km m
h
CORNEILLE F. JANSSEN
DE ST. PIETERSKERK TE OIRSCHOT
maar
De wetenschap der architectuur-historie is een tak
van de kunstgeschiedenis, die sterk lijdt aan een
erfelijke belasting. Immers, haar beoefenaren heb
ben zich in grote meerderheid beperkt tot de studie
van de bouwkunstige versieringen, en het boeiend
ste deel, de ontwikkeling der ruimtevormen, buiten
beschouwing gelaten. Het boeiendste deel,
ook het moeilijkste. Want,
terwijl dc versiering een ele
ment is, dat gemakkelijk valt
af te lezen, over te nemen en
na te volgen, zodat het ene
werk het andere beïnvloedde,
en deze ontwikkeling voor
de hedendaagse onderzoeker
wel grotendeels te ontrafe
len valt, hebben wij bij de
ruimtcvorming met een pro
ces te doen, dat steunt op ccn
complex van veel minder be
wust hanteerbare gevoelens
voor verhoudingen, voor
sfeer, voor een zich-thuis-
voelen in ruimten van be
paalde vorm en afmeting.
Nu is dit gevoel voor ruimte
aan sterke veranderingen on
derhevig, die met name voor
onze oude kerken vérstrek
kende gevolgen hebben. Im
mers zij zijn ontstaan in tij
den met een volstrekt ander
ruimtegevoel dan het onze;
zodat de vraag, of zij daar
door nog wel bruikbaar zijn
voor hun doel: de wellicht
plechtigstc èn meest intieme
ogenblikken van het mense
lijk leven te omvatten, alles
zins gemotiveerd schijnt.
Wij weten, dat het nog niet
zo heel lang geleden is, dat
men er niet voor terugschrok
kerken inwendig sterk te ver
anderen en aan te passen aan
dc wensen van het ogenblik.
Een beroemd voorbeeld ten onzent is de oude
abdijkerk van Thorn, welke in 't laatst van de
achttiende eeuw een barok-interieur verkreeg, dat
ons doet vergeten in een Gothische kerk te toeven.
Intussen echter is men kerken gaan restaureren en
heeft tengevolge daarvan zowel zijn bouwtechnische
als zijn kunsthistorische kennis zo aanzienlijk ver-
63
m
Oirschotj St Pictei
Dc middenbcuk naar het koor
i