M r A. Staring DE BOUWMEESTERS VAN LANDHUIZEN IN DE OOST EL IJ KE GRENSSTREKEN Wij weten betrekkelijk weinig van de architecten, die voor particulieren grote huizen in de steden en op het platteland hebben gebouwd. Voor de steden beschikken wij tenminste over een aantal namen van bekende kunstenaars en met de hulp van ar chiefvondsten en van weloverwogen toeschrijvin gen groeit toch geleidelijk de kennis Van hun werk. Voor de 17de eeuw zijn wij daarmee een eindweegs gevorderd, voor de 18de staan wij nog aan het be gin. Zeker moeten wij ook de verzorgde landhuizen in de zomerbuurten der Hollandse stedelingen bij dit werk betrekken. Hoe staat het echter met de landhuizen uit de 17de en 18de eeuw en de ver bouwingen van oudere kastelen in het Oosten des lands? Slechts in zeer enkele gevallen kennen wij daarvan de architecten. Nog in het begin der 17de eeuw heeft men zeker een beroep gedaan op enkele bouwkundigen, gevestigd in naburige steden. Zo weten wij, dank zij een dubbele signatuur op het gebouw zelf, dat de Emmerikse stadstimmerman Willem van Bommel omstreeks 1600 het kasteel Kcppel herbouwde; dezelfde bouwde ook in 1595-1601 de voorbouw van het raadhuis te Venlo en werkte ook van 1598 tot 1620 aan kasteel Bergh. De Zutphense architect Emont Helleraet, van wie wij nu het Wijnhuis te Zutphen en het raadhuis te Lochem kennen, zal ook wel eens te hulp zijn geroepen voor een kasteel of havesathe in de Graafschap. In de tijd van Willem van Bommel en Helleraet verkeerden Gelderland, Overijssel en de Nederrijn nog in een nabloei der renaissance, die daar in architectuur en sculptuur tot zo belang rijke resultaten had geleid. Uit latere tijdperken kennen wij daar geen streekarchitecten van opval lende bekwaamheid meer. Na het einde van de 80-jarige oorlog ontstond daar algemeen de behoefte niet alleen om ver woeste kastelen én havesathen, middelpunten van grondbezit, weer op te bouwen maar ook om be staande te moderniseren of door een beter bewoon baar huis .te vervangen, terwijl ook naast de rid dermatige huizen van de landadel geleidelijk voor de vermogende stedelijke families landhuizen, voor zomergebruik, op hun in aantal en omvang toe nemende bezittingen verrezen. Wij weten dat Phi lips Vingboöns in het derde kwart der 17de eeuw een aantal dezer vrij eenvoudige havesathen voor de landadel heeft ontworpen (Vanenburg in Gel derland, Rollecate, Peckedam en Harseveld in Overijssel). Wanneer een door fraaie verhoudingen en afwerking opvallend landhuis - werd gebouwd voor een aanzien- 1 lijk edelman met nationale rela ties, dan is er reden te denken aan de mogelijkheid, dat daarvan een bekend architect uit Holland de ontwerper is geweest, als Venne- cool voor Middachten, Romans voor het Loo of Marot voor de Voorst en Willem III's jachtkoe- pel nabij Roosendaal, als aan de wijze waarop men eveneens de hulp van zulk een architect inriep voor belangrijke stedelijke op drachten, als De Keyser voor een torenspits en een stadspoort te Deventer, Vingboons voor een toren te Kampen, Dorsman voor het Wanthuis te Deventer. Maar daarnaast bleven in de steden en vooral ook ten platte- lande nieuwe woonhuizen verrij- 46 Huis Bergh vóór de restauratie

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1953 | | pagina 14