middendeel, de grote tunnel midden in de lengte
richting van het huis Het alleroudste type is het
Los Hoes Dit is het type, waarbij nog geen apart
woongedeelte wordt geformeerd, maar waarbij
mens en dier samenwonen in een grote ruimte,
doorlopend van voor- tot achtergevel. De mensen
wonen in het van de weg afgekeerde gedeelte. De
oude boerinnen schenen niet die behoefte te heb
ben, alles op straat te zien aankomen, wat haar
huidige zusters kenmerkt
De veestallen waren eigenlijk meer vrij diepe kui
len, waarin het vee in hoofdzaak stond om mest te
formeren. Bijzonder zindelijk zagen de beestjes er
dan ook niet uit.
Bijzondere voorliefde heeft de Saksische boer voor
het paard. Ook nu nog, terwijl de mechanisatie
het paard dreigt te verdringen, zegt hij,,'t Peerd
geet nooit heelemoale vot van de boerderieje".
Het Twentse boerenbedrijf is gemengd bedrijf. De
boer is veehouder, akkerbouwer, kippenhouder,
heeft varkens, eenden en ganzen en dit gemengde
geeft het leven op de boerderij iets bonts. Daarbij
was tot ver in de laatste helft van de vorige eeuw op
vele boerderijen het weefgetouw te vinden en in ve
le boerenkabinetten prijken nog de keurige rollen
linnen, die op deze weefgetouwen werden geweven.
De machtige Twentse textielindustrie vond zijn
oorsprong in de kleine donkere weefkamer in de
oude Twentse boerderij.
De latere ontwikkeling bracht mee, dat door het
bouwen van een tussenmuur het oorspronkelijke
„Losse Hoes", werd verdeeld in een woon- en be-
drijfsgedeelte
Het woongedeelte werd meer en meer het speciaal
domein der vrouw, het bedrijfsgedeelte dat van de
boer.
Toch behield de vrouw nog zeer lang een groot
aandeel in het bedrijf en werkte, waar het nodig
was, als een man
Toch ziet men geleidelijk de boerin meer tot bur
gerjuffrouw worden, wat zich weerspiegelt in het
woongedeelte en de inrichting ervan Evenals de
mooie oude boerderijen verdwijnen, verdwijnen
ook de mooie oude boerenmeubels, om plaats te
maken voor de slechtste rommel, die in de stad te
koop aangeboden wordt
Twente kent drie hoofdtypen, d.w.z. beoordeeld
naar de buitenvorm
Oost-Twente kent de boerderij met recht opgaan
de houten topgevels aan voor- en achterzijde.
West-Twente daarentegen vertoont een boerde
rijentype met aan voor- en achterkant wolfdaken.
Midden-Twente heeft een overgangstypc, met op
gaande houten gevel bij het woongedeelte en schuin
aanvallend dak bij het bedrijfsgedeelte.
Het Oosten is daarbij rijk aan vakwerkboerderijen.
Boerderijen, bestaande uit een eiken vakwerk,
waarbij de muren vullingmuren zijn. Oorspronke
lijk waren deze muren van leem, later grotendeels
vervangen door baksteen.
De daken waren overwegend strodaken, tenzij een
nabij moeras riet opleverde. In de streken met
leemhoudende bodem verrezen pannenbakkerijen,
die het rode pannendak inheems maakten
In het algemeen werden dus de boerderijen ge
bouwd met die materialen, die streek en bedrijf ge
makkelijk verkrijgbaar opleverden.
Het effect moge op het eerste gezicht schilderach
tig zijn, deze schilderachtigheid is zeer economisch
gefundeerd.
Daar Twente vooral in het Oosten zeer woudrijk
was, werd hout het hoofdbouwmateriaal, met als
gevolg vakwerk. Het eeuwenlang bouwen in hout
maakte de boerentimmerlieden tot zeer vaardige
houtconstructeurs, die zelfs deursloten van hout
konden maken
Het goede Saksische huis heeft altijd op zijn toppen
een pinakel of geest. Dit is een ornamentale bekro
ning, gezaagd uit een plank van plm. 20 cm.
breedte en van 90 tot 120 cm. lengte en als het ware
het geestelijk insigne van het huis
Is de boer katholiek, dan zal hij een kruis op zijn
huis zetten, al of niet gecombineerd met missym-
bolen of rudimenten der oude runen, paardekop
pen, zonnewiel, levensbomen als vruchtbaarheids
symbolen c d
Bij een nauwkeurige documentatie van dit onder
deel noteerde ik ongeveer honderddertig verschil
lende exemplaren.
28
Boerderij Duider, Gem. Weerselo. foto J. Jans