J. A. Veldman HEEMSCHUT EN MODERN TOERISME IN TWENTE Helaas zijn nog vele Heemschutters van oordeel dat de Heemschutgedachte zich niet rijmt met de bevordering van het vreemdelingenverkeer omdat hun steeds weer het afschrikwekkende beeld van schillen, dozen en afgerukte takken voor ogen komt. Ook in Overijssel en in Twente ontmoeten we bij ons V.V.V.-werk nog zeer dikwijls deze opvatting en het is slechts luttele jaren geleden dat een der meest bekende Twentse natuurbeschermers zich op een vergadering liet ontvallen, dat hij de toeris ten heel graag mocht als ze maar niet verder kwa men dan Deventer omdat Overijssel (Twente) voor de Overijsselaren (Twentenaren) diende te blijven. En een andere bekende West-Overijsselaar vroeg in datzelfde jaar aan de voorzitter van een zeer druk bezochte jaarvergadering van een vereniging op het gebied van natuurschoon of deze het ook niet een zeer bedenkelijk verschijnsel vond dat de Provinciale V.V.V. in Overijssel duizenden folders van de provincie in ons land had verspreid. Hebben deze Heemschutters ongelijk met hun op merkingen? In de(kern van het probleem enerzijds niet. Immers het is waar dat de toerist, of laten we liever spreken van de bezoeker en voornamelijk dan van de opgeschoten jeugd, een voortdurende be dreiging voor menig schoon natuurplekje vormt en de wijze waarop dikwijls het natuurschoon en de natuur in bossen, bloemen of heide wordt vernield en ontluisterd in het Buurserzand of in het Lutter- zand, om twee voorbeelden te noemen, is bedroe vend en ontstellend. We geven dit als V.V.V.-er volmondig toe. Maar we verschillen toch volkomen van mening met onze mede-Heemschutverdedigers voorzover deze dit verschijnsel en daarmee het vreemde lingenverkeer in zijn meest primitieve vorm: het uitgaan op dagen als Hemelvaart en Tweede Pink- sterclag b.v. ontmoedigend noemen. Daarom ook gebruikten we in de aanvang van dit artikel het woord „helaas". En wij doen dit op grond van het feit dat uit deze menselijke gedragingen blijkt dat het óók een V.V.V.-taak is de mens tegen zichzelve te beschermen door hem beter op te voeden en zo lang deze mogelijkheid er is, mag men niet wan hopen, de handen in de schoot leggen of daadwer kelijk de groei van het toerisme tegengaan. Dit zou bovendien ook niet mogelijk zijn omdat,de toeristische groei niet te stuiten valt in een tijd waarin iedere werker korter of langer vacantie geniet. Juist door deze vacanties is het een taak van grote sociale betekenis geworden het toerisme te bevor deren en te trachten de toerist zelve zo nodig in goede banen te leiden. Het zou, naar onze overtui ging, moreel niet verantwoord zijn al die tiendui zenden vacantiegangers in de grote bevolkingscen tra in hun vrije dagen doelloos in de eigen stad te laten rondhangen met, vooral voor de jeugd, alle gevolgen van dien. En waar er in het Oosten dat prachtige land van Twente ligt, daar is het onze plicht vele vacantie gangers de weg te wij zen naar dat gebied waar ook het moderne sociale toerisme in de vorm van kamperen en goedkopere vacantie- verblijven steeds meer mogelijkheden vindt. Dit alles mag stellig geen economische zij de, dus het gewin, als uitsluitend uitgangs punt hebben. Uiter aard is dit wel een zeer belangrijke factor maar bij het op goede wijze be vorderen van het vreemdelingenverkeer moet het economische het sociaal-culturele niet volkomen overheersen. We mogen niet zeggen: zoveel verdienen we aan de gasten en nu gaan we eens kijken of we cultureel wat voor hen kunnen doen. Neen, het juiste V. V. V.- standpunt iswij, in Twente, hebben het voorrecht in een prachtige streek te wonenhet is onze plicht daarvan ook minder bedeelden te laten genieten en dan op een wijze waardoor ze geestelijk en licha melijk verrijkt en gesterkt huiswaarts keren. Eerst •37 Ergerlijke ontsiering van een zo fraai landschap.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1953 | | pagina 25