Groene") gaf een aangrijpend ver slag van het enthousiasme der bur gerij. „Direct na het bekend worden der geniale plannen tot drooglegging der Amsterdamse binnenstad, een plan waarmede Kaasjager zich met één slag in de rij van Leegh- water en Lely plaatst, werd de bevolking door een dolle feest vreugde aangestoken. Hossend en joelend dromde men samen langs de ten langen leste ten ondergang gedoemde wallekanten en vatte spontaan het dempwerk aan". „Oude kinderstoelen, vuilnisem mers, potkachels, stilletjes, ge meente-archieven, centrale ver warmingsinstallaties, lantaarnpa len, tramwagens, alles verdween in de grage grachtwatermonden, die na enige tijd tekenen van ver zadiging begonnen te vertonen." Om half een des nachts was het schriklijk pleit beslecht; P.W. hoeft alleen maar hier en daar nog wat bij te dempen. In Vrij Nederland, betoogt Maurits Dekker, dat de Amsterdammers niets tegen grachtdemping heb ben, „mits zij het zelf mogen doen. De dienst der stadsreiniging kent deze merkwaardige, om niet te zeggen perverse hobby der bevolking, die hem zelfs noopt zijn gondelen des dreks te voorzien van het opschrift: WERP GEEN VUIL OP STRAAT OF IN DE GRACHTEN" In Elsevier's Weekblad (rubriek „Het huis aan de Gracht") laat Henriëtte van Eyck „Karei, Paul's broer" met een vliegtuig üit Parijs komen om de heer Kaasjager te vermoorden. „Beter één hoofdcommissaris dan vijftien grach ten." „De oplossing!" jubelt Pasquino in de Telegraaf en noemt de Hoofdcommissaris de Dempsey onder de dempers. „Het is een algemeen bekend feit, dat de dienders in de wereld een schier benauwend instinct hebben voor de kunst, voor het stedeschoon, de rechten van het individu dat zij zelfs hoogst zelden schieten". „Om echter de practische en aesthe- tische inzichten van de heer Kaasjager in harmo nie te brengen met de opvattingen van sommige stadsbestuurders en doorbrekers, stel ik voor de grachten te dempen met het puin van de fraaie huizen, die wij in Amsterdam nog bezitten en alle subsidies voor restauraties te stoppen. Ik lees nu juist, dat er voor de Oude Kerk fondsen uitgetrokken zijn nonsens. De moker erop, maak er puin van en smijt er de grachten mee vol. Weliswaar blijven er dan nog vernauwingen over hier en daar, ook als er gedempt wordt en afgebroken Niet de moed opgeven. De Waag staat ook lelijk in de weg. De Nieuwe Kerk evenzeer. Demp en verbrijzel!" In de Haagse Post vonden wij tenslotte nog dit: „Enfin, de storm is opgestoken en het is te hopen, dat er tenminste nu iets gedaan wordt. Het ver keersbeleid in de hoofdstad wordt sinds jaren ge kenmerkt door te veel aarzelingen en nog meer verkeerslichten. Vroeger deden achter het Paleis 105 AVjAGf 3Het spijt ons, Hoofdcommissaris, maar laden en lossen is hier niet toegestaan!" ("Algemeen Handelsblad) (Het Vrije Volk)

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1954 | | pagina 25