zen, die, zonder meesterwerken
van architectuur te zijn, toch het
gevoel voor juiste verhoudingen
en de kennis van modieuze ver
sieringsmotieven van een gedegen
vakman verraden. Wie waren die
bouwmeesters?
Voor de 18de eeuw is het moge
lijk een bepaalde suggestie te doen
In de grensstreken, waar de ver
sterkingen tegen een invallende
vijand (geen hersenschim na de
8o-jarige oorlog en de invallen
d^r Munstersen en Fransen)
moesten worden aangelegd en on
derhouden, bestond een aantal
technici, die thans allen een mili
taire rang bij de genie zouden be
kleden. De hoogste, ingenieurs
genaamd, hadden officiersrangen.
Dit waren de enige, toen beken
de ingenieurs, waarvan de latere
niet-militaire als civiel-ingenieurs
werden onderscheiden met de
zelfde titulatuur van „WelEdel-
Gestrenge Heer".
Onder de veelzijdige kennis, die
van hen verlangd werd (evenals
van de huidige genieofficieren),
was ook die van het ontwerpen
van gebouwen voor militaire be
stemming, als arsenalen en wacht
lokalen in de garnizoenen en later
kazernes. Onder hen stonden
eveneens deskundige opzichters,
die ieder hun eigen district had
den. De taak voor de landsverdediging vulde niet
al hun dagen, en het was hun vergund ook parti
culiere opdrachten uit te voeren; ook voor het
landmeten waren zij de officiële deskundigen.
Hun technische vindingrijkheid werd voor allerlei
doeleinden gebruikt; onder Prins Willem III ver
zorgden de ingenieurs Vleugels en Meester de
waterwerken op het Loo en op Honselaersdijk
Wanneer die lieden behalve algemene technische
kennis ook enige artistieke aanleg bezaten, dan
waren zij de beste, gemakkelijk bereikbare des
kundigen voor het ontwerpen en uitvoeren van
grotere gebouwen, die ook aan aesthetische eisen
moesten voldoen.
Wij weten van verschillende gedocumenteerde ge
vallen (Amerongen en Verwolde b v.), welke last
een bouwheer zich op de hals haalde door op het
platteland de bouw van een groot, ook in details
verzorgd herenhuis te ondernemen. Hij had de be
schikking over het goede vakmanschap van de lan-
delijke vaklieden, die echter slechts ervaring van
eenvoudiger opgaven hadden. Zelfs wanneer hij
ontwerpen van een goede architect uit het Westen
kreeg, dan moest hij bij talrijke spoedeisende vra
gen zelf de beslissing nemen, in overleg met de lo
cale timmerman of metselaar Soms moesten, als
op Amerongen,-de bakstenen ter plaatse worden
gebakken Het is te begrijpen, dat men gaarne een
goede ontwerper koos, die, zoals deze militaire in
genieurs, gewend waren met de plaatselijke krach
ten te werken en die zelf ook nu en dan op het
werk konden komen Bij de landelijke, de bouw
heer goed bekende bazen behoefde men wel geen
bedrog te vrezen, maar het oog des meesters is toch
altijd gewenst, zoals Margaret van Reede-Turnour
op Amerongen dit toepaste De enige raadgever, bij
de bouw van Amerongen genoemd, was de te Ber
lijn gevestigde Nederlandse architect Michael Ma-
thias Smidts
Telkens worden, naarmate verschillende huisar-
47
Huis Bcrgh, 's Heerenberg, na de restauratie