'utphen reageert In ons vorige nummer vermeldden wij de ontsie ring door reclame op het pand „De Ruyter Korte- gaerd" naast „Dat Bolwerck" aan de Zaadmarkt te Zutphen. Thans berichtten B. W. ons, dat de, in dat perceel gevestigde, garage zal worden ver plaatst en de reclame verwijderd. In verband met het bepaalde in de wet op Brandgevaar Gebouwen en Getimmerten, mag in het betreffende pand geen garage meer worden gevestigd, aldus B. W. Amsterdam's Hortus Als een hamerstuk passeerde in de Gemeenteraad van Amsterdam op 30 September 1953 de voor dracht om een stuk terrein van de 'Hortus Bota nicus ten offer te doen vallen aan een paviljoen ten behoeve van een tijdelijk laboratorium voor pharmacognosie. Dat dit besluit zonder slag ol stoot kon vallen vestigt opnieuw de aandacht op de omstandigheid, hoe weinig actieve belangstelling de Raad toont voor historische en culturele waar den in zijn oude binnenstad. In dit geval bijvoor beeld was toch al te lang nagelaten van de 17de ceuwse Hortus een tuin te maken, welke meer aan trekkelijkheid biedt, ook voor het grote publiek. Bovendien echter wilde men de toch al beperkte ruimte van een hectare voor een deel opofferen eerst aan één, daarna aan een tweede, paviljoen, elk van acht meter breed en enkele tientallen meters lang. Beide paviljoenen zouden de Hortus toch al door de misplaatsing van het hoofdgebouw in 1912 in een hoek gedrongen geheel aan het oog onttrekken en vernederen tot een binnenplaatsje. Men zie eens naar een Hortus zoals in Oxford als men in de hoofdstad zelf niet in staat is meer grootse allure aan haar plantentuin te geven. Gelukkig verschenen in verschillende dagbladen protesten, verweerden enige Amsterdamse ver enigingen zich en kwamen vooral de biologische studenten zelf met een gedegen verweer naar bui ten. Terecht wezen dezen er op, dat in de zeer ge havende Jodenbuurt, waarin deze tuin ligt, alle gelegenheid is een andere nabije plaats voor een gebouw, ten dienste van de studie in de pharmacie te vinden. Overigens vragen wij ons af, of de twee hoofdige leiding de oplossing in het gebouw zelf, organisatorisch niet in de weg staat. Het voor lopige resultaat is, dat de Raad, geschrokken van de flater, welke hij hier begaan heeft, zich is gaan bezinnen en de zaak nog eens wil bezien. Daarbij bleek, dat deze aangelegenheid uitsluitend in de Commissie van bijstand voor Onderwijs was be handeld, en niet als vraagstuk van stadsontwikke ling in de Commissie van bijstand van Publieke Werken. Op het laatste drongen enkele raadsleden aan. De Wethouder voor het Onderwijs en de Kunstzaken vroeg zich bij het debat af, wat het verwijderen van een paar coniferen in de Hortus te maken had met stadsontwikkeling. Voor een goed verstaander verklaart deze vraag veel en niet alleen over de gang van zaken betreffende de Amsterdamse Hortus. Prinseneiland te Amsterdam Hoezeer de Oude Schans te Amsterdam gedegra deerd is door de brand van het vorstelijke pakhuis „De Hoorndrager", en door diens vervanging door een modern atelier, begint nu meer en meer beseft te worden. Maar in het rampjaar der Amster damse pakhuisbranden is ook de monumentale en rhythmische groep pakhuizen aan het Prinsen eiland door brand geschonden. In de rommelige, haveloze entree, die Amsterdam de uit het Westen komende treinreizigers biedt, was het gezicht op de klapbrug met daarachter de befaamde pakhuizen- reeks nog een boeiend schouwspel. Door ingrijpen ware dit nu nog te herstellen. Reeds had het'stads bestuur mede op ons verzoek aandacht getoond voor de pakhuizengroep Vreede en deze van dakbe dekking doen voorzien, daarna heeft het Bestuur van de Bond Heemschut ook de belangstelling van B. W. gevraagd voor het daarnaast liggende deels verbrande dubbele pakhuis, dat de centrale figuur is in de forse en imposante gevelrij. Het stemt dan nu tot grote voldoening van B. W. bericht te mogen ontvangen, dat het bedoelde pand, Prinseneiland 75 door de Gemeente zal worden aangekocht en na herstel een goede be stemming zal worden gegeven. Verlenging van de tijdelijke wet monumentenzorg Het bleek niet mogelijk het ontwerp Monumenten wet zo tijdig aan de Staten-Gcneraal ter behande ling aan te bieden, dat de wet nog voor 1 Januari 1954 het Staatsblad zou hebben bereikt. Aldus lezen wij in de Memorie van Toelichting. Dat kan er op duiden, dat de voorstellen, zoals die reeds lang geleden geformuleerd waren door de desbe treffende Rijkscommissie, op weerstand stuitten. Van welke aard die zijn en tot welke compromissen dit geleid heeft zal de tijd moeten leren. De Minister van O.K. W. heeft toegezegd, alles in het werk te zullen stellen, opdat het ontwerp Monumentenwet binnen enkele maanden ter ken nis van de Tweede Kamer gebracht zal zijn. In tussen is verlenging van de Tijdelijke Wet gevraagd tot 1 Januari 1956. 2

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1954 | | pagina 8