A. G. M. BOOST
STRIJD TEGEN ONTSIERING
Indien men enig gevoel heeft voor algemene en
eenvoudige begrippen van welstand, van stijl en
verhoudingen en van wat zich als ontsiering voor
doet langs de weg of in het aangrenzende land
schap, zal men moeten toegeven, dat aan de ver
zorging van het aspect van onze wegen en aan de
zorg voor de gaafheid van het landschap nog zeer
veel ontbieekt. Het is merkwaardig en vaak onbe
grijpelijk, dat ondanks het werk van talloze in
stanties en organisaties, die moeten waken voor de
schqonheid van stad en land schoonheid, wij
betoogden het herhaaldelijk, die wellicht nergens
gemakkelijker kwetsbaar is dan in ons vlakke en
dichtbevolkte land zoveel lelijks kan verschijnen
op plaatsen waar dit uitgerekend het meeste kwaad
kan. In een onbewaakt ogenblik is het euvel ge
schied, tenzij men toevallig op de gedachte is ge
komen eens na te gaan in hoeverre het bewuste
object een tot dusver fraai landschappelijk aspect
zal bederven en of wellicht door een gewijzigde
plaatsing, door afschermende beplanting, of op
andere wijze, het kwaad voorkomen of verminderd
kan worden.
Want het is nu eenmaal gesteld, dat de meeste
moderne bouwsels, of 't nu watertorens, silo's, gas
houders of fabriekscomplexen zijn, het niet „doen"
in onze vlakke gebieden. Men moet dus met grote
zorg bedacht zijn op concentratie van „lelijke"
objecten en op de maskering en afscherming ervan.
Wordt de spoorwegreiziger niet stelselmatig ge-
tractcerd op eindeloze onverzorgde en rommelige
achtergevels van huizen, verwaarloosde „back
yards", opslagplaatsen, fabrieksterreinen en wat er
Vervolg van fiag. 10.
tjes van deze erven. Ruimtelijk kan aldus een
typisch stadsbeeld ontstaan.
Tot slot dit: zegt U nu niet, na het beschouwen
van de beide foto's, dat het sop de kool maar nau
welijks waard is.
Weliswaar is deze Haven geen bijzonder mooi
voorbeeld van een oud-Hollands grachtje maar toch
vormt het geheel een levendige en karakteristieke
trek in het aangezicht van IJssclstein, en een mooi
uitgangspunt voor een herstel, zowel stedebouw
kundig als sociaal, van dit vervallen stadsdeel.
maar aan trieste lelijkheid en stuitende rommel
denkbaar is, zonder enige poging tot afscherming,
laat staan een betere situering van de complexen
En hoeveel schilderachtige en gave landschaps
beelden, welke onze plassen en wateren, polders en
heidegebieden de toerist bieden, worden grondig
bedorven door planloos uitgezaaide industrieën en
bedrijven.
Laten we ons voorlopig bepalen tot het aspect van
onze wegen.
Schier elke toeristische weg, en dit begrip behoeft
zeker geen nadere toelichting, wordt aan een, doch
vaak ook ter weerszijden, begeleid door naargees
tige palenrijen voor telefoon- en laagspanningslei-
dingen, die zelfs niet door een boombeplanting
althans enigermate worden gemaskeerd.
11
Vale lintbebouwing te Beverwijk
aanplakwoedc