toont, ondanks de treurige staat, waarin hij ver
keert, nog wel zeer duidelijke aanwijzingen voor de
bedoeling, die de opdrachtgever met het bouwwerk
had. Aanvankelijk vrijstaande van de ommuring,
moeilijk te betreden, herinnert deze stoere toren in
veel opzichten aan de ongenaakbare Franse of En
gelse donjons; voornaamste versterking van het
kasteel, woning en laatste toevluchtsoord voor de
burchtheer en de zijnen.
De muren zijn ongeveer 2.60 m zwaar en de ruimte
is vrij gering; slechts omstreeks 6x6 meter! De
huidige kelder schijnt oorspronkelijk volkomen
donker te zijn geweest. Eerst de volgende woonlaag,
overdekt met een sedert lang verdwenen koepel
gewelf, kreeg licht via een schuin door de muur
naar boven lopende lichtkoker van wel 5 meter
lengte. Ook hier heeft men het met weinig licht
moeten stellen. Waarschijnlijk bevond zich ter
plaatse een opslagplaats voor leeftocht, enz. Hoe
de verbinding met de bovenliggende verdieping
tot stand kwam, is niet duidelijk. Een uitholling
van de"gewelfaanzet wekt het vermoeden, dat een
trap door het gewelf is gebracht. Maar dit ziet er
uit als een noodoplossing. Wellicht komt men nog
wel eens tot andere gedachten, wanneer men overal
goed bij kan komen.
Vervolgens de eigenlijke woonverdiepingeen
schouw, in de loop der tijden uitgebroken tot ven
ster, is kenmerkend voor de bestemming van deze
kamer. Hier begon ook de muurtrap naar de vol
gende verdieping. Naar boven kijkend ontwaart
men een koepelgewelf met diagonaalsgewijs ge
plaatste vrij vlakke ribben. Het laat zich vrij ge
makkelijk vaststellen, dat de vloer, die zich over
de kruin van het keldergewelf uitstrekte, hoger lag
dan men op grond van de drempelhoogte der uit
gebroken doorgangen zou verwachten. Deze wij
ziging van de oorspronkelijke toestand schijnt
overigens al van oude datum te zijn; wellicht uit
de dagen van bisschop David van Bourgondië
(tweede helft 15de eeuw)In een nis bevindt zich
de schacht van een waterput. Tal van sporen in het
muurwerk prikkelen de beschouwer om zich een
beeld te vormen van de oorspronkelijke toestand.
Men speurt naar alle mogelijke gegevens, die ons
zouden kunnen inlichten over de vraag, hoe het er
hier omstreeks 1300 uitzag.
De muurtrap opgaande kan men, zij het ook met
moeite, een platform bereiken. Hier is klaarblijke
lijk zoveel gewijzigd een deel van het opgaand
muurwerk is in de 15de eeuw vernieuwd dat de
oude toestand niet meer vast te stellen is. Niettemin
vormt de vierkante donjon van Wijk bij Duurstede
een buitengewoon belangwekkend voorbeeld van
een 13-eeuwse woontoren.
Langzamerhand wijzigt zich de functie van de
donjon. Als defensieve factor van de eerste rang
worden zij in de verdedigingswerken van het ka
steel opgenomen als hoofdtoren, geplaatst op een
der hoeken. Vaak vindt men de brug vlak langs de
grote toren geleid, opdat men vanaf de tinnen de
toegang zal kunnen verdedigen. Het aantal voor
beelden hiervan is legio. Het huis Spangen bezat
zo'n zwaar bouwsel op een der hoeken; de poort
lag er naast. Bij het kasteel van Egmond was het
niet anders, evenals te Hernen. Tegen de ringmuur
van Kessel (Limburg) werd een donjon opgetrok
ken, teneinde de opgang van de burchtheuvel te
kunnen bestrijken. Ook bij het huis Bergh heeft
de prachtige, vrij late donjon weer hoofdzakelijk
de opdracht, de toegang tot de burcht te bescher
men.
Tegenover al deze voorbeelden van vierkante don
jons staan de ronde verre in de minderheid. Bekend
is de fundering van de zestienhoekige toren, die in
1940 op de ruïne van Valkenburg (L.) gedeelte
lijk blootgelegd is. De doorsnede bedraagt onge
veer 13 meter bij een muurdikte van omstreeks
2 y2 m. Deze toren schijnt vrij op het binnenplein
gestaan te hebben; de onderzoekingen hebben nog
geen gegevens opgeleverd, waaruit een bevredi
gend beeld van de toren en zijn omgeving opge
bouwd zou kunnen worden. Men dateert het over
blijfsel wel in de 13de eeuw.
Vrij op het binnenplein stonden ook de veelhoekige
toren van Heusden (eind 12de eeuw) en de ronde,
tufstenen van Bergh. We kunnen ook in deze geval
len slechts uit de teruggevonden funderingen op
maken, dat ze bestaan hebben.
Uit afbeeldingen kennen we de alleenstaande ronde
toren op de heuvel te Huissen. Bij het weggraven
van de hoogte, enige jaren geleden, zijn er puin-
sleuven van teruggevonden. De uitgekraagde weer
gang wekt het vermoeden, dat de ouderdom van
de toren niet verder in het verleden dan tot op de
13de eeuw zal teruggaan. Een prachtige ronde
donjon werd opgenomen in de veelhoekige om
muring te Steyn. De doorsnede bedraagt 9.50 me
ter; de muurdikte ruim 3 meter! De „Witte Toren"
draagt alle kenmerken van een donjon. De oor
spronkelijke ingang ligt 6 meter boven het bin
nenplein. De ruimte, die men, hier binnentre
dende, vroeger aantrof, werd als woonruimte
gekarakteriseerd door een schouw. Het 16 meter
hoge bouwwerk was onderverdeeld door twee ge
metselde gewelven en enige houten zolderingen.
Ook de donjon van Steyn met zijn uitgekraagde
kantelen wordt in de 13de eeuw gedateerd.
Ronde woon- en weertorens bezitten ook Sterken-
burg en Loenersloot, beide in de provincie Utrecht,
en Rozendaal, in de nabijheid van Arnhem. Mis
schien wel de merkwaardigste van al deze donjons
52