en de zijstroompjes van de Dinkel leverden veel water. De mens heeft hier en daar de beddingen der beekjes wat veranderd en uiteraard werden molenvijvers aangelegd om een gestadige water stroom te kunnen benutten. Men kan echter niet zeggen dat dit ingrijpen het landschap minder fraai maakte; integendeel is in vele gevallen te consta teren dat de beheersing van het kostbare water een zeer gunstige invloed had op de begroeiing van het stroomdal en de molenvijvers waren en zijn nog vaak idyllische plekjes op zichzelf, soms met een heel bijzondere flora. Zowel onder- als bovenslagraderen komen voor. Men kan een drietal bedrijfstypen onderscheiden, welke alle drie even typisch „bodemverbonden" zijn: korenmolens in directe relatie met de golven de akkers van dit oude cultuurland; oliemolens, die de olie uit het raap- en lijnzaad der boeren persten, en de houtzaagmolens, die de penetrante geur verspreidden van gezaagd eikenhout, dat hier ook inheems is. Een tiental waterradmolens is er nog, en daarvan zijn er zes in goede welstand en in bedrijf. Een goede 150 jaar geleden waren er ongeveer 30 in ge regeld gebruik. In de gemeente Tubbergen vinden we een viertal molens die echter niet in goede con ditie verkeren. Het zijn de korenwatermolen van Geesteren (vroeger stond erop dezelfde beek ook nog een oliemolen)de molens van Frans en van Bels op de Mander- of Mosbeek en de koren- en oliemolen ,,De Mast" te Vasse. De molen van Frans heeft een bovenslagrad en be vindt zich in goede staat. Hij is dagelijks in gebruik doch ziet er niet bepaald pittoresk uit. De molen van Bels ligt er vlak bijhij is vervallen en niet in gebruik. In dit gebied vond men vroeger wasse rijen en ook papiermolens; Ootmarsum was eens een vrij belangrijk papiercentrum. De molen „De Mast" te Vasse werd gedurende de laatste oorlog gerestaureerd door de bekende architect J. Jans te Almelo en is een sieraad temidden van een fraaie omgeving. Ook van deze molen wordt een nuttig gebruik gemaakt. Hij is thans mooier dan hij ooit geweest is Denekamp heeft zijn onvolprezen watermolen van Singraven en, minder bekend, de buiten gebruik zijnde molen van Hazelbekke aan de Oude Beek onder Nutter. Misschien dat deze laatste molen nog eens betere dagen tegemoet gaat in het kielzog van de toeristenstroom. Over Singraven zou een apart artikel kunnen worden geschreven; gelijk W. H. Dingeldein er inderdaad een afzonderlijk hoofd stuk aan wijdde in zijn „Land van de Dinkel". On getwijfeld is deze onderslagmolen (korenmolen en houtzagerij) de fraaiste van Twenthe, misschien wel van ons land. Hier was het dan ook dat Mein- dert Hobbema zijn inspiratie vond. Ook zijn leer meester Ruysdael vertoefde veel in deze streken. Deldeneresch (Ambt Delden) heeft een olie-water radmolen die ook heel oud is en helaas niet meer in gebruik. Hij staat op de Oelerbeek. Het waterrad is niet meer aanwezig. Dan resteren er in Twenthe nog drie waterradmo lens die in uitstekende staat verkeren en waarover we ons dus oprecht kunnen verheugen. Het zijn de korenmolen van Diepenheim (in eigendom bij de gemeente), de bekende molen van Oele (de Olde Meulen) in de gemeente Hengelo en de even be kende Oostendorperwatermolen te Haaksbergen, met zijn vele functies (korenmolen, oliemolen, hout zaagmolen, electriciteitsopwekker, dorsmachine, hakselsnijder!). Het zijn alle drie onderslagmolens. De Oostendorpermolen is na de oorlog door de ge meente aangekocht en in perfecte staat gebracht. Deze molen werd reeds in 1548 genoemd. In 1950 werd hij gerestaureerd. Zijn wij wel ingelicht dan is de vereniging „Het Overijssels Landschap" thans voornemens, de niet meer in gebruik zijnde waterradmolens indien mo gelijk tot nieuw leven te wekken. Mocht dit zo zijn dan hopen wij van ganser harte dat haar pogingen met*volledig succes zullen worden bekroond! 36 Geesteren.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1953 | | pagina 24