoe moet het verkeer in de
steden gaande gehouden worden, en waar moeten
de auto's geparkeerd worden. De meest gangbare
en ook de goedkoopste methode om verkeersop
stoppingen te voorkomen, is de instelling van een
richtingverkeer in bepaalde straten en het instellen
van parkeerverboden op sommige punten. Een
andere methode, in enkele steden gevolgd, is een
campagne bij de auto-bezitters om hun auto thuis
te laten als zij naar het centrum gaan en per bus
of tram te reizen. Beide methoden hebben wel
enige verlichting gegeven, maar vormen geen af
doende oplossing. In de meeste steden beproeft
men daarom drastische maatregelen, zoals de bouw
van viaducten en tunnels, verbreding van belang
rijke kruispunten en straten, aanleg van „expres
wegen" die rechtstreeks naar de buitenwegen voe
ren en het scheppen van parkeermogelijkheden
buiten de straten.
3