tot weerbaarheid de aanwezigheid van grachten mede, thans dienen zij evenals de vijvers ter ver fraaiing, een element dat in hoge mate tot de be schouwer spreekt, maar de eigenaar meer lasten dan profijt brengt En toch zal hij trachten ze te onderhouden, omdat zij bijdragen tot het aanzien, de „standing" van het geheel. Het is ook zo met de neerhuizen; de koetshuizen, stallingen en zolders behoren tot het tijdperk van de koetsen en van de opbrengsten en pachten in natura De gelegenheid tot het stallen van moderne vervoermiddelen vraagt veel minder ruimte dan indertijd nodig was voor de eigen paarden en rij tuigen en die van gasten, die op het kasteel moesten overnachten, omdat de vier paarden, die de karos met bezoekers trokken, niet hetzelfde konden pres teren, wat een motor met vijf- of tienvoudig aantal paardekracht doen kan. En toch zal de eigenaar deze gebouwen in stand houden, omdat hij het aanzien en het karakter van de voorburcht niet wil aantasten. Wat voor deze bouwwerken geldt, is ook van toe passing voor het gastenkwartier. De gastvrijheid van een voorbij tijdperk bracht mede, dat het kas teel onderdak moest verschaffen aan soms talrijke bezoekers. Ook hierin stellen de tegenwoordige omstandigheden andere, meer bescheiden eisen. En toch kan de eigenaar de overtollig geworden ruimten niet slopen, omdat hij hiermede het aan zien van het monument zou aantasten Ook de pu blieke opinie zou zich hiertegen verzetten, maar zou hiermede de eigenaar niet tegemoet komen in de lasten van onderhoud, die op hem alleen blijven rusten Bedenken wij hierbij nog, dat de inkomsten van een goed niet zijn toegenomen in dezelfde ver houding waarin de lasten zijn gestegen, dat voor een goed onderhoud benodigd personeel moeilijk te krijgen is en dit bovendien veel kostbaarder is geworden dan vroeger; dat de sociale lasten zijn toegenomen en dat de verschillende belastingen een druk uitoefenen welke niet voldoende rekening houdt met de verhoogde lasten tot instandhou ding. Vergeten wij hierbij niet, dat de betaling van successie drie maal in één eeuw niet tot de uitzon deringen behoort en dat de Staat zulke hoge rechten heft, dat zij de vernietiging van een goed ten ge volge hebben, dan is het niet onbegrijpelijk, dat 43 Hernen, kasteel Hernen foto George Fhpse

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1953 | | pagina 11