Staten van Gelderland tot niet-goedkeuring van
een besluit van de gemeenteraad van Buren werd
gehandhaafd, critiek uitgelokt. De Raad had n.1.
besloten tot verkoop en de daarmede gepaard gaan
de opruiming van bomen op zo grote schaal, dat
Buren daardoor in sterke mate van zijn natuur
schoon zou worden beroofd en de Kroon oordeelde
dat Ged. Staten daarom terecht hun goedkeuring
aan deze verkoop hadden onthouden.
Het is duidelijk, dat dit twistpunt van veel belang
is. Er zijn immers tal van handelingen, waarop prin
cipieel geen goedkeuring vereist wordt, niet alleen
benoeming en ontslag van ambtenaren, verlening
van subsidie, enz., maar ook, zoals in het,boven
vermelde geval, het vellen van bomen, het aan
leggen van een weg, het dempen van een gracht en
vele andere, die uit Heemschut-oogpunt belang
stelling verdienen. Wanneer nu met een desbetref
fend besluit een burgerlijke rechtshandeling ge
paard gaat of deze daaruit voortvloeit, welke wèl
goedkeuring behoeft, dan zou het een veilig gevoel
geven, indien als een paal boven water stond, dat
alle mérites van de zaak zelf daarbij in aanmer
king mochten worden genomen. Het standpunt,
dat dit inderdaad mag, is, vooral in latere tijd, in
meer dan één geval door Ged. Staten ingenomen
en door de Kroon bevestigd. Het is o.a. verdedigd
door de burgemeester van Meppel, Mr A. Kleijn,
in „De Nederlandse Gemeente" van 5 Januari
1951no 1. Het is ook zeer goed vol te houden,
wanneer we de ratio van het hoger toezicht zien
als de bescherming niet alleen van vermogensrech
telijke belangen der gemeente tegen onjuist inzicht
van een zittende gemeenteraad, maar ook als een
waken tegen inbreuk op meer algemene, inzonder
heid hogere, zelfs nationale belangen, die door
plaatselijke kortzichtigheid in het gedrang kunnen
komen. Stel het geval, dat een gemeente van uit
nemend belang is voor de récreatie van de inwoners
der grote steden en de (plattelands) gemeenteraad
alleen maar oog zou hebben voor agrarische be
langen, industrialisatie, enz. Zij, die voor een be
perkte opvatting van het hier besproken goedkeu-
ringsrecht "pleiten, zullen er op wijzen, dat de juiste
manier om die meer algemene belangen tegenover
een gemeenteraad tot gelding te brengen, is te zoe
ken in het vernietigingsrecht. Maar deze figuur wil
len we liever zien als ultimum remedium, ook voor
de goede verhoudingen, daar hierbij, zoals we nog
zullen opmerken, b.v. de burgemeester in de nood
zakelijkheid kan komen, zich tegenover zijn ge
meenteraad te plaatsen. Het komt ons niet juist en
allerminst logisch voor, met betrekking tot beslui
ten, die ter goedkeuring aan het hoger gezag moe
ten worden voorgedragen, te schermen met het
vernietigingsrecht.
We hebben hoop, dat de beperkte opvatting van
het goedkeuringsrecht, al had ze o.a. de instem
ming van Kranenburg, tot het verleden zal gaan
behoren, al is het alleen maar om de volgende re
den. Tot de aan goedkeuring onderworpen be
sluiten inzake burgerlijke rechtshandelingen, be
horen die tot het aangaan' van geldleningen. We
weten nu hoe in de laatste jaren de Regering stren
ge richtlijnen heeft gegeven aan de colleges van
Ged. Staten bij het toetsen van desbetreffende
raadsbesluiten. Hierbij gelden heel andere criteria
dan die van het vermogensrechtelijk belang der
gemeente. Vele gemeenten zullen zich met lede
ogen een begeerde geldlening hebben zien ontgaan,
omdat het hoger gezag weigerde daaraan zijn fiat
te geven, hetzij omdat als gevolg van de gemeen
telijke leningspolitiek die van de Staat in de knoop
dreigde te komen, hetzij omdat ook in ruimer zin
hieruit gevaar zou kunnen ontstaan voor het geld
en credietwezen van onze volkshuishouding.
