Ir R. Meischke b.i.
EEN ACHTTIEND E-EEUWS VERBOUWINGSPLAN
VAN HET HOF VAN PUTTEN TE GEERVLIET
In het archief van het Departement van Oorlog
(Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage) bevindt
zich een map tekeningen van het slot te Geervliet
uit 1772 (plans van gebouwen nr 598) Een platte
grond uit 1770 geeft de bestaande toestand weer;
een geveltekening, enkele doorsneden en een af
zonderlijk ontwerp van een schoorsteenmantel ma
ken het weinig omvangrijk verbouwingsplan uit.
Bouwkundige tekeningen van kastelen zijn voor
het merendeel verbouwingsplannen. Zowel voor
hun architectuur als voor hun tekenwijze zijn zij
daardoor van minder belang dan ontwerptekenin
gen van b.v. stadhuizen of andere stedelijke gebou
wen Toch is een dergelijk plan vaak van veel be
tekenis voor de kennis van het bouwwerk, zoals dit
bescheiden 18de eeuws verbouwingsplan, van een
van onze grotere, nu verdwenen kastelen ons tonen
zal.
Op de tekening van de vernieuwde voorgevel komt
nog het oude toegangspoortje voor dat bewaard
kon blijven. Het jaartal 1569 daar boven, wees ons
de weg bij het zoeken naar gegevens over de ge
schiedenis van het gebouw. Het kasteel dat Nico-
laas van Putten omstreeks 1300 te Geervliet sticht
te, was via de geslachten van Abcoude en Gaesbeek
in 1456 in bezit van Philips van Bourgondie ge
komen, en werd later met de grafelijkheid van
Holland verenigd.
De grafelijkheidsrekenkamer verschaft ons dan ook
nadere inlichtingen omtrent de verbouwing die het
kasteel in het jaar 1569 onderging. Dat deze ver
bouwing zeer ingrijpend was, blijkt uit de grote uit
gaven die wij in de jaren i568-'70 in de rekeningen
aantreffen onder het hoofd„Reparatien ende Re-
fectien gedaen aenden huyse en slooten staende
binnen der stede van Geervliet Door de nauw
keurige omschrijvingen bij de talrijke posten zien
we het werk aan het kasteel weer voor onze ogen
afspelen. Men vernieuwt niet alleen veel van het
bestaande muurwerk, doch legt ook enkele nieuwe
fundamenten aan voor muren en kelders. Er wer
den daartoe ,,66 groete eisen int fundament ge-
heyt" Een schipper uit Dordt bracht oude plan
ken, om „int fundament te leggen". Ook gebruikte
men daartoe een aantal oude scheepsplanken.
Drie metselaars, Arien Sluis, Marten Huygens en
Gijsbrecht Gerrits traden op als aannemers van
het „arbeytsloon van de nyeuwe metselrie". Zij
bedongen hiervoor „volgende tbesteck" 300 L, welk
bedrag vermeerderd werd met 7 L voor "tlaechste
insetten". Deze laatste term wijst er op dat er een
soort aanbesteding plaats moet hebben gehad.
Hierop wijst ook een post voor het drinkgeld van
timmerlieden en metselaars die te Geervliet kwa
men. Uit welke plaats de drie aannemers, aan wie
het werk gegund werd, afkomstig waren was uit de
rekeningen niet op te maken.
De aanbesteding betrof alleen het werk, de mate
rialen werden door de opdrachtgever aangekocht.
Hieraan danken wij dat we door het optellen van
verschillende rekeningsposten na kunnen gaan wat
er verwerkt werd. Uit Dordt komen 245 „hoedt
calcx" en 50 tonnen cement (tras?). Ook het met-
selzand wordt uit Dordrecht aangevoerd, evenals
het gereedschap der metselaars en der leidekkers
De hoeveelheid steen die men verwerkt is eveneens
na te gaan. In 1568 komen er 420.000 „dubbelde
roede Leydsche steen" op het werk aan, terwijl het
volgend jaar 330 000 steen van de Yssel gehaald
wordt. Van Woerden betrok men 6000 vloertegels.
Het valt op dat er voornamelijk baksteen gebruikt
wordt. Er komen slechts enkele posten voor over
natuursteen. Zo wordt de Dordtse steenhouwer
Jan Willems betaald: „ter cause van witte steen"
en een ander maal wordt „zeeker witte steen" van
Dordrecht naar Geervliet verscheept. In deze wei
nige posten zal o.m. levering van het toegangspor
taal begrepen zijn. Aangezien er op het werk niets
van steenhouwerswerk blijkt mogen we aannemen
dat Jan Willems dit kant en klaar uit Dordrecht ge
stuurd zal hebben.
63
Het Hof van Putten in 1749, zoals het is afgebeeld in „Ver
heerlijkt Nederland"