Evenals het metselwerk werd ook- het houtwerk aanbesteed en vermoedelijk was dit op dezelfde dag gebeurd. We lezen dat „Arien Lenartz, tim merman, die achtervolgens zeker besteck angeno- men heeft all thoudtarbeyt" 700 L hiervoor be dongen had. Welk bedrag ook hier vermeerderd werd met 7 L voor "tlaechste insetten". Deze Le nartz was een inwoner van Geervliet; reeds in 1567 nog' voordat men aan de grootscheepse vernieu wing van het kasteel begonnen was, zagen wij hem bezig met het maken van een nieuw gevangenhuis in het kasteel. De hoge bedragen, die hij in tegen stelling tot de metselaars alleen draagt, wijzen erop dat hij een kapitaalkrachtig aannemer moet zijn ge weest. In tegenstelling tot de wijze waarop het met selwerk werd aanbesteed zien we dat hier de leve rantie van het materiaal voor de rekening van de aannemer is. Hierdoor is verklaard dat het bedrag aan het timmerwerk zoveel hoger is dan dat waar voor het metselwerk aanbesteed was. We vinden in de rekeningen dan ook geen posten over houtleve ranties en weten dus niets van de herkomst van het materiaal. Later wordt Argin Lenaertsz nog be taald voor ,,seeckere buytenswerck bij hem gemaect boven 't besteck mits zeeckere houdt bij hem daar toe gelevert". De afwerking van het vernieuwde kasteel is tot in onderdelen te volgen. Talrijk zijn de posten voor ijzer en loodwerk. Het hang- en sluitwerk komt uit Dordt. Gheerdt de glaesmaecker levert „seckeren nyieuwe glaesen". Aert Wouters wordt betaald omdat hij met zijn „gesellen het voors. huys met schaliën gedekt heeft." De leien werden door de opdrachtgever aangekocht. In totaal zijn er.,,28000 schaelgen" aangevoerd, „ende zeeckere stucken van schaliën". Lang schijnt het kasteel niet in deze toestand ge bleven te zijn. In 1595 zijn er blijkens de bewaard gebleven rekeningen en quitanties, opnieuw uitge breide werkzaamheden verricht. Het slot schijnt" een tijdlang leeggestaan te hebben, want: „die balcken ende ribben boven en beneden het huys, die welcke door de oopentheyt van de kosijnen gans verwatert ende groen geworden waren door de regen", werden gereinigd en vernieuwd. Men maakt nieuwe vensters en luiken aan de kozijnen en van binnen enkele nieuwe deuren en een bedstede. Bij de keuken verrijst een nieuwe aanbouw, ver moedelijk gebruikt men hierbij de „steen der afge broken thorens" want er is geen aankoop van steen, wel van geringe hoeveelheden kalk en zand. Al met al schijnen de werkzaamheden van 1595 meer een 64 Het Hof van Putten te Geervliet in het midden van de 17de eeuw, naar een tekening van R. Roghman

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1953 | | pagina 32