een geldprijs uit voor het beste affiche van het kwaitaal, terwijl de drie beste aanplakbiljetten van het jaar tevens een geldprijs ontvangen, ditmaal van het stede lijke „Amt fur Kultur und Volks- bildung". De prijzen gaan even eens naar ontwerper, drukker en opdrachtgever. Op deze wijze wordt de verbetering van de kunstzinnige waarde van de affiches krachtig gestimuleerd. De resultaten van één jaar waren zo gun stig, dat men besloot de actie voort te zetten; terwijl de stad Munchen heeft besloten Wenen na te volgen. Het is onze stellige overtuiging, dat deze actie aller aandacht verdient. Hoezeer zal het stadsbeeld van onze grote steden er mede gebaat zijn, als de affiches een betere vormge ving en verzorging zullen krijgen dan thans het geval is. DE D.U.W. EN DE SCHOONHEID VAN HET LAND Met het toenemen van de werkloosheid wordt van Overheidswege meer en meer aandacht besteed aan de werkverruiming en wordt de taak van de Rijks dienst voor de uitvoering van werken vergroot. Het is het Bestuur van de Bond Heemschut nu in het oog gevallen, dat de werken, welke in dit ver band worden uitgevoerd zeer veelvuldig een karak ter dragen, dat lijnrecht staat tegenover de door de overheid gesubsidieerde Heemschutbeweging, zoals de monumentenzorg en de natuurbescherming. Dempingen van grachten en vaarten welke zo wei nig noodzakelijk zijn, dat zij slechts in D.U.W.- verband te realiseren blijken, omdat de kosten van een normale uitvoering niet rendabel zijn; egalisa tie van natuurterreinen zonder dat deze worden ontgonnen, zijn in voorbereiding of reeds in uit voering. Met bezorgdheid slaat het Bestuur deze ontwikkeling gade, waardoor het ene Overheidsor gaan te niet doet wat het andere met moeite be reikte. Naar onze mening is het zeer stellig niet nodig, dat werkverschaffingsobjecten ontsieringen veroorza ken. Reeds voor de oorlog heeft men dit in enkele geval len beseft, o.a. te Schagen, waar men de dorps gracht niet gedempt, doch gereinigd en hersteld heeft. Het moet naar onze overtuiging mogelijk zijn, het D.U.W.-werk meer in deze richting te leiden. Herstel van bossen in plaats van egalisatie, schoon maken van grachten en weer onder profiel brengen en beplanten van oude schansen en wallen (de stichting Menno van Coehoorn heeft indertijd een zeer uitvoerige lijst opgesteld van versterkingen die voor herstel in D.U. W.-verband in aanmerking ko men) wellicht zelfs het uitvoeren van restauraties zijn mogelijkheden; er zijn er meer. Op deze wijze zou het D.U.W.-werk in plaats van steeds meer schoonheid in ons land te vernietigen, kunnen worden betrokken in het werk, dat de schoonheid poogt te behouden en uit te breiden. Juist in deze tijd nu van Rijkswege verhoudingsge wijs slechts zeer kleine bedragen worden uitgetrok ken ten behoeve van restauraties en dergelijke, ter wijl door de moeilijke oorlogsjaren en achterstallig onderhoud de toestand van ons cultuurgoed slech ter is dan ooit te voren, ja ronduit hachelijk is te noemen, zou een houding van D.U.W. als hierbo ven geschetst een verademing betekenen. De in vloed, die hiervan zou kunnen uitgaan op het her stel en de instandhouding van de schoonheid van stad en land, waarvan de oorlog reeds vele offers eiste, en welke nu bedreigd wordt door onze over bevolking en industrialisatie, kan moeilijk over schat worden. Het is daarom, dat het bestuur van de Bond Heem schut de vrijheid heeft genomen, er bij de Raad van Ministers eerbiedig op aan te dringen, het werk 95 UIEN \WF\ m»TT» Mirp WEN mm WI E N

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1952 | | pagina 23