ï&i
zin verstoken, enorme torenklomp
met zwakke buurtlandse steen op
te trekken, terwijl aan de na
burige kapel van het Predikheren-
klooster (thans Choor-,,Klooster
kerk") uitbundig natuursteen en
ander kostelijk materiaal toepas
sing vonden De oude kronieken,
die goed zijn bewaard, helderen
dit compleet op. Het leven van
Jan van Beieren bestond, ondanks
zijn onmiskenbaar hoge levens
staat, goeddeels uit oorlogsvoe
ren, hetgeen (destijds) gelijk stond
met roof en doodslag, „Kapen",
langs de stromen, op 't land en ter
zee! In 1418 was hier het huwelijk
gesloten tussen zijn jeugdige, zeer
gevierde nicht, de rechtmatige
landsgravin, Jacoba met haar oom
Jan van Brabant, door wie Jan
van Beieren zou wordén gesteund,
ook wegens uitputting zijner geld
middelen. Maar in Maart 1421,
stak de eigengereide Jacoba (in 't
geheim) over naar Engeland, al
waar zij met de broer van de
koning hertrouwde. Deze maakte
daarop aanspraak op de landrech
ten van zijn vrouw en rustte een
landingsleger uit, om daaraan
kracht bij te zetten. Het oorzake
lijk verband met Jans „timmeren
an die toorn", waarVan in 1421
zijn rentmeester gewaagt, is dus
niet gezocht, doch wordt beves
tigd doordat vastgesteld is, dat
hij de Noordzeekust door „kond
schappers" liet bewaken (Alg. Gesch. der Neder
landen, deel 3).
De Engelsen zijn inderdaad (in October 1424) op
het vaste land (Calais) geland maar werden ten
slotte verslagen (Brouwershaven, '26). Jan van
Beieren werd vergeven. Jacoba werd in Engeland
verstoten en werd na menig avontuur in 1428 (bij
het „zoenverdrag" te Delft van 3 Juli) weer in hare
rechten hersteld als landsvrouw van Henegouwen,
Holland, Zeeland en Friesland. Zij nam haar in
trek op het slot Teylingen, waar zij, jong nog, stierf.
Thans wordt zij daar ieder jaar met blocmenf eesten
herdacht. In de herinnering aan deze benarde
episode (ook de St. Elisabeths-vloed greep plaats
in 1421welke ons land te boven kwam, is eigen
lijk de enige waarde van deze geweldige toren-
klomp gelegen. Nadat Jacoba in haar gewesten
was teruggekeerd, is er in geen eeuw meer iets
over de toren in dc kronieken te bekennen. Later,
in 1539, zal er een eenvoudige beëindiging opge
zet zijn, welke op veel doeken van de 16de eeuw is
afgebeeld en die met het karakter van een waak-
toren strookte.
Daaraan hebben we ons dus te houden, gedachtig
de spreuk op het oude raadhuis: Vigilate Deo
Confidentes"
9
w*
Kti.i 9*t
MM*»*
Dorpsgezicht uit de eerste helft dei I7e eeuw, fragment van een kopergiavuic door
Leon Schenk uit het Haagse Gemeente-Archief foto Ua ijse Courant