bewijs is van een weinig krachtige, van een weinig
zelfbewuste cultuur, indien deze cultuur op een
gegeven moment niet heel mooie dingen uit het
verleden durft te amoveren."
Deze uiting is van algemene aaid, die wij in haar
algemeenheid kunnen onderschrijven. De Han
delsblad-schrijver brengt haar maar meteen in ver
band met de Amsterdamse Wederopbouwplannen
en dit tekent de oppervlakkigheid en het gevaar van
een dergelijke schrijverij. Immers dezelfde Han
delsbladschrijver verzuimt een andere uitspraak
van de Minister van Wederopbouw te vermelden,
waar deze over een goede sanering en reconstructie
van de binnensteden sprekend zegt: „De moeilijk
heden, die overwonnen moeten worden, zijn zo groot, dat
zij een uitermate lange tijd van voorbereiding eisen: wij
hebben nog niet eens de deskundigen ervoor."
Men ziet: citaten plukken uit een Ministeriele rede
is niet moeilijk!
Amsterdamse Raad over Monumentenzorg
De grote betekenis van Amsterdam in het kader
van de monumentenzorg in Nederland maakt het
noodzakelijk ditmaal wat langer bij de hoofdstad
te blijven stilstaan. De Algemene Beschouwingen
betreffende de Gemeentelijke Begioting van On
derwijs en Kunstzaken gaven daar aanleiding
toe.
Mej. Luns (K.V.P.) constateerde met teleurstel
ling dat de monumentenzorg in Amsterdam zorg
baart. Zij wees daarbij op het bedrag van een mil-
lioen, velleden jaar op de Begroting geplaatst, dat
niet voor het beoogde doel werd besteed, terwijl
toch het verval van Amsterdam's monumenten ge
stadig doorgaat. Men kan met recht vrezen, aldus
spreekster, dat pogingen tot herstel te laat zullen
komen, wanneer men in de rijks- en gemeentelijke
ambtelijke sfeer nog langer blijft discussiëren. De
academische betogen in de trant van „De nodige
voorstellen in zake zullen binnen enige tijd aan de
Raad worden overgelegd" konden spr. niet be
vredigen.
Mevrouw Vorrink-Bergmeijer (P.v.d.A.) drong
aan op goede huisvesting en openstelling van een
voor de gehele burgerij toegankelijk eigen histo
risch museum voor Amsterdam. Verder vroeg
spreekster een zinvolle bestemming te geven aan de
bouwfragmenten, die nu op Frankendael in een
schuur en in de kelders van het Stedelijk Museum
liggen. De beste oplossing is, zei spreekster terecht,
deze bezittingen uit het verleden niet op te bergen
in een opslagruimte, zelfs niet al is dat een
goede maar ze zoveel mogelijk te gebruiken bij
restauratiewerkzaamheden en eventueel op histo
rische plaatsen, die daarvoor in aanmerking ko
men, aan te brengen, (^eer juist! Red.)
Wethouder Van den Bergh wees er op, dat bedra
gen voor restauraties toegestaan, belangrijk later
worden uitgekeerd en dat bovendien het bedrag
van een millioen gulden verdeeld wordt over de
jaren 1953, 1954, en 1955, in navolging van een
zelfde bedrag door het Rijk beschikbaar gesteld.
Door het Bureau Monumentenzorg, aldus de wet
houder, wordt met voortvarendheid gewerkt.
B. W. verwachten, dat op de volgende raadsver
gadering regelmatig voorstellen tot het subsidiëren
van restauraties zullen voorkomen. De bouwfrag
menten zullen in een goede opslagruimte worden
ondergebracht en zoveel mogelijk bij restauratie
werkzaamheden gebruikt worden.
Maassluis
Een overkluizing van een deel van de Zuidvliet te
Maassluis zou de stedebouwkundige structuur van
het binnendijks Maassluis ten behoeve van een ver
binding met de nieuwe uitbreiding bederven.
B. W. blijken echter niet bereid een door ons
voorgestelde andere oplossing, met behoud van het
water, te aanvaarden.
St. Maartensdijk
Op onze aandrang zullen de vijvers rondom de
fraaie 17de-eeuwse hoeve „Reygerburgh" bij St.
Maartensdijk (eiland Tholcn) bij ruilverkaveling
worden gespaard.
Brunssum, Ridder Bexhuis
De R.K. Vacantiecentrale wil een gerestaureerd
Bexhuis tegen een (voor de gemeente rendabele)
prijs huren. De gemeente echtei wil afbreken en
juist daar een flatgebouw zetten, waarvoor elders
ruimte genoeg is. Zij heeft reeds tweemaal aan de
Minister om-sloopvergunning gevraagd; dit is bei
de keren afgewezen. Wij blijven hopen, dat Bruns
sum ten halve zal keren instede van ten hele blijven
dwalen.
Beeckesteyn
Een Commissie van architecten, waarin de heer
Royaards de Bond vertegenwoordigde, heeft
B. W. van Velzen een uitvoerig gedocumenteerd
rapport over Beeckesteyn aangeboden, waarin de
mogelijkheden van behoud zijn aangegeven.
Bijgevoegde foto geeft de toestand van het park
van 1772 weer; deze is met weinig moeite te her-
19