A. BERTOEN HET IN STAND HOUDEN VAN GRACHTEN EN KANALEN Na de vele sombere berichten over de demping van grachten en kanalen is het prettig een ander geluid uit de Provincie Utrecht te laten horen. Een belangrijk werk wordt in de stad Utrecht verricht. Hier wordt op grote schaal gewerkt aan de restau ratie van de werven langs de Oudegracht, gepaard met een herstel van de walmuren en van de balies. Een deel van de werven bij de Viebrug is al gereed; ijverig wordt gewerkt nabij het Stadhuis. Ook langs andere grachten, de Nieuwegracht en de Kromme Nieuwegracht, hebben reeds enige herstelwerkzaamheden plaats gevonden. In IJssel- stein is de smalle gracht, genaamd de Haven, ge heel hersteld. De Haven was in vroeger tijden de vluchtplaats voor schepen indien belege ring van dé stad dreigde; er wordt niet gelost of geladen. De grote waterpartij tegenover de oprijlaan van het Kasteel Renswoude, die de laatste jaren geheel dreigde te verlanden, is schoongemaakt, wat de omgeving van het kasteel zeer ten goede is ge komen. Ook de slotgracht om de ruïne te Wijk bij Duurstede is uitgebaggerd, waarbij tevens dc wal kanten zijn opgeknapt; met de gerestaureerde hoektoren is op deze wijze een fraai geheel ont staan. Na overleg tussen diverse instanties is be reikt dat, reeds enige tijd geleden, het onooglijke deel van de vaart tussen de sluizen te Bunschoten werd gedempt, maar de vaart zelf en de binnen haven werden behouden. En tenslotte kan worden bericht dat de dreigende demping van grachten te Breukelen van de baan is. AC. M. ASTOFFELS DE HAAGSE TOREN „Die Haghe", „Den Haag" of 's-Gravenhage, zetel van 's lands bestuur, heeft sinds het einde van de laatste oorlog een belangrijke gedaanteverwisseling ondergaan. Twee grote stadswijken zijn tengevolge van oorlogshandelingen tendele verwoest en van de oude stadskern moesten enige fraaie panden, o.m. het „Tapijthuis" (1665), waarin het Franse gezantschap was gevestigd en de door Jan de Witt gestichtte kanonnengieterij van Pieter Post uit de zelfde tijd, het ontgelden. Men is thans doende het (mede door de toelating van ruim honderdduizend inwoners verscherpte) nijpend gebrek aan woon ruimte op te heffen en heeft in het zuiden van de stad een uitgebreide wijk bijgebouwd en nieuwe wegen doorklieven de eerder genoemde stads wijken. Buiten dit oorlogsgebeuren bleef de Haagse stadstoren St. Jacob, welke met zijn grote, zes hoekige massa en zijn ijzeren helm (die er de laat ste honderd jaar opstond) een alom bekend stads- embleem was geworden. Totdat helm en romp het beide begaven en het een voldongen noodzaak werd om het geheel een vaste vorm te geven, die het langer zou doen dan een eeuw. Daartoe zal het zijn nut hebben, zich eerst over de bouwgeschiedenis te bezinnen. Deze verklaart hier veel, zij wijkt ook van de norm af, evenals de zes hoekige plattegrond en de geïsoleerde plaats van het torenlichaam, welke beide zeer eigenaardig en enig in den lande zijn. De stenen romp is in 1421 met steun van de land heer Jan van Beieren opgericht en werd pardoes pp de doelmatige hoogte van ongeveer 57 meter boven het maaiveld beëindigd. Van die hoogte af kon men de branding aan de zeekust en de „vuur baak" te Scheveningen onbelemmerd waarnemen. Wat bewoog de landheer, die zelf in het hechte „Pallas" op het Binnenhof zetelde en er een hof staat op na hield, waarin baanbrekende kunste naars (o.a. niemand minder dan de schilder Jan van Eyck) waren opgenomen, om deze van kunst- 8

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1954 | | pagina 14