(Wordt vervolgd)
90
NIEUWE LEDEN
Als buitengewoon lid traden toe:
Ir, W. Badon Ghijben, Haarlem; Jhr M. V. Beelaerts van
Blokland, Barchem, post Lochem; Mr P. J. W. Beitjes,
Arnhem; A. M. Benders, Maurik; Ir C. H. M. Boeree, Oegst-
geest; Drs Willem Frederik Bon, Amsterdam; J. Brouwer,
Aalsmeer; Mevr. E. Broekman Vriesman, Bergen; IrT'. C. J.
Dingemans, Maastricht; C. J. ten Cate, Deventer; N. Char
les Dekker, Amsterdam; Th. W. J. Driessen, Middelaar post
Mook; H. J. van Gruting, Bergen op Zoom; J. W. Hageman,
Haarlem; Mr Tj. Halbertsma, 's-Gravenhage; Mr L. van
Heijningen, 's-Gravenhage; F. G. Hoefer, Maastricht; Jhr.
Mr H. J. van Holthe tot Echten, Echten. H. C. Hoogland,
Maastricht; P. M. A. Huurman, Laren; Ir L. J. A. de Jonge,
Hattem; C. van Kalveen, Amersfoort; Ir C. Keesman,
Alkmaar; W. A. Koppejan, 's-Gravenhage; Zuster W. M.
A. Q_. Kouwer, Utrecht; A. H. Kwantes, Amsterdam; Mevr.
J. W. de Lange-Dike, Rijswijk; H. J. T. M. Lohmeijer,
Breda; J. G. van Marlej Amsterdam; J. C. van Marken,
Amsterdam; P. E. Moes, Bussum; Mr P. L. H. Peutz,
's-Gravenhage; Ir H. H. Rieuwerts de Vries, Arnhem;
Lt. Generaal b.d. Jhr W. Roell, 's-Gravenhage; J. de Ronde,
Eindhoven; P. Rueb, Rotterdam; Mr R. A. Rueb, Velp;
A. M. Rijckevorsel, Huissen; Ir E. L. C. Schiff, 's-Graven
hage; H. Schrijver, Amsterdam-Z; I. L. D. Baron Sirtema
van Grovcstins, Brammen; M. K. J. Smeets, Roermond; Dr
Jt A. van Steyn; Ir S. H. Stoffel, Delft; Ir C. M. A. Stoffels,
's-Gravenhage; Jhr. Mr. A. Stoop, Dordrecht; Jhr Ir J. C.
Stoop, 's-Gravenhage; Jhr Mr J. A. Strick van Linschoten,
Zwollerkerspel; Ph. Struik, Woudrichem; Mr J. Swart, Rot
terdam; M. J. L. Baron Taets van Amerongen, Renswoude;
Ir C. B. van der Tak, Amersfoort; E. den Tex, Amsterdam-Z;
Prof. Dr. J. J. M. Timmers, Maastricht; M. Veldhuizen van
Zanten, Lisse; Th. J. G. Vosskuhler, Enschede; L. G. H. van
der Waals, Rotterdam-C; W. A. van den Wall Bake, Vorden;
C. J. van de Watering, Wekerom, post Harskamp; H. H. van
der Werff, Geldrop; Mr H. Willemse, Rotterdam-O; J. S.
Wurfbain, Spankeren (Gem. Dieren)Mr Dr B. I. Zijlstra,
's-Gravenhage.
Als gewoon lid traden toe
Heemkundecommissie te Brunssum, Brunssum; Provinciaal
Museum van Drenthe te Assen, Oosterwolde (Fr.)Prov.
Vereniging voor Vreemdelingen-Verkeer te Groningen. Gro
ningen.
Als Donateur trad toe:
N.V. Nederl. Ford AutomobieLFabrieken, Amsterdam.